Wanneer het meel tusschen de molesteenen te heet wordt, ondergaat het eene nadeelige verandering (verhit meel). In elk geval is ineen bedorven meelkwaliteit en kwantiteit der kleefstof veranderd. Men vermengt een gedeelte van het meel met water tot een matig stijf deeg, dat men. tusschen de vingers kneedt en uittrekt. Hoe minder veerkrachtig en taai het deeg is, des te slechter is het meel. De uit bedorven meel afgezonderde kleefstof is gewoonlijk donkerder of bruiner (goede tarwe kleefstof is grijsachtig geel) en bezit ook wel een onaangenamen reuk. Zijne hoeveelheid, uit gekiemd graan, is in het oogloopend gering. Wanneer zich de kleefstof niet door uitwassching van het meeldeeg met water laat afzonderen, zoo als bij voorbeeld bij roggemeel, gerstemeel, zoo trekt men het meel met een 12l/j procentisch azijnzuur. Dit lost de kleefstof op, zonder het zetmeel aan te tasten. De gefiltreerde oplossing wordt met bicarboras natricus naauwkeurig veronzijdigd, waardoor de kleefstof weder afgescheiden wordt en zich boven op de vloeistof verzamelt. Het wordt dan op een natgemaakt lapje met water uitgewasschen en gedroogd. Beter en spoediger trekt men de kleefstof uiteen bedorven meel, door bij voorbeeld 100 deelen meel ineen kolfje met 400—500 deelen vaneen mengsel uit 1 deel 10 proc. ammonia liquida, 1 deel water en 6 deelen alcohol van 0,830 sp. gew. een uur lang te trekken, daarna onder nawassching van den inhoud van het filtrum met het zelfde mengsel na te spoelen en te filtreren en het filtraat op bet waterbad tot droog te verdampen, het overblijvende met koud water te behandelen , waardoor de suiker en dextrin oplost en de kleefstof terug blijft; deze laat men dan inde lucht een weinig droogen. Een slecht en voor het gebruik schadelijk meel is ook zoodanig een, dat de sporulae van lagere plantengeslachten bevat of anders met ziekelijke produkten van den graankorrel vermengd is. Hiertoe behooren bij voorbeeld: de roetbrandsporen (üstilago Carbo) Tulasne. Zij vormen een zwartaehtig stof en komen zelden in meel voor. Verder de steenbrandsporen (Tilletia Carie Tulasne.) Zij vormen zwarte kogel-

459