boven nog door liet Hebt wordt bevorderd *). Het is mij zelfs gelukt, door ineen bekerglas met een weinig water tien a twintig malen een laagje aether vrijwillig te laten verdampen, eene oplossing te verkrijgen, die 1.0 % a 1.5 % waterstofperoxyde bevatte. Wil men dus een versch bereiden, of den met bruinsteen gezuiverden aether voor een verder bederf door hydroxydatie bewaren. dan moet men ze over versch gebrande kalk destilleeren, om zoo de laatste sporen water en zuur te verwijderen. Een op die wijze gezuiverde aether geeft met kwik geene reactie hoegenaamd, en blijft, zelfs in direct zonlicht, voortdurend onveranderd. Op mijne aanwijzing heeft de photograaf, van wien ik boven sprak, zijn vrij aanzienlijken voorraad onbruikbaren aether gezuiverd met bruinsteen en ongebluscbte kalk, en wel met het beste gevolg.

De werking van aether op ioduren, met name op ioodkalium, moet worden geweten; I°. aan de aanwezigheid van sporen vrij zuur, die het ioodkalium omzetten tot ioodwaterstof en 2°. aan het waterstofperoxyd ontstaan bij de hydroxydatie (waardoor de aether overgaat in azijnzuur), welk waterstofperoxyde in geooncentreerden (waterarmen) toestand uit de ioodwaterstof het iodium vrij maakt. Men ziet dus dat het zoogenoemde ozon van Dr. de Vrij (zie dit Weekblad N°. 45) niets anders is dan waterstofperoxyde, welke beide stollen reeds zoo dikwijls f) met elkaar zijn verward. Groningen, 18 April 1873. Dr. J. Ariöns Kappers. HET AFWEGEN VAN EXTRACTEN. Het afwegen eener kleine hoeveelheid vaneen extract om in eene mixtuur op te lossen, geschiedt inden regel op een stukje papier. Het vereischt handigheid, om het extract met behulp eener spatel uit de pot of flesch op het papier, zoo weinig uitgespreid mogelijk, en na afweging inden mortier over te brengen. Hoe nauwkeurig men hierbij te werk gaat, men lijdt altijd eenig verlies. De firma Warmbrmm, Quilitz en Cie. te Berlijn hebben thans bijzondere weegschalen voor het afwegen van extracten ingerioht. Zulk eene extract-weegschaal is evenzoo ingericht als eene gewone, maar kleiner, en draagt aan eene balans twee schaaltjes van zilver of glas, die gemakkelijk weggenomen en opgelegd kunnen worden. Hierin wordt het extract direct afgewogen en vervolgens de schaal met het extract in het warme oplosmiddel gelegd en onder zachte beweging daarin gelaten, totdat het extract opgelost is. BEPALING VAN ORGANISCHE STOFFEN IN DE ATMOSPHEEB. Men vult, volgens Smee, een glazen trechter, waarvan de buis in eene punt uitgetrokken en gesloten is, met ijs, en brengt hem op een filtreerstandaard. De waterdamp der atmospheer condenseert zich op de buitenzijde van den trechter en droppelt langs de trechterbuis in eene daaronder geplaatste schaal. De hoeveelheid vloeistof, binnen eene bepaalde tijdruimte verzameld, wordt gemeten en de ammoniak, die zich daarin bevindt, op 1 de gewone wijze bepaald bijv. door verzadiging met een zuur van bekende sterkte. . Door middel van deze methode, door S. //destillatie *) Ibidem pag. 80. t) Ibidem pag. 86 en v.v.

door koude” genoemd, zouden zelfstandigheden verdicht kunnen worden, die bij eene hoogere temperatuur ontleding ondergaan. Zoo zouden bijv. de zelfstandigheden, die de oorzaak zijn van den aangenamen geur van bloemen, kunnen gedestilleerd, dat wil zeggen, verdicht worden, indien men de bloemen met den met ijs gevulden trechter onder eene glazen klok brengt. NIEUW PLESSCHENLAK. In plaats van het gewone flesschenlak wordt door Hannet een mengsel gebruikt, bestaande uit: 400 gram gips, 600 // wit Engelsch cement, 300 // krijt, 200 // dextrine, 5 // spiritusvernis, en zooveel kleurstof, als noodig is om de verlangde kleur te geven. Men dompelt den met kurk gesloten hals der flesschen in dit mengsel en laat drogen.

Ik herinner mij ineen der vorige nommers (N°. 45) de vraag gelezen te hebben wat men onder //Paterzalf” verstaat? Misschien wordt daarmede wel hetzelfde bedoeld, wat mij onlangs onder den naam van //Kloosterzalf” ter hand werd gesteld, die mij bleek te zijn een mengsel van menie met axungia, naar mijne berekening omstreeks 1 deel menie op 8 deelen axungia. X. In Duitschland zijn 21 universifeiten, alwaar de pharmaceuten hunne opleiding ontvangen. De omvang der studiën blijkt uit de opgave der Colleges, die in het zomerhalfjaar 1873 voor p h armac eute n gegeven worden, waaruit wij die der nieuw opgerichte universiteit Straatsburg kiezen. Organische experimenteele scheikunde (Baeyer). Praktische oefeningen in het laboratorium (saeyer en Rosé). Anorganische experimenteele scheikunde (Rosé). Natuurlijke geschiedenis der belangrijkste geneesmiddelen uit het plantenrijk; pharmaceutheh chemische werkzaamheden in het laboratorium; handleiding tot microscopische studie der simplicia (Flückiger). Leer der artsenijmiddelen en recepteerkunst; werkzaamheden in het laboratorium (Schmiedelerg). Beschrijving der belangrijkste geneeskrachtige planten ; algemeene plantkunde; werkzaamheden in het botanisch laboratorium (de Bary). Systematiek der phanerogamen; over phanerogamische parasieten (Graaf zu Solms-Laubach). Proefondervindelijke natuurkunde Iste gedeelte; oefeningen in het physisch laboratorium (Kundt). Physische en chemische kristallographie, oefeningen in het bepalen der mineralen; handleiding tot eigen onderzoekingen op het gebied der mineralogie en physische kristallographie (Groth). Palaeontologie; paleontologische oefeningen (Schimper). Kort begrip der geologie; inleiding inde palaeontologie; paleontologische oefeningen {Beneche'). Algemeene dierkunde; aanwijzing van het gebruik van den microscoop en zoötomische oefeningen (Schmidt). Inleiding inde dierkunde (Gatte).