rend agens; er ontstaat steeds ammoniak, maar geen der aethyl-bases.

Eene alcoholische oplossing van chloretum stannosum ontleedt den aether nitrosus onder sterk opbruischen zonder roode dampen. De met potaschhydraat gedestilleerde vloeistof, waarvan het gas door zoutzuur gevoerd werd, geeft echter geen spoor van ammoniak. Zwavelwaterstof wordt met den aether ontleed onder afzetting van zwavel en ligte opbruisching. De oplossing bevat veel ammoniak en geene aethyl-bases. Acetas ferrosus, dat wil zeggen, azijnzuur, alcohol en ijzervijlsel, ontleden den aether nitrosus onder heftige ontwikkeling van stikstofoxide. Het na toevoegen van potaschhydraat bekomen destillaat toonde slechts sporen van ammoniak. (Journal /ür praktische Chemie 1862, No. 9, S. 61.) Over den toestand 7 waarin het zilver bij de reductie zijner zouten op den natten weg wordt afgescheiden; door H. Vogel. Bij de reductie van zilverzouten op den natten weg komen de uitgescheiden zilvermassa’s, onder verschillende omstandigheden met verschillende eigenschappen voor, die men in bijzondere gevallen reeds sedert lang heeft waargenomen. ledereen kent het door inwerking van sulphas ferrosus op zilveroplossingen bekomen zilverpoeder, of de door reductie van vochtig chlorzilver, door middel van zink verkregen grijze zwammige massa, of de door verschillende herleidingsmiddelen bekomen zilverspiegel. Niemand echter heeft tot nog toe de overeenkomst en het onderscheid tusschen deze zoo verschillend zich vertoonende zilvermassa’s en de oorzaken harer vorming getracht op te sporen. Yog e 1 heeft getracht hiervan eene verklaring te geven. Vopr zijne proeven gebruikte hij deels zilverzouten in vasten vorm, deels verdunde oplossingen, welke 1 pCt. zilverzout

301