(V -t V- ' ' '~x . – 15c Jaargang. 1 December 1878. %4i } ja, 31

PHARMACEUTISCH WEEKBLAD

VOOE HsTZBIDJBIBXi.A.ZETX). Voor Apothekers en Apotheekhoudende Geneeskundigen. Redacteur: B. J. OPWIJRDA, te Nijmegen.

Prijs per Jaargang, franco per post, / 5,20. " " " UITGEVER- " – —— Advertentiën: van I—s regels f 1,—, elke regel meer 20 Cts. en * s^u^en > welke men wenscht opgenomen te zien, worden ui terlijk 10 Cts. voor een N». van het blad. D. B. CENTEN, Woensdag-morgen verwacht bij den Kedacteur. -ten Abonnements-tanef is op aanvrage verkrijgbaar. amstppdam T, ~ , x. _ AMSTERDAM- De Advertentieu uiterlijk Vrijdag-avond bij den Uitgever.

Mededeelmgen. Ingezonden stukken. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft ter kennis gebracht van belanghebbenden, dat de Commissie, belast met het afnemen van de examens van apotheker, zal zitting houden op Maandag 9 December e. k. en volgende dagen te Amsterdam. Naar aanleiding van opmerkingen in het Kamerverslag nopens Hoofdstuk V der Staatsbegrooting wordt door den Minister in zijne Memorie van Beantwoording o- a. gezegd: dat de beraadslagingen over strafbepalingen tegen vervalsching van levensmiddelen tot de behandeling van het strafwetboek moeten aangehouden worden; en dat de door sommigen verlangde opheffing der geneeskundige raden ondenkbaar is zonder algeheele herziening der geneeskundige wet, terwijl het ongunstig oordeel over die colleges waarschijnlijk berust op de eenzijdige beschouwingen van hun werkkring. Voor een pharmaceutisch laboratorium te Leiden was een lokaal aangewezen, dat gebleken is niet ont- te kunnen worden. Nu wordt naar eene lijdelijke inrichting er van ineen der Universiteitsgebouwen gestreefd. Weledele heer Redakieur, In N°. 13, Jaargang 15, van uw Weekblad wenscht de heer Teljer de beantwoording der vraag: //Is het mogelijk chemisch zuiver natriumhypophosphiet te bereiden en zoo ja, op welke wijze?” Wellicht kan de vermelding van eenige opmerkingen, die ik voor een paar jaren met hypophosphieten maakte, den heer Teljer hierin van dienst zijn, al staan zij ook niet alle met genoemde vraag rechtstreeks in verband. Vooraf zij opgemerkt, dat het lang bekend is, dat de bereiding van natriumhypophosphiet door inwerking van phosphorus of natronloog niet tot een praktisch resultaat voert. Dit laat zich gereedelijk verklaren uit de eigenschap der hypophosphieten om zich in alkalische oplossingen des te sneller te oxydeeren naar mate die basis sterker en in meer geconcentreerden staat voorhanden is. Geheel in overeenstemming is dit met de feiten, dat bij verhitting van phosphorus met sterke kali- of natronloog veel phosphiet optreedt en eveneens dat hypophosphieten met sterke kali- of natronloog gekookt onder waterstof-ontwikkeling in phosphiet en phosphaat overgaan. Behalve nu de vorming van groote hoeveelheden phosphiet, doet zich bij bovengenoemde wijze van bereiding nog het ongemak voor, 'dat al het gevormd phosphiet zoowel als het phosphaat, benevens het in groote overmaat voorhanden zijnde alkali opgelost zijn en deze tamelijk moeilijk geheel zijn te verwijderen. Naaf mijne meening kon dan ook die zuivering niet rationeel geschieden door, zooals de heer Teljer deed, eenvoudig uitte trekken met spiritus rectificatissimus, dewijl een gedeelte van het vrije alkali daarbij in oplossing komt en dit aanleiding kan zijn bij de vrijwillige verdamping

