Over de opsporing van arsenicum door electrolyse ; door L. B1 oxa m.

Bloxam heeft de door Gaultier de Clauhry voorgeslagen methode ter opsporing van het arsenicum door electrolyse (Journal de Pharm. et de Chim, 2 Sér. XVII, 125) aan een onderzoek onderworpen. Bij de electrolyse eener arsenikhoudende vloeistof door eene Gr ro v e’sche batterij van vijf duim , werd er aan de negative pool arsenikwaterstof vrij , dat in eene gloeijende buis ontleed kan worden. Het apparaat bestaat uit eene U-vormige buis, welker eene opening door eene kurk gesloten is, waarin de negative platinapool, de buis die het gas geleid en eene trechterbuis bevestigd zijn; de andere opening der buis blijft open. Giet men nu door de trechterbuis omtrent 1 once (gemeten) verdund zwavelzuur en daarbij eene oplossing van acidum arsenicosum in zoutzuur , zoo wordt er dadelijk arsenikwaterstof ontwikkeld, als de oplossing 0,076 grm. arsenicum bevat en zelfs zijn 0,0076 grm. nog duidelijk aan te toonen. De tegenwoordigheid van organische zelfstandigheden in de vloeistof, zoo als brood , melk , eiwit enz., hindert niet aan de reactie, ook alcohol niet, welke tot vermijding van schuim bij het mengsel van 1 drachma is gevoegd. Bij aanwezigheid van 0,025 grm. acidum arsenicosum in 3% oneen (gemeten) ontstond bijna oogenblikkelijk een arsenicum spiegel en de reuk naar alkarsin was tevens merkbaar; bij aanwezigheid van 0,001 grm. waren de spiegel en de reuk eerst na verloop van 10 minuten te bemerken. Bevat de vloeistof een grooten overvloed van zoutzuur, zoo ontstaat geen arsenieumspiegel, maar een kristallijnen aanslag van acidum arsenicosum; het chlorium dat aan de positivo pool vrij wordt mag al door de diffusie inde negative afdeeling geraken en hier het arsenikwaterstof ontleden, het ontstane chlorarsenik zal dan met het watergas inde gloeijende buis tot arsenigzuur ontleed worden. Want een tusschen de polen geplaatst diaphragma hindert, ook

349