Oorspronkelijke Mcdedeelingen.

Bijdrage tot de kennis der Cinchona Pahudiana; door dr. J. E. de Vrij. De heer dr. Miquel, hoogleeraar te Utrecht, heeft goedgevonden in bet tijdschrift „de Gids” van November 1.1., bij gelegenheid eener boekbeschouwing, op bladz. 325, 326 , 331 en 332 eene, om den zachtsten term te bezigen, onjuiste voorstelling gegeven van de kinakultuur op Java en wel inzonderheid van de door Howard alzoo genoemde Cinchona Pahudiana, waarvan hij volhoudt dat zij niets anders is dan de Cinchona Carabayensis Wed de 11. Ofschoon ik voor mij zelf de overtuiging had dat deze bewering geheel ongegrond is, zoo begreep ik toch in het belang der waarheid den heer ïïoward kennis te moeten geven van het bovengenoemd artikel inden Gids, met verzoek zijn gevoelen over die bewering van dr. Miquel ten opzigte der Cinchona Pahudiana te mogen vernemen. De heer Howard toch , die in het bezit is van goede specimina der Cinchona Pahudiana, die hij van Wedde 11 zelf en van goede specimina der Cinchona Pahudiana van Java die hij van mij ontvangen heeft, en tevens algemeen bekend als kundig kinoloog, vooral door de uitgave van zijn prachtwerk Nueva Quinologia, scheen mij toe de meest bevoegde autoriteit te zijn om het ware of onware der bewering van dr. Miquel te beslissen. Ik ontving van hem een antwoord in dato 1 December 1.1., met verlof om dien brief te publiceren, van welke vergunning ik nu gebruik maak door eene zooveel mogelijk letterlijke vertaling van zijn brief hier te laten volgen. IV., S., Ie J. 1