knolachtige opzwellingen gaan echter geen wortelen uit, zoodat de stengelige Jalappe de overblijfsels der wortelen mist. Slechts de kleinere exemplaren zijn volledig en bieden de meeste overeenkomst aan met radix Aconiti terocis, de grootere daarentegen zijn inde lengte in twee of vier deelen verdeeld, hetgeen bij radix Aconiti nooit het geval is. Bij de laatslen ziet men van de hoofdvaatbundels van den knol uitloopers naar de wortelen zich begeven, deze kan men gemakkelvjk volgen, hetgeen bij do Jalappe nimmer het geval kan zijn. Elke Jalappewortel bezit op de doorsnede eenige of zelfs meerdere concentrisch verloopende grijs tot zwartgrijs gekleurde ,nu eens breedere, dan smallere ringen, die het ingedroogde harsige melksap bevatten. Wanneer men op deze plaatsen en op microscopische doorsneden alcohol lant werken , dan ziet men dat de harsdeeltjes opgenomen worden en door bijvoeging van water de vloeistof melkachtig wordt. lets dergelijks ziet men bij de doorsnede van radix Aconiti ferocis volstrekt niet. Deze is vuil wit, kan gemakkelijk tot poeder geschaafd worden, waarbij hij stuift, dewijl de amylumbolletjes, die inde cellen bevat zijn, zich inde lucht verspreiden. Ook bezit de Jalappewortel kristallen van oxalas calcicus, die de wortel van Aconitum ferox mist. Nieuwe wijze ter ontdekking van eene vermenging van linnen met katoen; door .Boettger. Onder de vele middelen welke reeds zijn aan de hand gedaan om katoen in linnenstof te ontdekken is er geen die spoedig en gemakkelijk tot eene beslissing leidt, Boettger heeft eene nieuwe en spoedige methode bekend gemaakt, waardoor men binnen weinige minuten tot zekerheid geraakt, zonder dat er eenigen twijfel behoeft te bestaan omtrent de nauwkeurigheid van het resultaat. Men snijdt een reepje van de te onderzoeken stof af, ter

23