Het resultaat van dezen arbeid van Grandeau met betrekking tot bet opsporen der digitaline, is als volgt:

1. Dialyse der digitaline, 100 c, c. gedestilleerd water, daarin 0,01 zuivere digitaline waren opgelost, werden inden dialiaator gebragt. Na verloop van 24 uren werd het vocht in het buitenste vat was gekomen zeer voorzigtig tot droog uitgedampt ineen vooraf afgewogen platina schaaltje. ®r bleef een overschot terug, ’t welk juist 0,01 woog, dat zber bitter van smaak en volkomen de eigenschappen der digitaline bezat. Het vocht dat nog inden dialisator was overgebleven, werd eveneens tot droog verdampt ineen afgewogen platinaschaal; er bleef geen overschot terug, waaruit bleek, dat ®d de digitaline in het gedialyseerde vocht was overgegaan. 2. Dialyse van urine, bevattende 0,01 digitaline, In 45 c. c. hormale urine werden 2 c. c. eener oplossing, bevattende Q>so zuivere digitaline op 100 e. c. water gebragt; na ver» ioop van 18 uren werd de dialyse onderbroken en het vocht van het buitenste vat (circa 300 c. c.) tot droog uitgedampt, tiet naauwelijks gekleurde produkt werd met alcohol behandeld ; de alcoholische oplossing tot droog verdampt, vertoonde al de eigenschappen der digitaline en wel even Scherp, als het residu van 2 c. c. der normale oplossing van digitaline. De inhoud van den dialysator werd afzonderlijk hitgedampt; het overschot was bruin; dit werd met alcohol Van 95° behandeld; inde groenachtige oplossing konden sporen van digitaline worden aangetoond. De dialyse was hier niet volkomen. 3. Dialyse van morphine, Irucine en digitaline, met dierlijke Setfstandigheden vermengd, De maag en ingewanden vaneen hond, werden met water van 25 a 80° gedurende 2 uren gedigereerd, waarna het geelachtige vocht dooreen doek gocoleerd werd. Hiervan werden vier gelijke deelen gemaakt, van 250 c. c.: bij het eerste deel werden gedaan 0,04 digitaline, bij het tweede 0,02 brueine, hij het derde 0,02 hydrochloras morphicus , terwijl het vierde onveranderd geiten werd.

343