de uiterst bitter smakende Kundah- of Tulucunak-olie geperst, die door de inboorlingen als een inwendig geneesmiddel ook tegen do kleine parasiten en als voor behoedmiddel tegen vliegende insekten gebruikt wordt. De zaden zouden in groote hoeveelheid gegeten vergiftig werken, terwijl zij zonder nadeel door varkens gegeten worden. Carapa Gujanensis Aubl. of Xylocarptcs Carapa Spr. behoort in West-Indië en Z. Amerika tehuis. De zaden leveren eene dergelijke maar dikkere olie als de vorige Carapasoort; ook de bast is van dergelijke hoedanigheid. De olie dient voornamelijk tot het insmereu van ijzeren gereedschappen om ze tegen roest te bewaren. (Hager’s pharniaceutiscJie Centralhalle 18G1 , N. 29.) Over eene nieuwe soort van Matico; door prof. R. Bentley. Onder den naam van Matico verstaan de bewoners van Centraal- en Zuid-Amerika de bladen van verschillende planten, welke gebruikt worden tot het stillen vanuit- en inwendige haemorrhagien, alsmede tegen verschillende andere ongesteldheden. Volgens de overlevering zou een Spaansch soldaat tijdens den bevrijdingsoorlog van de Spaansche overheersching de bloedstillende eigenschappen dezer bladen hebben onderkend, tijdens hij op het slagveld was achter gelaten en zijne wonde daarmede uit gebrek aan verbandlinnen bedekt had, ten einde het uitstroomende bloed te stelpen ; van daar de benaming „IJerm soldado , Polo de soldado” soldatenkruid, soldatenboom enz. Deze laatste benaming schijnt echter uitsluitend aan de bladen der boomachtige Malvacea Walteria glomerata Presl. toe te komen, welke in Panama wordt gebruikt. In Quito en Eiobamba is het vooral Eupalorium glutinosmn Kunth, wiens bladen als bloedstelpend middel dienen, terwijl wij ten onzent’ in Europa uitsluitend de bladen van

332