zelf bereidde, was het antwoord ontkennend, men ontving ze vaneen //soliede firma.” Nu mag eene firma nog zoo soliede of een collega nog zoo vertrouwd zijn, dit geeft geen voldoenden waarborg, dat het ontvangen praeparaat naar de eischen der kunst bereid is. leder van ons, die een bezoek bracht aan inrichtingen waar pharmaceutische praeparaten worden vervaardigd voor den handel, heeft opgemerkt, hoe een groot gedeelte van de bereiding is overgelaten aan personen, wier ontwikkeling of kennis niet de noodige waarborgen geeft voor eene goede uitvoering, die gewoonlijk niet in staat zijn om te beoordeelen of kleine afwijkingen van de voorgeschreven bereidingswijzen storenden invloed kunnen uitoefenen op het praeparaat, dat aan hunne zorgen werd toevertrouwd. De firma mag nog zoo soliede, de collega nog zoo vertrouwd zijn, zij kunnen niet instaan voor de nauwlettende zorg van het inde werkplaats arbeidende personeel. Naar mijne meening moet de apotheker de galenische praeparaten zelf bereiden; de Ph. iY. Ed. II heeft de bereidingswijzen niet opgenomen van scheikundige praeparaten, die fabriekmatig worden vervaardigd en waarvan het onderzoek door den apotheker geschieden kan; zij geeft hem daarenboven de noodige aanwijzing om dit laatste te doen. Zij nam daarentegen wel degelijk de bereiding van de galenica op, doch liet bij deze eene opgave van de kenmerken van deugdelijkheid achterwege; immers de nauwgezette en ervaren apotheker heeft hier een voorschrift, dat, behoorlijk gevolgd, geen ander dan een goed praeparaat geven kan. In het nommer van 28 Mei 1876 wordt door U in zekeren zin ook deze meening gedeeld; daar toch wordt door u gesproken van scheikundige praeparaten, die worden gekocht én verder dat dit ook kan plaats hebben met galenische praeparaten, extrakten b. v,, die de apotheker wegens het gemis aan gelegenheid om de grondstoffen aan te schaffen, aan gebrek van lokaliteit of onvoldoend hulppersoneel niet in staat is zelf te bereiden. Zeer terecht wordt er door u op gewezen, dat het onderzoek van de galenische praeparaten alleen oppervlakkig geschieden kan. Er wordt dus door u aangenomen, dat alleen dan, wanneer het onmogelijk is zelf te bereiden b. v. voor een apotheekhoudend geneeskundige ten platten lande, of voor een in bij uitstek ongunstige omstandigheden verkeerenden apotheker, het koopen van galenica te verdedigen is. In uw nommer van 2 Febr. 79 worden de uitzonderingen regel geacht, zijn althans de restricties van 28 Mei ’76 weggelaten. Veroorloof mij deze vraag. Hoe zal een apotheker, die nooit de extracten zelf bereidt, kunnen oordeelen, of hetgeen hij koopt, deugdelijk is? Laat hij het aankomen op het vertrouwen dat de soliditeit van de firma hem aanbiedt? Maar waarom dan de scheikundige praeparaten onderzocht? Hij zal toch deze niet koopen van eene firma, die hij niet vertrouwt ? De studie der pharmacie kon dan oneindig, eenvoudiger worden, en hij die kennis heeft van de gewichten, recepten lezen en geneesmiddelen ondereenmengen kan, is, mits hij van vertrouwde (wie bepaalt dat?) collega’s koopt, in staat om als apotheker op te treden. Controle van het hem toegezondene wat gewicht en prijs aanbelangt, is ook, wanneer hij met vertrouwde personen handelt, overbodig. Den Heer Fontein heeft in N°. 7 (18 Juni 1876) mijns inziens volkomen juist uiteengezet, dat de apotheker de galenica zelf bereiden moet; hij is verantwoordelijk en kan alleen dan voor zijne geneesmiddelen instaan, wanneer hij die praeparaten, welke op hunne deugdelijkheid niet behoorlijk kunnen worden onderzocht, zelf bereidt. Jaren lang was ik werkzaam inde apotheek van mijn vader, die buiten mij geen anderen assistent had. Voor zijne apotheek werden alle galenica bereid in

