bindgaren, kapje, signatuur, poederpapier enz., die naar de verschillende categoriën in uitorlijk voorkomen opklimmen. Na deze splitsing in categoriën, waarbij het verschil in vergoeding duidelijk als grondslag der berekening uitkorat, laten wede prijzen volgen, die we, in overleg met prijscouranten van voorname handelshuizen en met de prijslijst van Noordbrabant en Limburg, meenen, dat voor de belangrijkste geneesmiddelen algemeen gesteld kunnen worden, terwijl wij daartusschen in met voorbeelden ons voorstel voor de prijsbepaling der recepten nader wenschen toe te lichten, waartoe wij o. a. de 80 recepten willen bezigen, die in N°. 10 tot inleiding van ons onderwerp gediend hebben. BEPALING VAN PHEÏtOL. Voor het aamoijzen van phenol (acidum phenylicum) wordt door Jacqwemin een nieuwe, hoogst gevoelige reactie aanbevolen, die gegrond is op de eigenschap van phenol, om gemakkelijk ineen blauwe natriumverbinding met een buitengewoon sterk kleurend vermogen te worden overgebracht, welke zoutachtige verbinding den naam draagt van natriumerythrophenaat. Voegt men natriumhypochloriet (solutio hypoohloritis natrioi) bij aniline, dan ontstaat er eene violetpurpere kleur, die langzamerhand vermindert. Voegt men echter het hypochloriet bij een mengsel van gelijke gewichtshoeveelheden phenol en aniline, dan ontstaat er eene blijvende donkerblauwe kleur. Deze kleur gaat door zuren in rood over, omdat het erythropheenzuur daarbij vrij wordt, doch bij neutralisatie met basen wordt de blauwe kleur weder hersteld. Chloorkalk geeft dezelfde reactie, maar niet zoo duidelijk, omdat daarbij praecipitatie plaats heeft. De reactie zal minstens 30 maal zoo gevoelig zijn als die met een ferridzout, en nog bij oplossingen van 1 : 1600000 duidelijk. Dewijl deze reactie niet verandert door de aanwezigheid van niet gekleurde organische zelfstandigheden, is het mogelijk voor het aanwijzen van phenol in organische weefsels en vloeistoffen de tijdroovende destillatie geheel te vermijden. Om bijv. phenol in bloed aan te wijzen, behandelt men 100 gram bloed met een mengsel van 2 gram zwavelzuur en 98 gram gedestilleerd water, en zijgt na verloop vaneen uur dooreen vochtig gemaakten linnen doek. De colatuur, door afsohenken gezuiverd, wordt met een gelijk volumen spiritus rectificatissimus vermengd en gefiltreerd, waarna het Altraat, zoodra 30 C. C. verzameld zijn, geneutraliseerd wordt met natriuracarbonaat. Dan voegt men er eenige droppels tot een tiende verdunde aniline en solutio hypoohloritis natrici bij. Er ontstaat eerst aan den bodem eene gele, later eene door het groen in het blauwe overgaande kleur. Men moet de solutio hypoohloritis natrici niet in te geringe hoeveelheid bijvoegen. Wordt een negatief resultaat verkregen, omdat de phenol in te geringe hoeveelheid aanwezig is, dan kan men door schudding met gerectificeerde petroleum (60° C. kookpunt) eene meer geconcentreerde oplossing verkrijgen. Op gelijke wijze kan men phenol ook in andere deelen van het organisme en inde afscheidingen ontdekken. Jacqwemin heeft door middel dezer reactie direct inde melk eener koe, die met eene oplossing van phenol in eene verwonding behandeld was, phenol aangewezen. Ook kan men deze reactie toepassen bij zeepen met phenol, waarbij de ijzerreactie niet gelukt, en ook bij oplossingen in vette oliën (na voorafgaande verzeeping). Jacqwemin heeft o. a. zijne reactie toegepast op maohinensmeer, na welks gebruik in eene fabriek uitslag aan handen en gezicht der arbeiders gevolgd was. Hij toonde aan, dat de vloeistof zware teerolie met veel phenol bevatte, terwijl het maohinenvet eene oplossing was van kalizeep met petroleum, met raapolie vermengd. De reactie kan ook uitstekend dienen om eene vervalsching van oleura caryophyllorum met phenol te ontdekken. Men brengt een droppel of een gedeelte vaneen droppel aniline bij de olie, voegt 5 a 6 C. C. gedestilleerd water bij en eindelijk eenige droppels solutio hypoohloritis natrici. Is de olie zuiver, dan ontstaat de langzamerhand afnemende violetpurpere anilinereactle; bij aanwezigheid van phenol daarentegen eene blijvende blauwe kleur. Vervalsching met 1 perc. phenol kan op deze wijze ontdekt worden. Voor de quantitatieve bepaling van phenol verwijzen wij naar eene titreermethode van Dr. Koppeschaar, beschreven in het 3de deel van zijn Leerboek der Chemie (blz. 233—235), gegrond

