in die Commissie te handelen, wanneer ik te dezer plaatse hulde breng aan zijne groote verdiensten.

In 1854 werd hem de niet minder belangrijke betrekking opgedragen van Lid der Provinciale Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzigt in Zuid-Holland, residerende te Dordrecht, alwaar hij de taak op zich nam van het afnemen van examen inde Botanie en later, door het vertrek van Dr. J, E. de Yrij naar Java, ook inde Schei- en Artsenijbereidkunde. In dat zelfde jaar werd hij benoemd tot Lid der Openbare Gezondheids-Commissie, als scheikundige. Ook in deze Commissie werd zijne degelijke en algemeene kennis op hoogen prijs gesteld en gaf hij daarvan meermalen de bewijzen in adviesen op onderwerpen van algemeen hygiënisch belang. Zoo werd, onder anderen, in Januarij van het jaar 1855 een onderzoek der melk, zoo als die in Rotterdam verkocht en gebruikt wordt, opgedragen aan eene subcommissie uit haar midden, en waarvan het Rapport, met bijgevoegde uitvoerige tabellen, bevattende het water- en botergehalte vaneen lOOtal zoete melksoorten, bij wijze van „Brief van de Openbare Gezondheids-Commissie te Rotterdam aan HH. Burgemeester en Wethouders, omtrent vervalsching van levensmiddelen met bijgaand verslag vaneen onderzoek van melk” in December van dat zelfde jaar werd ingezonden. Tan der Vliet belaste zich hoofdzakelijk met de tijdroovende en moeijelijke bepaling van dit water- en botergehalte en komt als Rapporteur dezer subcommissie voornamelijk de eer toe, van het stellen van dit Rapport. Dit onderzoek werd overgenomen in het Tijdschrift voor wetenschappelijke Pharmacie van 1856. Zoo ijverig, nuttig en onvermoeid werkzaam als hij was inde verschillende betrekkingen , waartoe hij geroepen werd, met zoo veel naauwgezetheid als hij zijne pligten, die als Apotheker op hem rustten volbragt, met niet minder zorg en getrouwheid vervulde hij die in zijnen huisselijken kring. In 1844 in gelukkigen echt verbonden met Mejufvrouw G-eertruida Jacomina Rijnbende, werden hem een drietal kinderen geschonken, waarvan het oudste bij zijn overlijden naauwelijks 15 en het jongste 7 jaren oud, nog zoo zeer de vaderlijke leiding en zorg noodig

295