Reeds Herodotus maakt gewag van de kuituur van deze plant bij de oude Scythen, die, even als de Thraciers, toet alleen daaruit van linnen niet te onderscheiden weef-Sels vervaardigden, maar ook met hare narkotische werking bekend waren; zij strooiden namelijk in toegeslotene tenten bennep op gloëijende steenen en bragten zich door de inneming van den opstijgenden rook ineen aangenamen toestand van vervoering.

Het gebruik van den Indischen hennep, zoowel als rook-eD kaauwmiddel, als tot toebereiding van verdoovende prae-P&raten, is in Indië reeds zeer oud en werd van daar het eerst naar Persië overgebragt; ook in Egypte is hij bij de lagere volksklasse reeds vóór de 13e eeuw aan te wijzen. He Eomeinen en Grieken kenden deze plant reeds in zeer droegen tijd, doch zij schijnen haar alleen voor technisch ge» hfuik aangewend te hebben. Men vindt bij Athenaeus, zich beroept op een oud historieschrijver Mosch i o n, de beschrijving van "een schip , dat koning Hiero II van (270 voor Christus) onder de leiding van Arehi- liet bouwen, waarvoor men de touwen en zeilen Spanje en de hennep en pek van de rivier de Ehone eeft aangeschaft. Plinius enDioscorides beschrijven de hennep wel als geneesplan!, doch maken geen melding van zijn ge-Viik als bedwelmend middel. He narkotische (bedwelmende) eigenschappen van deze plant berusten op een gehalte aan harsige bestanddeelen, "elke vooral overvloedig inde bloemdeelen van de vrouwe-Hjhe plant voorkomen. Dit hars wordt in Indië onder den öaam van Chvrrns ingezameld, hetwelk op zoodanige wijze geschiedt, dat men met lederen kleederen door de hennep» v®lden laat loopen en dan het hars dat aan het leder blijft afschraapt; die zelfde behandeling wordt ook door üaakte Koulies bewerkstelligd, die zich dan het ligchaam op gelijke wijze laten afschrapen. In sommige streken, zooals lö fersië , perst men ook de planten tusschen doeken uit schraapt met de handende bekomen harsige massa af.

107