De wet op de vervalsching van levensmiddelen enz. is voorloopig van den rooster der te behandelen wetsontwerpen afgenomen! Wij vestigen de aandacht op een belangrijk artikel in N°. 2 (187«) van het Tijdschrift: De Gezondheid, van de hand van dr. I). Lub ach, getiteld: *Drinkwater en ziekte”, waarin tegenover de stellingen van dr. Nageli, die bolanicus maar geen geneeskundige is, een tal feiten op het gebied der geneeskunst aangehaald wordt als bewijzen van het onmiskenbaar verband tusschen het gebruik van slecht drinkwater en ziektetoestanden. De ervaring van de geneeskundigen zal, hopen wij, in deze dagen van twijfel zorgeloosheid verdrijven, allicht het gevolg der nieuwe leer, die in zake de fiecaliënkwestie zoowel in dr. Lubach (Album der Natuur) als in dr. Overbeek de Meijer (Nieuwe Eoiterd. Courant) ernstige bestrijding heeft gevonden. Aan de commissiën tot visitaties der apotheken in Erankrijk is van hooger hand opgedragen te letten op een loodgehalte in Mras Wsmtltllkus baskllS. Nader worden daaromtrent de volgende bijzonderheden medegedeeld. Niettegenstaande zijne vluchtigheid bevat, het bismuth, hetwelk voor de bereiding van bismuthnitraat gebezigd wordt, dikwijls, hoewel niet altijd, loodoxyde. Dit blijkt althans uit de onderzoekingen van Prof. C ar nol, 'maar tevens dat het loodgehalte niet aanzienlijk is, want bij het onderzoek van 7 proeven bismuthnitraat uit pharmaceutische fabrieken bevond hij in allen lood van 1 tot 10 per 1000 deelen, een gehalte dat geen groot bezwaar zou opleveren bij de geringere doses, maar wel bij grootere doses bijv. van 10 tot 20 gram per dag, in welke dosis dus de zieke tegelijkertijd 100 tot 200 milligram loodoxyde inneemt. Deze geringe hoeveelheid lood is niet te herkennen door het oplossen van het praeparaat in chloorwaterstofzuur, want de geringe hoeveelheid loodchloride zou dan ook opgelost blijven. Het is noodig het praeparaat in salpeterzuur op te lossen, de overmaat van zuur te verdrijven en dan het overblijvende, helder afgefi'ltreerd, met zwavelzuur te behandelen. Voor de quantitatieve analyse geeft Carnot den volgenden vrij omslachtigen weg aan. Men behandelt in eene porseleinen behaal 10 20 gram nitras bismuthicus basicus met geconcentreerd chloorwaterstofzuur, dampt de oplossing bijna tot stroopdikte in, maakt haar een weinig zuur, om haar volkomen vloeibaar te maken, voegt alsdan eenige droppels zwavelzuur bij, roert goed om en doet er dan 30—40 c.M. .gerectificeerde!! spiritus bij. Is de spiritus niet sterk genoeg, dan kan het bismuthchloride gedeeltelijk ontleed en de vloeistof troebel worden, hetwelk men door eenige droppels chloorwaterstofzuur verhelpt. Men laat haar gedurende een dag in rust, schenkt haar dan op ;een klein filter af, wascht af met gerectificeerden spiritus, die met 2—3 droppels geconcentreerd chloorwaterstofzuur zuur gemaakt is, en eindelijk met zuiveren spiritus. Na het drogen scheidt men het praecipitaat van het filter en verbrandt dit afzonderlijk; men brengt de asch met het achterblijvende in eene zeer kleine , getarreerde porseleinen schaal, bevochtigt met zwavelzuur, verdampt en verhit tet roodjloeien; dan bepaalt men het gewicht van het zwavellood. Om zich te overtuigen dat het sulphaat geen bismuth bevat, lost men het in een paar droppels chloorwaterstofzuur op, verwarmt een weinig, voegt vervolgens spiritus bij en schenkt de .heldere vloeistof in gedestilleerd water af; de geringste sporen bismuih doen het water opaliseeren door de vorming van bismuthoxychloride. Het komt soms voor, dat bismuthnitraat een weinig kalk bevat, in welk geval het opvolgen van de beschreven methode het gevaar oplevert, dat men het loodgehalte te hoog stelt, dewijl men de beide in spiritus oplosbare sulphaten samm weegt. Men mag in dat geval het zwavelzuur niet aanwenden, maar brengt het bezinksel van loodchloride, inden gerectificeerden spiritus ontstaan, op