van den alcohol, dat I°. het hypophosphiet niet zoo gemakkelijk kristalliseert (ook in verband met de groote hygroscopiciteit van het zout), 2°. zich een kristallijn praecipitaat van natriumcarbonaat kan vormen en B°. nog onveranderd hypophosphiet zich tot phosphiet kan oxydeeren. Zonder twijfel had de heer Teljer eenigszins beter resultaat kunnen verkrijgen, door vóór de uittrekking met alcohol, volgens gebruikelijke methode, zooveel natriumhydrocarbonaat toe te voegen, dat alle vrije alkali zich in carbonaat had kunnen omzetten. Evenwel voorkomt men hiermede niet de verontreiniging met reeds voorhanden phosphiet. Wat betreft de bereiding van zuiver hypophosphiet met kalkmelk in plaats van natron, al heeft die base boven natron belangrijke voordeelen zoowel wat geringere vorming van phosphiet en phosphaat gedurende debereiding als de gemakkelijker verwijdering daarvan, te gelijkertijd met de overmaat van vrije base, aangaat, zoo is het mij even min als den heer Teljer gelukt een geheel zuiver praeparaat volgens het voorschrift der Pharmacopoea te bereiden. Het bedrag dier onzuiverheden was wel is waar soms zeer gering, enkele malen echter bijna 5 percent aan phosphiet en phosphaat. Niet te verwonderen is het, dat een, uit zoodanig calcium hypophosphiet volgens het voorschrift der Pharmacopoea bereid, natriumzout steeds met phosphiet zal zijn verontreinigd ; maar ook al ware dit calciumzout volkomen zuiver, dan nog is de bereiding van zuiver natriumhypophosphiet volgens dat voorschrift niet mogelijk, daar het mij bleek, dat alleen verdamping op waterbad van eene spiritueuze oplossing van geheel zuiver natriumhypophosphiet voldoende is om duidelijke hoeveelheden phosphiet te doen ontstaan. Geheel zuiver verkreeg ik dit zout, nadat ik te vergeefs getracht had het volgens de Pharmacopoea te bereiden met dit onderscheid, dat ik in plaats van calciumhypophosphiet eenè heldere geconcentreerde oplossing van baryumhypophosphiet (derhalve phosphiet-vrij) aanwendde, op de volgende wijze : 25 Gram phosphiethoudend natriumhypophosphiet van den handel en 1 gram baryumhypophosphiet (voldoende om al het voorhanden phosphorig- en phosphorzuur te praecipiteeren) werden gemengd en hierbij zooveel water gevoegd dat het volumen der oplossing hoogstens 50 C.C. bedroeg. Na eenigen tijd werd zonder filtreeren circa het viervoudig volumen absolute alkohol toegevoegd en het mengsel weder eenigen tijd in rust gelaten, Daarna werd gefiltreerd. Alle phosphorig- en phosphorzuur zijn hierdoor neergeslagen en bovendien bijna alle overmaat van baryt als hypophosphiet. Bij het heldere Altraat voegde ik spoorsgewijze zooveel van eene natriumsulphaat-oplossing als even toereikend was om de nog opgeloste baryt te praecipiteeren, daarna werd nog circa 100 C.C. absolute alkohol toegevoegd en nu geruimen tijd in rust gelaten. Het door filtratie of decanthatie verkregen heldere vocht werd daarna in ruimer kolf nog met circa 500 C.C. absoluten alkohol gemengd en dan zooveel absolute aether toegevoegd als noodig was om na krachtig schudden der vloeistof het hypophos-

pliiet te doen afscheiden. Het zout werd verzameld en ineen daartoe geschikt apparaat dooreen drogen luchtstroom van de laatste sporen alkohol en aether bevrijd. De aether—alkohol—vloeistof was na afscheiding van het zout volkomen neutraal en het zout, in naaldjes gekristalliseerd, loste volkomen in water en spiritus op en gaf niet de minste troebeling met baryt noch met loodacetaat. Eenmaal bevatte het een spoor zwavelzuur wegens te veel gebruikt natriumsulfaat. De vraag van den heer Teljer meen ik derhalve bevestigend te mogen beantwoorden en waarschijnlijk zijn er nog wel andere en gemakkelijker methoden uitte denken, die de bereiding vaneen phosphietvrij natriumhypophosphiet mogelijk maken. De bestaande methoden ter quantitieve bepaling van onderphosphorigzuur zijn betrekkelijk schaarsch te noemen. Behalve de twee gewichtsbepalingen de eene door verhitting met overmaat van sublimaat en weging van den gevormden calomel, de andere door oxydatie met kaliumchloraat en zoutzuur en bepaling van het Gevormde phosphorzuur, vond ik in Hage.r’s Vntersuchungen lp. 512 opgeteekend : Maassanalytisch lasst sich die unterphosphorige Saure bestimmen in der verdunnten sauer gemachten erwarmte Eosung nach dem Schema : j PO u. 4 Pe2 03 geben POsu, BEe O". Daar de beschrijving dezer methode niet op uitvoerigheid en nauwkeurigheid kan aanspraak maken, zoo heb ik, daar ik gaarne eene maatanalytische methode wenschte te bezitten, op verschillende wijzen getracht haar toe te passen. Hoe ik echter de uitvoering inrichtte, steeds verkreeg ik geheel onbevredigende resultaten. Zelfs bij langdurige verhitting (5 uren zacht koken) met overmaat van ferrichloride in verdunde zoutzure oplossing bleek hierbij door terugtitratie met stannochloride slechts ongeveer een derde der aanwezige hoeveelheid geoxydeerd te zijn. Dooreen paar mijner leerlingen te Nagasaki, de heeren Takokoski en Jamahutchi, liet ik toen enkele andere oxydatiemiddelen beproeven, zooals o. a. kaliumpermanganaat, kaliumdichromaat en ioodioodkalium. Evenwel bleek het ook bij dezen dat het niet zoo gemakkelijk is onderphosphorigzuur volkomen tot phosphorzuur te oxydeeren, zoodat directe titraties met genoemde oxydatiemiddelen geen van allen tot een gewenscht resultaat leidden. De oorzaak daarvan moet gezocht worden in het phosphorigzuur. Bij iedere oxydatie toch van het onderphosphorigzuur gaat dit vrij gemakkelijk in phosphorigzuur over maarde verdere en volkomen omzetting in phosphorzuur vereischt langdurige verhitting met overmaat van het oxydatiemiddel. Voor eene directe titratie kan het kaliumpermanganaat nog het best in aanmerking komen. Daar men echter de vloeistof met veel verdund zwavelzuur aangezuurd moet koken en dan nog de vorming van bruin