of niet ontplofbaarheid van de Amerikaansche rots-, steen-, mineraal-, of petroleum en het gevaar dat er bestaat om hoeveelheden dezer olie, die tegenwoordig meer en meer in gebruik komt, ook als brandstof in lampen, in magazijnen te bewaren.

Het pharmaceutical Journal bevat over dit onderwerp een artikel, waaruit blijkt, dat deze olie bij verschillende warmte, graden een’ ligt vlam vattenden damp van zich geeft, die met lucht een ontplofbaar mengsel daarsteit. Er bestaat echter een groot verschil inde temperatuur, waarbij verschillende ttionsters dezer olie brandbare dampen afgeven. De volgende tabel bevat de uitkomsten van het onderzoek van 12 monsters. No. 1 gaf brandbaren damp bij 87° Eahr. » 2 „ „ „ „ 120° „ » „ „ )> i) 135° „ J> 4 v n n » 87° „ „ 5 „ » „ „ 110° „ „ 6 „ ~ „ „ 90° „ „ 7 „ „ „ H5O „ JJ 8 „ n „ „ 96° „ » 9 „ „ „ „ 60° „ n 10 „ „ v ti 140° „ „ 11 „ » „ „ 120° „ >» 12 „ n » » 100° „ Van deze monsters kunnen no. 2,3, 5,7, 10 en 11 beschouwd worden volstrekt niet gevaarlijk te zijn. No. 9, die bij de temperatuur van 60° reeds brandbare dampen leverde , moet als zeer gevaarlijk beschouwd worden. De overige monsters mogen al direkt niet hoogst gevaarlik zijn, omdat de temperatuur van 87 tot 100” Eahr. niet een gewone warmtegraad is: echter volstrekt niet ge- kan men ze niet noemen. Het is alzoo af te keuren, dat die soorten van petroleum, die reeds bij lagere temperatuur dan 100° Eahr brandbare dampen geven als lampolie verkocht wordt. Deze zijn bepaald

55