mige verbindingen mefc waterstof weggaan. Hij houdt het verder voor noodig, dat men de alzoo bekomen oplossingen verdunt, filtreert, kristalliseert, weder oplost, nu eerst oxydeert, en dan het ijzeroxyd praeeipiteert, maar nimmer door vaste alcaliën, daar hierdoor het ijzeroxyd een gehalte aan basisch zout en aan alcali bekomt, maar altijd dooreen overvloed van ammoniak, en om ook hiermede, als men zwavelzuur ter oplossing van het ijzer heeft gebruikt, de bijmenging van basisch zout te verhinderen , de ammoniak niet bij de ijzeroplossing, maar omgekeerd deze laatste, onder gedurig omroeren, bij de steeds in overvloed blijvende ammoniak te gieten. Bevat namelijk het ijzeroxyd basisch zwavelzuur ijzeroxyd, zoo zal dit natuurlijk bij de reductie met waterstof eene overeenkomende hoeveelheid zwavelijzer voortbrengen.

Het goed bereide praeparaat is zoo als men weet zoo oxydeerbaar, dat het zelfs in goed sluitende flessehen niet goed blijft, als men de lucht daaruit niet door waterstofgas verdreven heeft. Het verbrandt inde vlam met verspreiding van vonken, en met koolzuur verbindt het zich reeds bij weinig verhoogte temperatuur in zwart ijzeroxyd-oxydul. Het praeparaat, bereid door acetas las ferrosus op zoo laag mogelijke hitte graad te ontleden, is volgens Dusart slechts een mengsel van ijzeroxydul en ijzeroxyd met fijn verdeelde kool en even zoo pyrophorisch, als het door waterstof gereduceerd ijzer, doch het verliest deze eigenschap bij sterkere verhitting bij afsluiting der lucht, zeker; dewijl dan de kool daarin onder verdere reductie van het ijzer verbrand is. (CanstaU’s JahresbericJtt Uier die Fortsckritte in der Fharmade. Neue Folge. 11e Jdhrgang S. 126.) Over de bereiding van den nitras bismuthicus basicus door J. de Sme d t. Vroeger reeds heeft de schrijver eene wijze bekend gemaakt, om het overtollige zuur in het chloretum ferricum

252