eene werkplaats, die wat gemakken en doelmatige inrichting betreft, werkelijk veel te wenschen overliet. Bij goeden wil kan men echter veel; voor noodzakelijkheid moet men bukken (18 Juni 1876) maar voor noodzakelijkheid moet niet worden uitgegeven, wat in hoofdzaak gemakzucht isl Wil de apotheker de achting en het vertrouwen, die hij nog geniet, niet verliezen, dan moet hij mijns inziens zich vooral hoeden niet uitsluitend te worden artsenijmenger. Hij moet blijven de artsenijbereider, die daar waar hij niet in staat is scheikundig te bewijzen, dat het door hem afgeleverde is, wat het wezen moet, in waarheid verzekeren kan, dat hetgeen hij gereedmaakte deugdelijk is, omdat hij zelf, en niet een vertrouwd collega, het noodige daarvoor, dat geen scheikundig onderzoek toeliet, bereidde. Met de opname van het bovenstaande acht zich aan u verplicht Uw dw. dn. Prof. H. Wefeks Bettxnk. Gaarne verzeker ik den heer W. 8., dat ik hij het schrijven van het besproken artikel in het nommer van 2 Febr. 1879 dezelfde restricties aannam als in het nommer van 28 Mei 1876. Ik haalde immers als eenig voorbeeld aan //sommige” extracten, en sprak van //nadere gelegenheid om de grondstoffen daartoe te verzamelen”, van de ,/noodzakelijkheid bij defectuur” enz., en bezigde dus slechts andere bewoordingen, waaruit, dunkt mij, geenszins af te leiden is, dat ik de uitzondering tot regel zou wenschen; ik zou integendeel dit met den heer W. B. zeer af keuren en betreuren. lied. Zeist, 4 Febr. 1879. Weledele heer! Ondergeteekenden betreuren met U de fouten door eene Nederlandsche drukkerij gemaakt, doch stellen ons daarvoor niet verantwoordelijk. Doch nu de hoofdzaak, hier nemen wijde verantwoordelijkheid geheel op ons, de Sal- Ammoniak-Pastilles, der Stein des Anstosses, hier moeten wij tegen uwe zienswijze protest inbrengen, deze is volstrekt niet de onze. Ten eerste zouden wij, indien hier te lande door Apothekers cxceptc misschien een enkele deze pastilles vervaardigd worden, geen Agentschap aangenomen hebben. Dat wij van deze soort van pastilles gezien hebben, was in één woord slechts van onaangenamen smaak en onooglijk voorkomen. Hier wordt een praeparaat in eleganten vorm, zooals een praeparaat zijn moet, indien het algemeenen bijval vinden zal, goed en niet duur (2 hoofdzaken) aan het publiek aangeboden, tegen een prijs, waarvoor geen Apotheker zich de moeite, tijd en kosten getroosten zal ze te maken, waarvan de bestellingen getuigen; de zoogenaamde zoute drop, die wij, Apothekers, ook verkoopen en niet zelf maken, is een geheel ander praeparaat. Dit praeparaat wordt in Duitschland door de meeste Apothekers verkocht, eenige Collegaas aldaar hebben zich ook met den verkoop en gros belast. Waarom zouden wij eene aanbieding aan onze firma gedaan van de hand wijzen? Ik vraag U in gemoede, welk Apotheker, die ten minste dergelijke zaken verkoopt, zal, indien deze drop goed en netjes verpakt op voordeelige voorwaarden aangeboden wordt, deze op die wijze in het klein zelf fabriceeren, met welk voordeel? wij ten minste moeten U bekennen, wij zouden den tijd daarvoor besteed betreuren. Aanbiedingen ons inden laatsten tijd onder de voordeeligste voorwaarden gedaan, hebben wij van de hand gewezen, omdat het zaken hetrof, die óns minder geschikt voorkwamen en waarin wij uwe zienswijze deelen, doch hier is het iets geheel anders, wij hebben hier met een handelsartikel te doen, dat elegant en goedkoop, alleen in het groot kan afgeleverd worden; alleen een