een getarreerd filter, wascht het, droogt het en weegt het. Bij den dood vim een Engelschen geneesheer schrijft een Engelsch pharmaceutisch blad het volgende: Dr. 11. Jephson te Leamington, een beroemde naam als geneeskundige bij de oudere pharmaceuten wel bekend, is dezer dagen overleden. Hij heeft het hoogste inkomen gehad dat vaneen arts tot heden bekend is, slechts te vergelijken met dat van wijlen dr. Bright te Savile lïow. De dood van laatstgenoemden was een waar pecunieel verlies voor de pharmacie van het Westend te Londen. Evenals de zieken de koets van dr. Jephson naliepen, zoo moest ook dr. Bright aan zijne morgenpatienten door eene achterdeur ontvlieden en er verlliepeu soms twee tot drie dagen, eer men hem consulteeren kon. Dr. Jephson ontving gedurende zijne 20jarige praktijk fabelachtige sommen; in eenige jaren bedroeg zijn inkomen 240,000 gulden, eens zelfs omstreeks 300,000 gulden, De enorme inspanning aan zulk eene praktijk verbonden ondermijnde langzamerhand zijne gezondheid; ten laatste verloor hij liet gezicht. Een groothandelaar in drogerijen te Londen is veroordeeld wegens den verkoop van violenpoeder, hetw'elk 25 —2B pet. arsenik bevatte. Het gebruik van het poeder is in 28 gevallen bewezen, in 12 of 13 met doodelijken afloop. Inde Dissertatie tot het verkrijgen van den graad van Magister der pharmacie aan de Universiteit te . Dorpat door A. Siackmann, tot titel voerend: //Studiën ueber die Zusammensetzung des Huizes”, wordt o. a. medegedeeld, dat het verkrijgen der zuivere cellulose het best geschiedt door het hout gedurende 36 uren met chloorwater uitte trekken (volgens Eremy en Terreil) en verder met een mengsel van kaliurnchloraat en salpeterzuur (volgens Schulze) gedurende 2 a 3 dagen (inde verhouding van 50 deelen salpeterzuur van 1,1.6 soort. gew. tot 1 deel kaliurnchloraat) te behandelen De formule voor cellulose verschilt, wat het watergehalte betreft, naar de houten, waaruit zij verkregen is. Cellulose uit coniferenhout heeft tot formule : 5 C« Hlq 05 -f- EL O, uit noothout: 5 Cs 1110 Os + 3 H._, O, uit de overige houten: 3 C 6 1I10 05 + IL O Hieraan sluit de formule, die Nfigeli en Sachse voor het zetmeel gevonden hebben: 6 Cs Hio Os -f- IL O, waaruit dus blijkt, dat het als eene hydroverbinding moet beschouwd worden. Wij ontvingen wederom een artikel, behelzende klachten over de militaire pharmacie in Indië. Wij vermeenen echter beter te doen de plaatsing van herhalingen der vroegere klachten voorlooptg uitte stellen, dewijl er, naar ons van bevoegde zijde verzekerd werd, veel overdrijving is inde voorstelling van den toestand en men vertrouwen mag, dat aan gegronde klachten, ter kennis der bevoegde autoriteit gebracht, tegemoet gekomen zal worden. Boekaankondiging. Eenige eenvoudige manieren om Vervalsching van Levensmiddelen op te sporen, door M. v. E. Arnhem. 11. W, van Marle. 1878. De schrijver verhaalt in het voorbericht, dat hij na het verschijnen vaneen boekje over hetzelfde onderwerp, waarvan eene huismoeder en een scheikundige als de schrijvers genoemd werden, voornemens was de rest van zijn manuscript (het eerste gedeelte was reeds opgenomen inde Arnhemsche Courant) ten vure te doemen, maar, nog even de stoutheid hebbende dit werkje in te zien, bemerkte hij spoedig, dat een scheikundige wel onschuldig aan de vervaardiging moest zijn. Wanneer men nu het werkje, hetwelk wij hierboven aankondigden, doorleest, dan komt men waarlijk ook tot de

