Inde andere klok daarentegen, waaronder de zaden zich in eenen met zwavelkoolstofdampen vermengden dampkring

bevonden, vertoonde zich zelfs na verloop van eenige dagen öog geen spoor van kiemvorming. Dat intnsschen het kiemvermogen niet vernietigd was en alzoo de zwavelkoolstof geone uadeelige werking uitoefent, maarde lucht inwikkelt of de toetreding der lucht terughoudt, blijkt daaruit, dat deze zaden, nadat zij eenige dagen in versche lucht gelegen hadden, begonnen te kiemen en zich volkomen ontwikkelden , zoodat alzoo door de zwavelkoolstof geenszins eene blijvende schadelijke werking uitgeoefend was geworden. De vraag: of het nu mogelijk zou zijn, ook bij longlijden , van eene zwakke zwavelkoolstof-atmospheer even als van teerdampen gebruik te maken, hoopt de schrijver later door opzettelijke proefnemingen welligt te beantwoorden. (Buchner’s neues Repert. für Pharmacie 1864, No. 7.) Analyse van galsteenen; door Thudichum. De tot poeder gebragte steen wordt bij kleine gedeelten te gelijk in heeten benzol gedaan. Cholesterin en eenige galstoffen worden opgelost, terwijl galkleurstot, phosphaten der aarden en aardzouten der vette zuren onveranderd gesuspendeerd blijven. De vloeistof wordt gefiltreerd en het op het filter blijvend overschot herhaaldelijk met benzol en eindelijk met kouden alcohol uitgewasschen en gedroogd. Hetgeen terugblijft is een bruin poeder, dat op het filter door aether, waarbij een weinig salpeterzuur gevoegd is, van de vetzuren bevrijd wordt. Deze bekomt men dan na afdestillering van den aether in korrelig kristallijnen staat. Behandelt men nu het met aether uitgetrokken restant met Water, zoo lost deze de phosphas en nitras calcicus en taagnesieus op , welke na de verdamping der oplossing en tot aschbranding van het overblijvende, als phosphorzure en koolzure aarden, soms door koper blaauw gekleurd, terugblijven. De met salpeterzuur bedeelde aether en met water

373