Over cle onzijdig wording der kleuren bij vermenging van zoutoplossingen; door F, Field.

Maumené heeft het eerst de aandacht er op gevestigd , dat bij vermenging van oplossingen van nitras cobaltosus en nitras niccolosus , bij eene zekere verhouding van beiden, de groene en de roodé kleur der afzonderlijke oplossingen wederkeerig verdwenen en de vloeistof kleurloos werd of nog slechts eene flaauwe onzijdige kleur vertoonde. Liebig heeft betrekkelijk de werking des bruinsteens als ontkleuringsmiddel van glas de meening geuit, dat deze werking wel niet op de oxy da tic van het ijzeroxydul door het mangaanhyperoxyd berust, daar, noch nitras kalicus, noch andere sterke oxydatiemiddelen het zelfde uitwerksel voortbrengen, maar daarop, dat de door het mangaan aan het glas medegedeelde violette kleuring complementair is voor de door het ijzer voortgebragte groene kleur, en door de neutralisatie van beide kleuren eene kleurlooze massa ontstaat. De schrijver gelooft, dat de juistheid van deze zienswijze ontwijfelbaar is, want wanneer borax door middel van ijzeroxydule gekleurd, en het daarvan bekomen glas ineen platinakroes gesmolten wordt en bij een weinig daarvan, vooraf met mangaan gekleurd zout voorzigtig wordt toegevoegd, zoo ontstaat een punt, waarin het mengsel noch de eene, noch de andere kleur vertoont en er een bijna kleurloos glas bekomen wordt. Liebig maakt er ook melding van, dat bij toevoeging eener fiaauw rozenrood gekleurde geconcentreerde oplossing van sulphas manganosus bij eene fiaauw groen gekleurde oplossing van sulphas ferrosus gevoegd een geheel kleurloos mengsel bekomen wordt. De schrijver heeft eenige proeven genomen over de verhouding van nog andere oplossingen en verbindingen. Bij langzaam toegevoegde oplossing van nitras cobaltosus bij eene koude oplossing van bicarbonas natricus wordt eene schoone amethystkleurige, dikwijls het violet nabij komende

54