handelen. Ziedaar alzoo het mensehelijk genie uit de steenkool of de zoo zwarte, stinkende steenkoololie, de drie oorspronkelijke kleuren rood, blaauw en geel te voorschijn roepen, waarmede men, door gemakkelijke menging, al de andere kleuren van iedere denkbare nuance bereidt.

De nuttige aanwending van de residu’s der steenkolengasbereiding heeft ten allen tijde het onderwerp uitgemaakt der industriëlen en scheikundigen. 100 kilo steenkool leveren gemiddeld 22,94 cubieke meters gas; 75,46 kilo kooks; 5,73 kilo teer; 7,34 liters ammoniakwater. De kooks kon somtijds een bezwaar zijn door zijne hoeveelheid, doch vond altijd aftrek. De ammoniakwaters vonden, ofschoon wat laat, nuttige aanwending; de teer bleef langen tijd bijna Volkomen inproductief. Zij bevat gemiddeld 7 pCt. vlugge produkten of benzins , 5 pCt. acidum carbolicum of phénicum; 29 pCt. hydro-carbureta; 32 pCt. naphtalines of ligte oliën, 22 pCt. harde pek. De benzins bevatten niet minder dan 12 zelfstandigheden , die men door destillatie en fractionering zijner produkten bij verschillende temperaturen afzondert, namelijk amylèn, benzin, cumèn, eupion, acidum pheni°um , kreosot of ampélin , paraffin , petinin, perolin , anilin, quinoleïn, pyrrhol enz. enz. De pek vond spoedig zijne toepassing inde voortbrenging van kunstmatige asphalt; de zWare oliën werden ook spoedig geütiliseerd; men bediende er zich van om de kaoutchouk, de gomlak , de vette pek, enz, op te lossen ; om er zwartsel, kool enz. van te bereiden, Maarde ligte oliën of de ligte hydro-carbureta, jaren lang iu groote onderaardsche vergaarbakken opgesloten , zonder van eenige toepassing te zijn, bragten de fabrikanten tot wanhoop. Men gaf ze letterlijk om niet, toen een I’ransch*üan , Co 11 as op de gedachte kwam , er door eene eerste destillatie de gezuiverde benzin uitte bereiden, ten einde te doen dienen voor de zuivering van alle soorten van stoffen, z°o als zijde, linnen enz. De benzin namelijk lost de vette en harsachtige stoffen met merkwaardige gemakkelijkheid op eö verdampt volkomen zonder iets achter te laten; zij heeft ontvangen en ontvangt nog voortdurend nieuwe toepassing; da-

53