door de scheikundigen tot nog toe voor aeidum phosphorosum gehouden is. Deze nevel ontstaat volgens Sch önbein, alleen in lucht, welke waterdamp bevat, terwijl zij niet ontstaat, wanneer de lucht volkomen droog is, waarvan men zich door eene eenvoudige proef kan overtuigen, door een volkomen droog stuk phosphorus aan een’ platinadraad in eene lucht bevattende flesch te houden, op welker bodem eenige vitrioololie gebragt is ; men ziet alsdan volstrekt geen nevel rondom den phosphorus ontstaan. De schrijver heeft onlangs over de geaardheid van dezen nevel onderzoekingen in het werk gesteld en gevonden, dat hij geen P03 bevat, dat reeds daaruit blijkt, dat deze nevel op bevochtigd blaauw lakmoespapier geene werking uitoefent, ten minste mag dit niet roodgemaakt, maar wel door voorhanden ozon gebleekt worden. Verdere onderzoekingen hebben geleerd, dat de nevel, welke in vochtige lucht bij de gewone temperatuur om den phosphorus zich vormt, nitris ammoßitcns is, een feit, dat van beteekenis is voor de theorie der nitrificatie, dewijl het bewijst, dat onder gunstige omstandigheden ammonia en aeidum nitrosum uit water en dampkringslucht kunnen gevormd worden. Behalve deze nitris ammonicus ontstaat echter ook een weinig nitras ammonicus, doordien waarschijnlijk de geozonisoerdc zuurstof, welke zoo als bekend is, bij inwerking van phosphorus op de vochtige dampkringslucht ontstaat, de nitris in nitras verandert. De schrijver doet nog de volgende opmerkingen bij zijne mededeeling over het zoo merkwaardige proces der langzame verbranding van den phosphorus in dampkringslucht. Vroeger geloofde men , dat deze laatste in eene eenvoudige oxydatie van den phosphorus in P05 bestond; en toen POg ontdekt was, vond men, dat daarbij ook aeidum phosphorosum gevormd werd. Later bleek, dat de atmospherische zuurstof geozoniseerd en eene geringe hoeveelheid gevörïnd werd. Bij deze verbranding ontstaan bemerkbare hoeveelheden HO en thans weet men, dat daarbij ook tegelijkertijd NOs en NH3 gevormd 'worden, zoodat het ver ■

482