Indiƫ over te brengen in 1855 mislukt was, door den spoedig gevolgden dood van de drie te Darjeeling geplante Calisayaplantjes, besloot de engelsehe regering, in Junij 1859 , den heer Clements-Mark ham naar Zuid-Amerika te zenden ten einde aldaar kinaplanten en zaden te verzamelen. Ofschoon de door dien heer van daar medegebragte planten, ten gevolge der hitte inde Eoode zee, bij zijne aankomst te Madras in zulk een slechten staat verkeerden dat zij spoedig daarna gestorven zijn, had hij, tijdens zijn verblijf in Amerika, zulke doelmatige voorzorgen genomen om de toezending van goede kinazaden te verzekeren, dat zijne zending als volmaakt goed geslaagd kon worden beschouwd , zoo als gebleken is uit de daarop met uitstekend gevolg ingevoerde kinakultuur in drie landstreken der uitgebreide britsch-indische bezittingen, namelijk te Darjeeling aan den voet van het Himelayagebergte, te Hakgalle nabij Newera Ellia op Ceylon en te Ootakamund inde Neilgherries gelegen in het presidentschap Madras.

Het kinaplantsoen te Darjeeling is, onder de leiding van dr. Anderson direkteur van den plantentuin te Calcutta, die in 1861 door den onderkoning van Britsch Indiƫ, lord Cannin g, naar Java gezonden werd om de door onze regering welwillend toegezegde kinaplanten af te halen. De door de nederlandsch-indische regering op liberale wijze geschonken planten maakten de kern uit van dit plantsoen, dat, na op het einde van 1861 te zijn aangelegd en aanvankelijk met vele tegenspoeden te hebben geworsteld, op 15 Julij 1864 een getal van 19516 kinaplanten bevatte. Het kinaplantsoen te Hakgalle op Ceylon, 5200 voeten boven de zee, onder de onmiddellijke leiding van den heer Mac Nieoll en onder de hoofddirektie van den bekenden botanicus den heer G. H. K. Thwaites, direkteur van den plantentuin te Peradenia, werd in het begin van 1861 aangelegd en bevatte op uit. Augustus 1863 een getal van 22050 kinaplanten. Het kinaplantsoen te Ootakamund, 7500 voeten boven de zee, benevens de filiaalplantsoenen in do Heilgherries >

50