prisma’s met ruitvormige bases; het decrepiteert bij verhitting en smelt zonder ontleding bij eene temperatuur, grenzende aan de roode gloeihitte. De bekoelde massa ia glasachtig > doorschijnend en heeft eene densiteit van 6,77. De opl°s' baarheid van den sulphas is iets minder groot dan die v9° het koolzure zout en even als dit, ten naastenbij evenredig

aan de temperatuur. Nitras, Tl O, S05. De nitras is het oplosbaarste der z°u' ten van thallium , die wij beschreven hebben. 100 gram 'va' ter lossen 95r,75 bij 18ü, en 580 gram bij 107°. Het krist®'' liseert in prismatische bundels van eene schoone mat witt® kleur en kan tot eene glasachtige geheel doorschijnende mass® smelten. De densiteit 5,8. Proto-cMoretwm, Tl Cl. Het chlorium kan met het thaluurl ten minsten drie verbindingen vormen. De standvastigB'® is het protochloretum, zijnde eene witte verbinding, vee| overeenkomst hebbende met chloretum argenticum, het door gemakkelijkheid , waarmede het uit vloeistoffen, waaru" het gepraecipiteerd wordt, zich afzondert, hetzij door zijn uit®1’ lijk , zijne buigbaarheid en doorschijnendheid als het gesiüo^ ten is. Het is echter een weinig oplosbaar in water, voor® met behulp van warmte , zoodat men het gemakkelijk lP kristalvorm kan bekomen. Gesmolten zijnde bezit het ee»e densiteit van 7,02. Sesqui-cMoreium, Tl2 Cl3. Dit zout vormt schoone gel zeszijdige platen, oplosbaar zonder ontleed te worden lP flaauw aangezuurd water, inde verhouding van 4 a 5 p^‘ bij de temperatuur van 100°. Het smelt bij 400° tot eeP bruin vocht, is vlugtig en wordt vast tot eene bruin ge^ massa, van eene densiteit van 5,90. De waterige oplossing w'°r^ door alcalien en alcalische carbonates bruin gepraecipite®r De bovengenoemde chloreta kunnen nog 1 a 1,5 aeqni^ lenten chlorium absorberen en vormen dan weinig stand'-®5 tige perchloreta, die alleen door warmte ontleed worden(Gompies rendus 1862, No. 23.)

148