V»Q arsenik absoluut vrij zwavelzuur te bekomen. Nadat zij §edurende meer dan een uur lang zoutzuurgas door het bijna op het kookpunt toe verhitte zuur gedreven hadden, vonden zij , dat wel het grootste gedeelte van het arsenik Paruit verdwenen was, maar dat er toch nog eene niet °Qaanzienlijke hoeveelheid van was terug gebleven. Ook trachtte en eveneens vruchteloos, het zwavelzuur J 7 °°r verhitting met zontznurgas volkomen van arsenik te ''rijden (1). Nadat Buchner nader kennis genomen had met den leer*a|tien arbeid van Bussj en Buignet, zegt hij, geen a°genblik langer in twijfel te staan , omtrent de oorzaak van ®t verschil hunner gemeenschappelijke naarneraingen. Bo-VeQgenoemde scheikundigen hebben namelijk door eene reeks *eer naauwkeungo proeven bewezen , dat het arsenik in het "ariuede bedoelde ruwe zwavelzuur meestentijds als acidnm 4racuicicuia en slechts zelden als acidnm arsenicosnm daarin Vervat is. weten echter door proeven, door H. Rosé voor bijna Vljf jaren over de verschillende verhouding van de zoutzure lossingen van de oxyden van arsenicum bekend gemaakt (2), acidnm arsenieienm met zoutzuur niet, of zeer onvolko-11leO i ; chlorarsenik veranderd en vervlugt gd wordt. Buch-6r houdt het voor nuttig de scheikundigen aan dit feit te Minneren. Rosé zegt namelijk : „Wanneer eene waterige Róssing van arsenigznur met salpeterzuur vermengd en aan 6 destillatie onderworpen wordt , zoo bevat het destillaat arsenik ~ Jat als arsenikznur in da retort terug blijft. heeft plaats als men eene zoutzure oplossing van met salpeterzuur vermengt en aan de destillatie ader. erpt. Ook bj toevoeging van chloras kallens met elptZUUr eene wat®l’ige oplossing van arsenigznur of door 'üriumgas door eene oplossing van arsenigznur en zont- Journ. of the Chemical Society XV, 52, Wonatsbericht der k, Akademie der Wissenschaften zu Berlin "“««lier 1856.

167