vormt kleine oranjeroode kristallen van mica-achtig uiterlijk, die zeer gemakkelijk door het licht veranderen, zij zijn oplosbaarder dan de kristallen van bichromas stryehnicus. Chromas codeïnicus basicus. Men bekomt dit zout slechts door de codeïne onvolkomen te verzadigen en wel op de volgende wijs: 2 deelen codeïne werd in 300 deelen water verdeeld, waarin eenige droppels verdund zwavelzuur onder verwarming gevoegd werd. Nadat de codeïne opgelost was, werd nog een derde deel codeïne in 80 deelen koud water opgelost. bijgedaan. Toen de temperatuur der oplossing tot op 60° gedaald was, werden er 15 deelen oplossing van chromas kalicus neuter bijgevoegd en na verloop van eenige uren zonderden zich eene groote hoeveelheid lichtgele naaldvormige kristallen af, welke afgewasschen en gedroogd werden. Dit zout gelijkt op ’t uiterlijk zeer sterk op chromas chinieus basicus; het is echter oplosbaarder en wordt even als dit door het licht niet aangedaan; het begint bij 80° ontleed te worden. Al de pogingen van den schrijver, om de morphine met acidum chromieum te verbinden, zijn vruchteloos gebleven. De morphine werd, onder den invloed van acidum chromicum of de chromaten van potasch schielijk ontleed , waarbij dit alcaloïd veranderd schijnt te worden in het produkt, dat döor Marchand morphetin genoemd is. Evenmin kon hij deze verbindingen met narcotine, atropine en veratrine tot stand brengen, waarschijnlijk ten ge • volge van hun zwak verzadigingsvermogen. Dit bovengenoemd onderzoek blijkt alzoó: Dat een zeker aantal planten-alcalien in staat zijn zich, hetzij direkt, hetzij door dubbele decompositie met acidum chromieum te verbinden en zouten daar te stellen in goed bepaalde evenredigheden. Dat de stabiliteit van de elementen der chromaten der alealoïden des te grooter is, naarmate zij meer van de basis bevatten. Het opmerkelijkst verschijnsel dat eenige hunner vertoonen>

254