seis vereenigd zijn, zoo is het zeer waarschijnlijk, dat de zelfstandigheden, die eene groote standvastigheid schijnen te bezitten, echter binnen weinig tijd onder den invloed van licht, lucht en vochtigheid worden vernietigd, wanneer zij met de plantencellen verbonden zijn. Het zou zeer nuttig zijn te weten, of de alcaloïden, de plantenzuren enz. niet eveneens verdwenen even als de suiker en de kleurstoffen, wanneer de plantendeelen die ze bevatten, veranderd zijn. Men weet reeds dat de folia Digitalis purpureae minder digitalin bevatten, als zij slecht gedroogd zijn geweest. En het is te verwachten, dat de alcaloïden eveneens in mindere hoeveelheid inde herba Belladonae, Stramoniae, Ilyoscyami etc., die onder de opgenoemde invloeden ontkleurd zijn geraakt, zullen vervat zijn, dan in met zorg ingezamelde, gedroogde en geconserveerde bladen. Het is alzoo aan te nemen , dat slecht gedroogde en bewaarde geneeskrachtige bladen en bloemen niet slechts hunne kleur, maar ook véle andere naaste bestanddeelen, waaraan zij hunne geneeskracht verschuldigd zijn, zullen verloren hebben. P. J. H. Over de bereiding van sommige siropen ; door Engelhard t. Onder de siropen in geneeskundig gebruik zijn er sommigen , wier conservatie eenige moeijelijkheid heeft: nu eens beginnen zij in gisting te geraken, dan weder bedekken zij zich met eene schimmelhuid. Yerschillende middelen zijn aangeraden om deze nadeelen te voorkomen, maar geen dezer heeft nog volkomen het doel bereikt, en het beste is nog, dat men slechts eene geringe hoeveelheid siroop op eens in voorraad maakt. Maar alsdan wordt het dikwijls zeer moeijelijk, zoo niet onmogelijk , voor pharmaceuten die geen genoegzame hulp hebben, om den noodigen tijd te vinden voor deze bewerkingen, die zoo dikwijls wederkeeren.

268