boom, vermeerdert ook de zwamvorming. Wanneer van zulk een boom de Boletus wordt afgenomen, zoo bespeurt men aan het ontbloote gedeelte van het hout onderscheidene zwartachtige, soms half rottende, dikwijls schrijfpendikke kanalen, waardoor waarschijnlijk het voor de zwamvorming bestemde harssap van den boom doorkomt; want Wanneer deze bewerking inde lente plaats heeft, zoo ontwikkelt er weldra op dezelfde plaats eene nieuwe zwam, Welke tegen den herfst reeds de grootte van de vorige bereikt heeft.

Zoo verschillend nu ook de zitplaats dezer zwamvorming aan den stam zich vertoont, (want men vindt ze van den Wortel tot bijna aan de top des booms), zoo verdienen toch die stukken de voorkeur, die minstens een vaam hoog aan den stam zitten en niet veel ouder dan een jaar geworden zijn, terwijl het inwendig weefsel van zulke stukken eene doorgaans zuiver witte , melig poreuse zelfstandigheid daarstelt, terwijl de lager zittende zwammen de genoemde eigenschappen in geringeren graad bezitten en eene houtaehtige structuur meerde overhand heeft. Evenzoo is ook het uiterlijk aanzien van de hooger zittende zwammen lichter , inden regel grijs- of ook vuil geelwit, dat met den tijd donkerder wordt. Deze soort begint, zoodra de boom ophoudt met groeijen en de zelfstandigheid van voedsel beroofd wordt, ook te rotten. of zij krimpt ineen en verkrijgt eene met houtweefsel vermengde, donkerbruine, taaije hoedanigheid. De beste stukken bezitten een eigenaardigen hoewel zwakken reuk naar paddestoelen en geven, als er met den nagel op de witte zelfstandigheid gedrukt of zacht gewreven wordt, een weerschijnende glasachtigen glans. Bij het kaauwen is de smaak aanvankelijk zoet, daarna aanhoudend en sterk bitter. De inzameling dezer zwam is aan geen jaargetijde gebonden en wordt gewoonlijk in het laatst van den herfst of inden winter door de boeren van het genoemde dorp ondernomen, die zich aldaar veelal bozig houden met het vellen van hout er, met de jagt. De ingezamelde zwam wordt dan naar

183