Scheikundige onderzoeking der Musenna-bast door Dr. C. Thiel te Cassel.

De botanische afkomst van den cortex Mesennae of Mnsennae is nog niet met zekerheid bekend, Volgens Schimper behoort de boom, waarvan hij afkomstig is, tot de familie der Legurainosae. Volgens Buchner Sr. is het niet onwaarschijnlijk, dat de plant afkomstig is van Rottlera Schimpen-, volgens Hochstetter en Steudel vaneen boom uit de familie der Euphorbiaceae, dewijl, zoo als uit mededeeling van Schimp er blijkt, de van de schors bevrijde binnenbast van de vrouwelijke exemplaren van dezen boom, onder den naam tamhuch ook tegen den lintworm en wel gewoonlijk met kosso gemeenschappelijk gebruikt wordt en dewijl eendoor Th. Martius als tamhuch verklaard monster van eenen Abyssinischen wormbast en Mesenna in structuur en kleur van schors en bast zeer goed met elkander overeenkomen. (Report. 3e. R. VII, 352.) In Bd. X van het neues Repert. S. 214 wordt een boom besproken, waarvan door Richa r d in zijne Flora van Abyssimë, onder den naam van Bessena anthelminthica gewag wordt gemaakt, en wiens vrucht in Abyssinië met goed gevolg tegen den lintworm zou worden gebruikt. Doch in hoeverre staat hier Bessena in betrekking tot Busena of Musena? Wat hiervan zij, zooveel mogen wij met zekerheid aannemen, dat de Musenna niet is de bast van Brayera anthelminthica, onder welken naam Dr. Mettenheimer deze in 1846 aan Buchner Sr. toezond, doch waarvan de identiteit met den cortex Mesennae vijfjaren later door Dr. Th. Martius en Buchner Sr. ontwijfelbaar is aangetoond geworden. Dr. C. Th iel heeft eene scheikundige analyse ondernomen van dezen Mesenna-bast, welke door Dr. Prunner Bey, voormalig lijfarts van den onderkoning van Egypte aan Dr. von Grietl te München was toegezonden. Daar echter de hoeveelheid waarover de schrijver voor dit onderzoek te beschikken had ontoereikend was voor eene naauwkeurige

272