het alcoholgehalte op dè aangogeven wijze vrij naauwkeurig op. kan sporen. Het ligt voor de hand , dat de aanwezigheid van vrije aether en dergelijke zelfstandigheden invloed uitoefent op de naauwkeurigheid dezer onderzoekingswijze. Eene goed uitgevoerde baryt-analyse moet in alle gevallen, waar geene andere door baryt ontleedbare aethers aanwezig zijn, een veel naauwkeuriger resultaat opleveren.

De schrijver onderzocht de waarde van beide onderzoekingsmethoden met een zestal soorten azijnaether van verschillende herkomst, welke allen volgens de Pharmacopoea Borussica (6e editie) bereid waren. 1. Azijnaether van 0,8885 spec. gew. maakt carbonas kalicus naauwelijks vochtig, Völuine-vèrgrooting des waters 9 pCt.; de baryt-analyse gaf 91,72 pOt. azijnaether. Het praeparaat bevatte zonder twijfel vrije aether, dat ook door het geringe soortelijk gewigt werd aangeduid. 2. Sp. gew. 0.891, maakt carbonas kalicus vochtig, volume-vergrooting des waters 14 pCt.; de baryt-analyse toonde een gehalte aan azijnaether' van 89,68 pCt. 3. Sp. gew. 0,892. volume-vergrooting des waters 27 pCt. baryt-analyse 68,87 pCt. azijnaether. 4s Sp, gew. 0,9075; volume-vergrooting des waters 16 pCt., baryt-analyse 85,65 pCt. azijnaether. Deze aether aceticus bevatte acetas amylieus, welke bij verdamping eener geringe hoeveelheid te onderkennen was. 5. Sp. gew. 0,896. Yolume-vergrooting des waters 31 pCt., baryt-analyse 65,15 pCt. azijnaether. 6. Sp. gew. 0,889. Yolume-vergrooting des waters 38 pCt., baryt-analyse 61,03 pCt. Men bespeurt, dat de slechte praeparaten nog slechter waren, dan de bepaling met het maatglas liet onderkennen. Vrij azijnzuur kan men door aanhoudend schudden van het; praeparaat met Water en overvloed van carb. baryticus naauwkeurig vinden , daar men- in het waterige filtraat al het vrije azijnzuur aan baryt gebonden verkrijgt en deze doom zwavelzuur kan bepalen. (Hager’a pharmac. Centralhalle 1862 , No. 76.)

90