groot debiet kan kosten en moeite goed maken; de samenstelling is bekend, dus van gebeimmiddel geen kwestie. Uwe redeneering, laat het buitenland er buiten, gaat niet op; hoeveel zaken ontvangen wij uit het buitenland, zal indien iets goeds en degelijks hier te lande is, het buitenland dat niet ook van hier betrekken? als ieder land op zich zelf aangewezen was, wat zoude dat zijn, de handel is internationaal. De fabriek zal op onze uitdrukkelijke aanvraag steeds met de meeste accuratesse werken, wij zullen steeds zorg dragen aan HH. C. een goed en zuiver praeparaat inden elegantsten vorm te leveren. Wij kunnen dus in dit geval, Weledele heer, uwe zienswijze niet deelen, er zijn zeker meer praeparaten die de Apotheker kan bereiden, doch die tijd, moeite en kosten in aanmerking genomen niet loonen, indien hij het adres weet, waar hij deze goed en zuiver ontvangen kan. Wie deze zienswijze niet deelt, kan ook deze pastilles zelf vervaardigen, darum keine Feindschaft. Inde vaste overtuiging, dat wijdoor deze industrie niets ondernomen hebben wat met onze positie als Apotheker in conflict zoude komen of ten nadeele onzer collega’s was, teekenen wij met de meeste hoogachting: UEdeles I)w. Dienaren, Keaepblien & Holm. Serypervirens ontleent aan de //London Pall Mali Gazette” een geneesmiddel tegen dronkenschap, ontdekt door dr. Unger in Amerika, bestaande ineen spiritueus aftreksel van rooden kinabast (er wordt opgegeven 1 pond, waarschijnlijk 500 gram, tot poeder gewreven bast op een halven liter verdunden alcohol) tot op de helft verdampt, waarvan de patiënt de eerste twee dagen om de drie uren theelepelsgewijs, verder trapswijs verminderend tot een halven theelepel, 15, 10, eindelijk 5 droppels moet nemen. Inde eerste twee dagen wordt tevens de tong van tijd tot tijd met het vocht bestreken. De kuur duurt 5—15, soms 30, gemiddeld 7 dagen. Dr. U. vermeldt dat hij reeds 2500 dronkaards, zelfs van de ergste soort, er mede genezen heeft. Zeer zeker zijn wij het met Sempervirens eens, dat bij gunstig resultaat vooral in Nederland dit vermeerderd gebruik van kina zoowel patiënten als Gouvernements-onderneming te stade zou komen. Om collodiumwol volkomen te bevrijden van eene zure zelfstandigheid, die haar hardnekkig aanhangt, zoodat alle pogingen daartoe tot heden vruchteloos waren, behandelt men haar volgens Schering met eene oplossing van zwaveldioxide en wascht haar verder met water uit. Persoonlijke aangelegenheden. 1 Februari overleden de heer H. N. Rutgers, apotheker te Arnhem, inden ouderdom van 36 jaren. Bij het thans afgeloopen aanvullings-examen in het Universiteitsgebouw te Amsterdam, gehouden door de gewone commissie, heeft de militaire student (pharmaceut) K. Yerlaan, geboren te Zaandijk, een voldoend examen afgelegd voor de betrekking van militair apotheker bij het leger hier te lande. Als vervolg op onze mededeeling in N°. 37 diene, dat door Gedeputeerde Staten van Gelderland bij besluit van 21 Januari N°. 76 aan den tegenwoordigen geneeskundige te Barneveld, dr. J. Versteeg, het leveren van geneesmiddelen aan zijne lijders toegestaan is. Openlijke correspondentie. De heer van der Meer, apotheker te Kampen, verzoekt ons de vraag te stellen of ook iemand bekend is met de percentische samenstelling van de klierdroppels van dr. van Lohe?