levert, doch zooveel is reeds zeker, dat ik eene schriftelijfce verklaring van den heer Mac Ivor voor mij heb liggen, waarin bij verzekert dat hij voor uit. December 1865 tussehen 3 en 5000 engelsche ponden kinabast naar Europa zal zenden , afkomstig van 16000 in September, Oktober en November 1853 te Neddiwattum uitgeplante kinaplanten. Te oordeelen naar hetgeen ik zelf te Neddiwattum, Ootakamund enz. gezien heb, twijfel ik geen oogenblik of hij zal zijn woord gestand doen, en bleef er mij dus nog slechts ééne vraag ter beantwoording over, namelijk, of de volgens het door den heer Mac Ivor gevolgde stelsel gekweekte kinaboomen een bast zullen leveren die genoeg kinine bevat.

Ten gevolge der groote welwillendheid van sir Wi 11 ia m Denis o n, die per telegraaf de noodige orders gezonden had om mij alles te geven wat ik voor mijn wetenschappelijk doel verlangde , verkreeg ik , op mijn verzoek, basten van de verschillende te Neddiwattum enz. gekweekte kinasoorten , Waardoor ik, bij mijne terugkomst in Nederland, inde gelegenheid werd gesteld de laatstgestelde vraag te beantwoorden. Het resultaat van het door mij en ook door den heer Howard bewerkstelligd scheikundig onderzoek dier kinabasten, dat door mij elders (1) is medegedeeld, was, dat hun kininegehalte allezins voldoende werd bevonden. Waardoor dus de bewering van Junghuhn* dat inde open zon gegroeide kinaboomen te weinig kinine zouden bevatten, gebleken is geheel ongegrond te zijn, zooals ik trouwens reeds gedurende mijn verblijf in Java uit enkele door mij waargenomen feiten vermoed had. De eenige aanmerking die ik op de engelsche kinakultuur meen te moeten maken is, dat verreweg de meeste kinaplanten hunner plantsoenen behooren tot de soort die de roode kina levert, Waarvan zij eéne overdreven verwachting koesteren , omdat de prijs der roode kma aan de Londensche markt van 2% tot 8% shilling per eng. pond genoteerd staat. Deze hooge (t) Pharmaceutieal Journal van Junij, Julij en Augustus 1864 en Tijdschrift vpor Wetensch. Phannacie 1864, p, 193.

55