oplossingen van koperzout gedreven, het koper kristalvorm1!? af. Zulks wordt in grootere mate waargenomen, als men d° inwerking in eeno toegesmolten buis doet plaats grijpen. blijft zeer weinig koper inde oplossing. Yerder spreekt de verhouding van het enkelvoudig zwavelkoper voor deze vef' klaring. Wordt dit bij 200° met zwaveligzuur behandeld, z°° wordt dit laatste wel ontleed, maar er heeft geen afsche1' ding van zwavel plaats. Er ontstaat vrij zwavelzuur. schrijver vondt bij eene proef een gehalte van 72,2 pOt., welk overeenkomt met de formule Cu S3. Koperoxyd m zwaveligzuur behandeld geeft, zooals bekend is, een rood' bruin zout van de formule Cu S03 + Cu3 O S02 + Wordt dit zout met water hij 2000 verhit, zoo bekomt ml3B na verloop van eenige uren kristallyne blaadjes van lisch koper. Inde vloeistof is zwavelzuur, zwaveligzuur c° zwavelzuur koperoxyd. Kwik wordt door zwaveligzuur weinig aangetast, het züOÏ wordt onder uitscheiding van zwavel ontleed en het metaal word*' met eene dunne bruine huid van zwavelkwik overtrokke8' Zilver op dezelfde wijze behandeld geeft zwavelzilver, dat duidelijk onder het mikroskoop de verbroken vormen v!l° het natuurlijk zwavelglans vertoont. Dezelfde kristallen werden bekomen, toen hij zwaveligzuuC op nitras argenticus liet inwerken. Chlorzilver loopt tot ceß donker gekleurd vlies tezamen, doch wordt zelf niet leed, terwijl het de ontleding van het zwaveligzuur verhindeI’*''1’*'' Sulphis argenticus met water op 300° verhit vervalt sulphas argenticus en gekristalliseerd metallisch zilver, onder het mikroskoop inden vorm van octaëders en hexaëd^8 zich vertoont. Metallisch zilver met zwavel en water geeft slechts amorph zwavelzilver. Goud en platina blijven met zwaveligzuur verhit onver80 derd. Oplossing van chloretum platiuicum wordt door z'v3 veligzuur ontkleurd; wordt het in dien toestand in °ellC buis opgesloten en op 200° verhit, zoo zondert zich in k°r ten tijd al het platina af inden vorm van zwart volumm®1*9 praecipitaat, als bisulphuretum platiuicum.

324