de gezondheid van den persoon, die het artikel nuttigt. Op grond van dit getuigschrift kan eene klacht worden ingeleverd. Art. 10. Van alle voedingsmiddelen, dranken of drogerijen, die door de deskundigen onderzocht zijn, moeten door de politiebeambten monsters genomen en verzegeld worden, voor het geval, dat de rechter een tweede onderzoek noodig acht.

Tot onze voldoening zagen we, dat de leden van het Departement Amsterdam der Ned. Maatschappij ter bevordering der Pharmacie met betrekking tot het opmaken der nieuwjaarsrekeningen geheel eenstemmig met ons zijn, zoodat, niettegenstaande wij geheel onbekend met elkandeis voornemen waren, bijna tegelijkertijd met onze uitnoodiging in het Weekblad van 1.1. Zondag, namens dat Departement eene advertentie in het Handelsblad werd geplaatst, om het publiek mededeeling te doen van het voorgenomen plan, de nieuwjaarsrekeningen enkel met de prijzen per maand in te vullen. De redactie van het Handelsblad prijst dit voornemen aan op dezelfde gronden, die wij aanvoerden. Het publiek is dus nu ook van eene niet pharmaceutische zijde ingelicht en met het Handelsblad meenen we, dat de klassieke apothekersrekeningen weldra tot de geschiedenis zullen behooren. Het hoofd boven de rekeningen zon nog korter kunnen luiden, dan wij in het vorige nommer opgaven, bijv. / is Rekening voor van Apotheker. voor geleverde geneesmiddelen enz. Gedurende de maanden: Aan den anderen kant moeten wij echter tevens mededeelen, dat sommige collega’s en ook andere personen van ons in meening verschillen en het initiatief dezer zaak bij het publiek, niet bij de apothekers, verlangen. LACTAS ZINCICUS. Inde Berichten van de Ned. Maatschappij ter bevordering der Fharmacie wordt door den heer G. H. Hoorn eene bereidingswijze van lactas zinnens opgegeven, die beter en gemakkelijker dan de tot heden bekende voorschriften zal zijn. De bereiding bestaat in het ontleden van lactas ferrosus door oxydum zincicum. 1 Deel lactas ferrosus wordt opgelost in 50 deelen water en deze oplossing gedurende 8 a 4 uren op eene temperatuur gehouden van omstreeks 70° C. De vloeistof wordt daarbij veel donkerder gekleurd door de hoogere oxydatie van het ijzer. Nu voegt men er langzamerhand in kleine hoeveelheden 2 deelen zinkoxyde, verdeeld in 20 deelen water, bij en houdt de vloeistof op haar volumen wegens de moeielijke oplosbaarheid van den lactas zincieus. Hiervoor kan gebruikt worden het inden handel voorkomend zinkwit, na het vooraf eenigen tijd gekookt en geweekt te hebben. De trekking wordt bij dezelfde temperatuur voortgezet, onder van tijd tot tijd omroeren van het mengsel. De bewerking geschiedt het best in eene uitdampschaal, die men voor f met eene glazen plaat dekt en door eene kleine gaslamp verwarmt. Wanneer nu bewerking eenige uren geduurd heeft, zal men aan de kleurverandering van het bovenstaande vocht kunnen waarnemen of de omzetting heeft plaats gevonden. De bovenstaande vloeistof moet volko-

men kleurloos zijn, de minste lichtgele kleuring veroorzaakt nog, dat men een gekleurd zout verkrijgt. Men kan zich echter zeer gemakkelijk overtuigen of al de laotas ferrosus is ontleed, dooreen weinig van het bovenstaande heldere vocht ineen reageerbuisje even aan de kook te brengen. Is er nog ijzer aanwezig, dan wordt de vloeistof onmiddellijk donkerder gekleurd. Na volkomen ontkleuring, waartoe een tijdsverloop van 24—36 uren vereischt wordt, filtreert men de vloeistof en verdampt haar, totdat zij 5 a 6 maal het gewicht heeft van den gebezigden lactas ferrosus. Na bekoeling zal men alsdan nagenoeg al den lactas zincicus gekristalliseerd verkrijgen. De uitkomst was een gemiddeld bedrag van 26 a 27 gram zeer zuiveren lactas zincicus van 30 gram lactus ferrosus. Mocht de vloeistof soms eenigszins gekleurd zijn zonder dat er ijzer kan worden aangewezen, namelijk door organische stof, dan kan men dit door trekking met dierlijke kool verhelpen. Mijnheer de redacteur. Met belangstelling las ik inde laatsten uwer weekbladen, hetgeen omtrent de beide hoofdbestanddeelen van aqua laurocerasi werd aangevoerd. Teleurgesteld evenwel werd ik door uwe veroordeeling (24 Nov.) der methode van Buignet, in ’t voorgaande opgenomen waarbij de toevoeging van ammonia, door de afscheiding van, hetzij hydrobenzamid, hetzij benzaldehyd, de bepaling van het cyaanwaterstofgehalte onmogelijk zou maken. Hoewel deze methode iets minder juiste resultaten oplevert dan die van Liebig (Gorup-Besanez, Leerb. d. org. scheik.) is zij, zooals mij bleek, toch toe te passen, mits men vooraf, door toevoeging van eenige droppels alcohol, de opalisatie vertraagt. Het onderzoek met koperoxydezout heeft immers dit voordeel, dat de titreervloeistof, in eene goede flesch bewaard, niet bederft, terwijl men bovendien ’t gevaar ontgaat, door toevoeging van te veel kalihydraat, bij de proef met zilvernitraat, onjuiste resultaten te verkrijgen. Verder zij mij vergund op te merken, dat de Solutio oitratis magnesioi gemakkelijk en ineen enkelen mortier bereid kon worden, door hierin het citroenzuur fijn te wrijven, het water kokend bij te voegen, en, terwijl het zuur van zelf oplost, de magnesia eenvoudig bij te schudden. Ook eene porseleinen maat is zeer geschikt, waarbij men ’t mengsel met een dito spatel omroert. Tengevolge van het aandringen van Hager op de verwijdering der //unheimliche” zwarte flesschen uit de apotheek, waarmede menigeen zich met mij zal kunnen vereenigen, zoudt U mij verplichten met de beantwoording der vraag: Zou de apotheker zich bij ’t invoeren van gele of geelbruine standflesschen hier te lande geene onaangenaamheden op den hals halen, door deze tegen ’t voorschrift der Pharmacopoea, waar de zwarte immers duidelijk worden bedoeld, in zijne apotheek te plaatsen? Mij voor de beantwoording dezer vraag aanbevelende enz. H. 4 Nov. 72. H. H. Ten Cate. Ons antwoord op de gestelde vraag is, dat inde Pharm. slechts bij één geneesmiddel, namelijk bij Solutio iodii spirituosa gesproken wordt van eene //zwarte flesch,” in alle andere gevallen van bewaring //in het duister” of //buiten het licht.” Dewijl het bewezen is, dat het gele glas de scheikundige stralen van het licht niet doorlaat, om wier afsluiting het toch te doen is, kunnen wij ons niet voorstellen, dat een wetenschappelijk man zoozeer letterknecht