overtuiging van de onschuld van M. v. E. als Men leze bijv. de wijze, waarop N.B. aan leeken opgegeven wordt, hoe zij gips in meel herkennen kunnen, en nog wel in eene huiskamer. De schrijver laat win een reageerbuisje een eierlepel meel en daarop ongeveer een eetlepel vol geconcentreerd salpeterzuur doen”. //Alleen zorge men geen zilveren eetlepel te gebruiken!’’ (Misschien dan een van tin of van compositie?). //Dit mengsel verwarmt men een weinig boven een spiritusvlarnmetje, dra lost zich het meel in het zuur op of zet zich als schuim boven af” enz. Welk scheikundige zal eene proef met zulk een sterk lichaam als salpeterzuur op dezf wijze verrichten, laat staan, aan het publiek in huiskamers aanbevehn?! Voor het onderzoek van drinkwater op salpeterigzüur laat de schrijver bij het water eenige droppels geconcentreerd zwavelzuur voegen en vervolgens bij dit mengeel wat joodkalium-zetmeeloplossing voegen. De bereiding dezer oplossing nu wordt in eene noot aldus beschreven : //De apotheker maakt deze oplossing door 1 deel joodkalium met 2 deelen zetmeel (stijfsel) en 10 deelen gedestilleerd water ouder voortdurend verwarmen ineen porseleinen schaaltje te verhitten tot eene stijfsel,achtige massa ontstaat.” De apotheker, die als scheikundige gewoon is reagentiën te bereiden, zal het zoo wel niet doen, maar bij dunne versch bereide stijfselpap eene oplossing van ioodkalium voegen, want het reagens op de wijze des schrijvers bereid, zal ook bij het zuiverste water violet worden. Ness'er’s (niet Neszler’s) reagens bij eiken apotheker te verkrijgen (?) is geen geschikte stof in handen van den leek en zijne toepassing is niet zoo eenvoudig als de schrijver vermeldt. Eindelijk dat men bij het bier bittere aromatieke stoffen voegt, als gentiopicrine, absinthiine (niet „absinthin”) enz., kan de schrijver niet gemeend hebben, wel de planten, die deze stoffen bevatten. //Colchine”, drukfout voor //Colchicine”. Overigens bevat het boekje menigen nuttigen wenk en vooral de beschrijving van- het onderzoek van melk met den lactodensimeter, benevens de daarbij beboerende tabellen voor de temperatuur-reductie, zijn duidelijk en praktisch. Als gebruikelijke vervalschingen van aetheerLche oliën zijn door Leonhardï de volgende vermeld: anijsolie tot voor 90 °/0 met vermengd; corianderolie met kleurlooze gerectificeerde olie van oranjeschillen (te herkennen doordat corianderolie in elke verhouding in 90 percentigen spiritus oplost); bergamotolie met appelsinaolie (op gelijke wijze te herkennen); karwijolie met terpentijnolie enz. (te herkennen door de verhouding tegenover iodium en 90 percentigèu spiritus, met welken de zuivere karwijolie eene heldere, de met terpentijnolie vermengde eene troebele oplossing geeft ; Amerikaansche pepermentolie van 11. G. Holtsch te Lyons, Mayue County met gerectificeerde sassafrasolie. Om spiritus in aetheerische oliën te herkennen, wordt anilinerood (fuchsine) aanbevolen. Men droppelt de te onderzoeken olie op eenige korreltjes fuchsine. Is de olie zuiver, zoo verandert de kleur niet; is spiritus aanwezig, dan ontstaat er eene roode kleur. Persoonlijke aangelegenheden. De apotheek van den heer Stewe te Nijkerk is onlangs opgeheven. Openlijke correspondentie. Men vraagt ons, wTat men te verstaan hebbe onder elatine op een Eransch recept? Elatina El at er %na (Ca. FLsCL) is eene kristalliine bitterstof uit Ecbolium Elahtrium, Richard (Uononiica Elmenurn Limi ), te bereiden uit Extractum El .terii, door opvolgende behandeling met loodghd, water, houtskool, spiritus, aether, eindelijk weder met spiritus. De zeer bntere zelfstandigheid is onoplosbaar in water en glycerine, zeer gemakkelijk oplosbaar in kokenden spiritus, ook oplosbaar in chloroform, ammonia liquida, kali en natronloog; in geconcentreerd zwavelzuur met eene donkerroode kleur, Maximaaldosis, 15 milligram, per dag fiü milligram.