heid van stemmen ontkennend wordt beantwoord en alzoo het voorstel verworpen.

ïïa de gehoudene pause verklaren de afgevaardigden, die zich met het nazien der rekening en begroeting belast hebben , die in orde te hebben bevonden en worden beiden dus door de vergadering goedgekeurd onder dankzegging aan den Thesaurier voor zijn beheer. 8. Verslag omtrent de veranderingen in het Hoofdbestuur, De Voorzitter herinnert der vergadering dat met het einde van het maatschappelijk jaar de beurt van aftreding vaneen lid uit het Hoofdbestuur niet tot de Perm. Comm. beboerende, aan den heer A. S. v.d. Moer van het dep. Deventer is; dat de Departementen volgens art. 39 der wet gekozen hebbende, de benoeming van den heer P. J. Haaxman te Rotterdam het gevolg van die keuze is geweest; dat de heer Haaxman echter gemeend heeft voor die benoeming te moeten bedanken, en daarop door de Perm. Comm. aan de Depart. is verzocht geworden op nieuw te kiezen uiteen opgegeven tweetal, zijnde de heer C. H. v, Ank u m te Groningen, die met den heer Haaxman op het eerste tweetal stond, en de heer G. H. Eshu ij s te Rotterdam, die na de beide andere HH. de meeste stemmen op zich vereenigd had bij de eerste aanbeveling door de Departementen. Eender Departementen van oordeel zijnde, dat er eene geheel nieuwe keuze moest geschieden door de Departementen zelve, heeft beweerd dat de wijze waarop de Perm. Comm. gemeend heeft in deze te moeten handelen, niet den wensch der Departementen uitdrukt, ten gevolge waarvan de Perm. Comm. deze kwestie inde vergadering van het Hoofdbestuur heeft gebragt, en de algemeene vergadering nu daaromtrent moet beslissen. Verder deelt de Voorzitter als praeadvies van het Hoofdbestuur mede, om of de nieuwe keuze te doen plaats hebben op de wijze door de Perm. Commissie voorgesteld, of eene geheel nieuwe opgave van de Departementen te vragen, maar niet uit het gemaakte achttal twee nieuwe candidaten te kiezen,

257