De aldus bekomen solanin was kleurloos , onoplosbaar in aether, maar gemakkelijk oplosbaar in matig geconcentreerd zoutzuur en alzoo vrij van solanidin.

De vloestoffen, welke door afdroppeling der eerste geleiachtige solanin verkregen waren werden‘gedestilleerd, ten einde de alcohol te bekomen , het inde retort terugblijvende gedroogd, fijn gewreven en met aether behandeld. De aether had er slechts zeer weinig van opgelost; bij verdamping der aetherische oplossing bleef eene geringe hoeveelheid eener waschachtige zelfstandigheid terug. Alzoo was ook in dit gedeelte geen solauidin voorhanden. De uitgeperste aardappelkiemen werden nu met zwavelzuur bevattend water overgoten (op 50 pond water % pond zwavelzuur). Hiermede gedurende een dag in aanraking gelaten werd de massa uitgeperst en de door bezinking helder geworden persvloeistof met zoo veel kalk vermengd, tot er eene blijvende alcalische reactie plaats had. Het daardoor ontstane praecipitaat werd verzameld, gedroogd, fijn gewreven en met alcohol uitgekookt. De alcoholische oplossing was eenigzins bruin gekleurd en zoo lang zij heet was helder. Bij bekoeling werd zij evenwel even als eene opodeldokachtige massa. Deze geleiachtige massa werd even als de eerste maal behandeld , maar zelfs na vier malen achter elkander opgelost te zijn in heeten alcohol, gelukte het niet daaruit kristalvormig solanin af te zonderen. Eindelijk werd benzin ter oplossing beproefd; hierin loste de geleiachtige massa, na tusschen filtreerpapier te zijn geperst , vrij gemakkelijk op, vooral bij verwarming. De heldere oplossing werd nu in eene porseleinen schaal aan eene vrijwillige verdamping overgelaten. Eerst zonderde zich de solanin geleiachtig af, maar later zonderden zich uit de dikke gelei eene overvloedige hoeveelheid zuiver witte kristalgroepen af, welke bestonden uit tamelijk lange naalden. Bij nadere onderzoeking dezer kristallen bleek, dat deze bestonden uit zuivere solanidin; zij losten zeer gemakhĂ©lijh op in aether en bij verdamping dezer

261