welke geheel uit den handel verdreven zijn, niet alleen veel verkocht wordt inde plaats van het hars uit de ware jalappe»

maar ook meestal verwerkt wordt ter bekoming der jalapin* pura. Ofschoon het ontegensprekelijk is, dat het hars der jalappesteugels uiteen geneeskundig oogpunt beschouwd, vol* strekt niet achterstaat hij dat der echte jalappe, zoo is het echter niet geoorloofd ze te gebruiken. Beide harsen bezitten een verschillend oplosbaar vermogen in aether en in het pulvis jalapae is bet poeder van den jalappestengel gemakkelijk te onderkennen door den vorm en de beduidend minder6 grootte van de zetmeelbolletjes. Bernatzik onderscheidt naar den vorm, oppervlakte, struktuur en kleur de volgende typen van den «aren ja' lappewortel. a. liondacldige vormen 1. Bolronde , ovale , ei- of peer' vormige stukken ter groote van okkernoten tot hoender' eijeren , digt fijn rimpelig , zonder diepe en wijde kloven ot> zonder bulten , meestal donkerbruin tot zwartbruin , com' pact, hard, zwaar, op de snede met een zwarten rand' zoom begrensd, in water sterk opwellende. Door droog®8 verliezen zij gemiddeld 8,8 pCt. Zij leveren met alcoh®' van 92 pCt. getrokken eene rijnwijngele tinctuur. De hoeveel' heid hars bedraagt gemiddeld 17,1 pCt. Een zeer schoon® ontwikkelde wortel gaf, hoewel zij zeer hard en zwaar wa®> bijna 2,3 pCt. minder had. Eene goede jalappe kan alz°° 15 pCt. hars opleveren. 2. Eonde, langwerpige of peervormige stukken bened®8 de grootte van walnoten. Het zijnde slecht ontwikkelde jonge wortelen. Bij het droogen verliezen zij gemiddeld 10,23 De tinctuur is rijnwijngeel. Zij geven gemiddeld 8,13 pCt haf8' 3. Wortelknollen voor het meerendeel peer- en dadetv®1, mig, aan het eene einde zeer versmalt en toegespitst, het andere einde verbreedt, verschillend van grootte, m®® zonder fijne en digte rimpeligheid, daarentegen glad, eet"? zins glanzend, met vlakke, dikwijls dieploopende kloven eD onregelmatige bulten , grijsbruin, roodachtig tot zwartbrui8 J meestal dik van structuur, hard en minder zwaar dan

272