men is om het acidum carbolicum drie zijner aequivalenten detoxydum azoti te doen verliezen, verkrijgt men eene gele zelfstandigheid, acidum carbazotieum of picricum genoemd. Dit zuur ontstaat in groote hoeveelheid, als men de kreosot met salpeterzuur behandelt en men gebruikt dit reeds inde verwerij. Een zijden draad in eene geringe hoeveelheid acidum carbazotieum gedompeld, neemt zonder eenige verdere behandeling eene zeer schoone gele kleur aan. Dit zuur is daarenboven een vermogend koortswerend middel, dat met de sulphas chinicus kan vergeleken worden; maar het kleurt de huid der zieken geel en veroorzaakt eene soort van kunstmatige geelheid. Het acidum cresylicum heeft tot nog toe inden afgezonderden staat geene toepassing gevonden.

De neutrale hydro-carbüreta zijn zeer talrijk, de benzin, toluèn, xylèn, cumèn , cymèn enz. enz. Het zijn verbindingen van waterstof met koolstof in verschillenden graad van vlugtigheid. De benzin bij voorbeeld kookt bij 177°; zij is eene buitengemeen nuttige zelfstandigheid. Om ze te verkrijgen , doet men de ruwe naphta-olie in eene door waterdamp verhitte retort en welker hals uitkomt ineen vat gevuld met water van 177°, de temperatuur van het kookpunt der benzin. De andere hydro-carbureta, welker kookpunt boven 177° ligt, vallen weder terug inde helling der retort, en de benzin destilleert alleen over. Zij is eene zeer vlugtige zelfstandigheid en die aan het lichtgas, als zij er door gevoerd wordt, voor dat het inden brander komt, een veel sterker lichtend vermogen mededeelt. Laat men salpeterzuur op de benzin Cl2 H0 inwerken, zoo bekomt men nitrobenzin Cl2 H5 N04, welk produkt een zeer sterken aangenamen reuk naar bittere amandelolie bezit. De nitrobenzin is de basis en het uitgangspunt van al de schitterende kleuren, welke men uit de steenkool trekt. Inmen ze te gelijkertijd met ijzer eu water behandelt, overeenkomstig met de formule Cl2 Hs (NO4) -j- 2HO -|- 4 De, ontneemt het ijzer aan het water en het deutoxydum azoti al bare zuurstof en vormt ijzeroxyde, dat terug blijft; de twee otomen hydrogenium, welke door het water zijn aangebragt»

50