Artantha vlougata Mi q, eeue Piperacea van Peru onder den naam van Matico, bennen.

De bladen dezer plant werden inde Dublinsche en Noord-Ameribaansche pharmacopaea opgenomen, even zoo als zij ook bestemd is voor de nieuwe pharmacopoea van Groot-Brittannië. In Engeland heeft dit middel even als in Noord-Ameriba sedert lang het burgerregt verkregen; sedert het begin van den Amerikaanschen oorlog is aldaar de aanvraag echter naar deze plaat zoodanig gestegen, dat zij ontoereikend is geworden voor de behoefte en hare subititutie door de bladen eener andere species van Artantha schijnt bewerkstelligd te zijn. Daar de eigenschappen der eigenthjke folia Matico als bekend kunnen verondersteld worden, zoo merken wij op, dat Bcntley gelegenheid had, die onlangs voorkomende soort van Matico-bladen te onderzoeken en na vergelijking met de herbarium-exemplaren van verschillende Artanthe-species van het Britsch Museum te Londen tot het resultaat gekomen is, dat deze vorm van Artantha adunca Miq. afstamt, welke soort in alle tropische streken van Amerika in meerdere variëteiten voorkomt. Deze nieuwe soort van Matico bestaat uit meer of minder verbrokene, zamengedrukte en slechts los tegen elkander gedrukte bladen , waaronder, enkele geheele bladen , bloemen en fragmenten van takken zijn onder gemengd. De kleur is groenachtig, de reuk sterk, aangenaam specerijachtig , eenigzins prikkelend, overeenkomende met de officinale Matico; de smaak is eveneens sterk aromatisch. Be groote van het heele blad bedraagt 4—5 duim, soms nog meer; do breedte is duim; zij zijn langwerping lancetvormig, stekelpuntig, mucronatus, eenigzins ongelijk, aan de basis roodachtig; do steel is kort, aan de bovenzijde gevoord, aan de onderzijde afgerond, naar de basis toe eenigzins verdikt, eenigzins ruwharig. De boven oppervlakte is donkergroen , mat, meestal eenigzins ruw; ieder blad vertoont 4—G afwisselend , uit de middenrib komende, evenwijdig loopende aderen , welke naar do punt van het blad

333