natuurlijk bedacht zijn op de arsenik-proef van Heinsch, ten einde zich voor misleiding te wachten. is bekend, dat niet alleen het zwavelzuur, maar ook het zoutzuur niet zelden sporen van zwaveligzuur bevatten, en dat de eigenschap van zulke zuren om koper zwart te maken, meermalen reeds tot verwisselingen met arsenik aanleiding gegeven heeft. Het spreekt van zelf, dat alle zwavelverbindingen , welke de zwavel in eene lagere oxydatietrap dan het zwavelzuur bevatten, bij behandeling met kokend zoutzuur deze reactie voortbrengen. Terwijl het arseuik-beslag, na de afwassching des kopers, vrij vast aan het koper hecht en bij wrijving niet aan de vingers afgeeft, worden de vingers in het door zwaveligzuur bewerkte koper-beslag dadelijk bij wrijving zwart gemaakt. Verder laat het arsemk-beslag, bij behandeling met eenige droppels ammonia liquida, dadelijk als fijne blaadjes los, waardoor het koper weder blank wordt, terwijl zulks niet geschiedt bij het beslag door zwaveligzuur. Het meest zeker onderscheidings-middel der beide koperbeslagen bestaat echter daarin, dat het door zwaveligzuur te weeg gebragt, in kokend, met een gelijk volume water verdund zoutzuur, niet onder ontwikkeling van waterstof oplost, terwijl dat van arsenik afkomstig, onder levendige ontwikkeling van gasbellen van waterstof oplost, ook zelfs, nadat men.de verhitting der vloeistof niet meer voortzet. Verhit men het door zwaveligzuur beslagen koper ineen van onder gesloten 5. m.m. wijde glazen buis, zoo ontstaat noch een wit beslag, noch verliest het koper zijne zwarte kleur, zelfs al wordt het verhitten zoo ver voortgezet, dat de buis week wordt; een met arsenik beslagen koperdraad geeft echter op gelijke wijze behandeld, eerst een witten kristallijnen ring van arsenigzuur en het koper wordt zilverwit vaneen laagje arsen-koper. Wordt het verhitten langer voortgezet, tot dat de buis week wordt, zoo wordt al het arsenik vervlugtigd en het koper verkrijgt weder zijne natuurlijke kleur. Zwaveligzuur bevattend water werkt, noch bij de gewone temperatuur, noch bij koken op koper; zoodra men echter ook

124