in deze dosis nu had het poeder van G-rimault niet eeus eene gram vleesch kunnen oplosbaar maken.

Het is onmogelijk, zegt het rapport, zich een schaudelijber en grover bedrog voor te stellen. 2e. Dat het Elixir de pepsine evenmin als het poeder pepsine, ten minsten in waarneembare hoeveelheid, bevatte. 3e. Dat de Sirop de quinquina rouge ferrugineux niets anders was dan siroop van ijzerhoudende bruine kina met een weinig karmijn gekleurd, ten einde ze het aanzien van roode kina te geven. 4e, Dat de Sirop de raifort iodé bestond uit slappe sirop antiscorbutique, waarin een weinig iodetum kalicum was opgelost; dat deze siroop de levertraan geenszins vervangen kan, daar de beginsels die deze beide geneesmiddelen bevatten met elkander in geenerlei betrekking stonden; slechts het iodium is aan beiden gemeen en het is niet bewezen dat het iodium het weldoende beginsel inde levertraan is. se. Dat de Sirop d’arseniate de fer et de soude een gevaarlijk geneesmiddel is, dat vergiftigingen kan te weeg brengen , het bevat te veel arsenik en volstrekt geen arsenias ferrico-natricus, welke verbinding nog niet verkregen is. Om al deze feiten is Grimault veroordeeld tot 450 frs. boete, acht dagen gevangenschap en de kosten. Uit de debatten omtrent deze zaak is verder gebleken , dat gemelde Grimault de] onbeschaamdheid gehad heeft, als verontschuldiging voor zijn bedreven bedrog, te verklaren , dat deze bereidingen niet in zijn magazijn bleven , maar bestemd waren voor exportatie (1). (Journal de Pharm. d'Anvers. Avril p. 179.) (1) Natuurlijk zal Nederland daar een ruim deel van ontvangen, daar ons land, vooral ook door de nieuwe wet, zoo als zij door de Tweede Kamer is aangenomen , (wanneer zij door de Eerste niet wordt afgewezen), als het Eldorado voor de geheime geneesmiddelen in eere zal gehouden worden , alwaar men die kostbare zaken met open armen gereed is te ontvangen, te publiceren en te slikten. (P. J. H.)

192