darmkanaal wordt het Kajoe Timor op Batavia minder go* bruikt dan het Kajoe oelar, hout van Strjchnos ligustriae of

S. colubrina L. der Loganiaeeae. Yan het echte slangenhout, Bidara laut, zou slechts eene soort bestaan, dat in Banjoewangie voorkomt, volgens leysman. Dit hout wordt ook Bidara pahit, Kajoe oelar, slangen* hout genaamd. Maar inde Molukken , soms ook te Ban* joewangie, wordt onder den naam van Bidara laut eene geheel andere plant bedoeld en wel eene Rhamnus Widoro bij Horsfield, Bidara Maleisch genaamd, of Zizyphus jujuba La m. en behoort tot de Ehamneae. Kajoe Timor, Strychnos muricata, onderscheidt zich on* middellijk door de roode kleur van het echte slangenhout, Strychnos colubrina, Kajoe oelar, en het laatste van de Bidara zizyphus , jujuba, door zijn zeer bitteren smaak. De Strychnos nux vomica , de Strychnos colubrina en de Strychnos ignatia worden op de bazars in Eugelsch-Indië verkocht en zijn als vergiften bekend. Het slangenhout, Strychnos colubrina Wit (Aroy tjoenkangkang, Sund., Aroy kitjepotgoenong, Sund.) wordt te Batavia onder deEuropesche famiiiën als huismiddel gebruikt, maar het is op de Bazars moeijelijk te verkrijgen en daarom wordt vaak dit hout inde Europesche apotheken gekocht. Het harde slangenhout, dat lichtgeel van kleur en zondet reuk is, wordt met glas geschrapt en dan het schrapsel 1 theelepeltje op 3 oneen koud water, des nachts getrokken en bij het opstaan des morgens vroeg het aftreksel gedronken* 10. De stengel van den Cocculus crispus Dc, (Poetra TfSlü)’ Cocculus verrucosus Wallich. Finospora crispa Miers (fa®* Menispermaceae) (1). Volgens Altheer wordt deze plant soms verwisseld m®*' aanverwante planten en zoude de Cocculus crispus niet sj' noniem zijn met Anamirta Cocculus of Menispermum Coc* (1) Kloete Nortier vermeldt (Tijdschrift 1861, p. 4) de volgend 6 Synoniemen van de Poetrawalie: Stipites Anamirtae, Coceulns Wght. e# Arnott, Cocculus suberosus en lacunosus Dc. en Menispermum Cocculus U Tuba baccifera Rpb. p j H.

312