op de vorming van tribroomphenol door substitutie. De uitvoering wordt beschreven als volgt: Men lost 5 gram van het te onderzoeken monster ruw carbolzuur in water op tot een volumen van 1000 c.M3., pipetteert 30 c.M3. van de heldere oplossing in eene maatflesch van 500 c.M3., vult die daarna tot de streep met broomwater van voldoend gehalte en waarvan de titer bekend is, sluit de flesch dadelijk met eene caoutschoukstop, om het vervluchtigen van bromium te verhoeden, en schudt goed dooreen. (Er ontstaat hierbij opvolgend monobroomphenol: C 6 H4 Br. OH, dibroomphenol: C 6 H3 Br». OH, eindelijk tribroomphenol: Ce II» Br3.0 H. Verder gaat de substitutie in verdunde oplossingen niet.) Na verloop vaneen uur voegt men bij de vloeistof 5 c.M3. eener oplossing van ioodkalium, die 50 gram van het zout ineen volumen van 100 c.M3. bevat. Daarna brengt men deu inhoud der maatflesch over ineen ruim bekerglas, bindt het vrij gemaakt iodium door toevoeging van eene bekende overmaat van natriumhyposulphiet (Na„ S2 03), die in volume-sterkte overeenkomt met de iodiumoplossing (4,76 gram iodium per liter), waarmede men nu ten slotte die overmaat van Na2 S„ 03 bepaalt. (Men zie verder over deze titreermethode het genoemde Leerboek t, a. p.) De heer Hempenius, apotheker te Amsterdam, verzoekt ons het volgende recept in het 'Weekblad te taxeeren. pi: pulveris gummi arabici, olei olivarum aa gramm. 6, aquae depuratae gramm. 60, olei foeniculi gtt. 1, cretae praeparatae milligr. 650, syrupi papaveris albi gtt. 30. M. D. S. O. bih. c. p. Naar de beschrijving raeenen we, dat hier volgens onze 2de categorie moet berekend worden. 6 gram pulv. g. arab. . . ƒ 0,05 6 gram 01. olivarum . . . // 0,05 01. foenic., cret., syrup.. . // 0,10 gereedmaken, flesohje enz. // 0,30 ƒ 0,50T Uittreksels uit Buiten- en Biniienlamlsche tijdschriften. Voor de bereiding van Slippositoria, die eene zekere hoeveelheid extract bevatten moeten, geeft Barnouvin de volgende methode op. Het extract, zoo noodig verdund met eene kleine hoeveelheid water, wordt onder een weinig vet verdeeld. De cacaoboter en het was, die de consistentie van het suppositorium uitmaken, worden gezamenlijk in eene porseleinen schaal gesmolten, waaronder vervolgens op een zacht vuur het goed verdeelde extract wordt gemengd. Is het mengsel gereed, dan giet men het op de gewone wijze uit. Men zal op deze wijze zeer spoedig suppositoriën kunnen vervaardigen, die 1 gram extraotum ratanhiae bevatten, naar de volgende formule : pf; extraoti ratanhiae gramm. 1, aquae calidae (parvam quantitatem), axungiae gramm. 1, cerae gramm. 2, olei cacao gramm. 1,5. Voor één suppositorium. Voor de suppositoriën met belladonna, waarin de hoeveelheid extract veel minder is, dient de volgende formule ; pf; extracti belladonnae milligr. 10, axungiae milligr. 500, cerae gramm. 3. Voor één suppositorium. Stahlschmidt is door verschillende proeven tot het resultaat gekomen, dat chloorkalk naar de volgende formule gevormd wordt: 3 Ca H2 02 -f 2C1S = 2 Ca HCI 02 + Ca Cl, + 2HsO, De chloorkalk is dus volgens deze formule een calciumhydroxyde, waarin 1 atoom waterstof door chloor verplaatst is. Komt de verbinding Ca HOI 02 met water in aanraking, dan wordt zij gesplitst in Ca Cl2 02 en Ca H2 02. 2 Ca H Cl 02 = Ca Cl2 02 -J- Ca H2 02.