0,050 grm. in 20 cc water (% pCt.) 6 min. 13 min. 25 min. 0,010 „ „20 „ „ (%, pCt.) 10 „ – 45 „ °>oos » »20 „ „ (l/40 pCt.) V/2 uur | eerst na 0.001 „ „20 „ „ V2OO pCt.)2 „ jmeerd. uren. De afzondering van het acidum arsenicicum duurt in ieder geval nog voort, nadat de zwavelwaterstof onderscheidene uren (ruim drie) lang door de vloeistof gevoerd is. Hieruit blijkt vooreerst, dat de zure oplossingen van As Os, zelfs bij eene zeer aanzienlijke concentratie, eerst na verloop van eenige minuten beginnen met S H eene duidelijke geelachtige troebeling te geven, terwijl ten tweede de zure oplossingen van As Os gewoonlijk oogenblikkelijk een praecipitaat beginnen te geven, en zeer verdunde oplossingen toch altijd meer dan 2 minuten vroeger dan de sterkste der gebezigde oplossingen van As Os. Eveneens blijkt uit de tabellen, dat de praecipitatie inde sterkste zure oplossing van As 03, die de schrijver zich op de genoemde wijze kon versehaifen, veel vroeger geëindigd was dan zelfs inde allerzwakste oplossing van As 05. Vervolgens onderzocht de schrijver, in hoe verre deze verhoudingen golden, wanneer de 2 zuren te gelijkertijd, in eene zure oplossing in verschillende hoeveelheden zich bevinden. Eerst nam hij eene oplossing die gelijke hoeveelheden van beide zuren (0,500 grm. van ieder in 20 cc, water) bevatte, en voerde er S H door, welke oogenblikkelijk een praecipitaat gaf. Nadat gedurende 5 minuten S H was doorgevoerd , werd het praecipitaat (o) afgefiltreerd, en door het filtraat wederom op nieuw gedurende 25 minuten S H gevoerd en het daardoor te weeg gebrachte praecipitaat (5) afgefiltreerd; eindelijk werd nog gedurende een paar uren door het filtraat S H gevoerd en ook dit praecipitaat (c) op een filtrum verzameld. Deze 3 praecipitaten vertoonden reeds, naar hunne physische eigenschappen, eigenaardige verschillen. Het praecipitaat a was het aanzienlijkst; het was donkergeel en grover van vlokken dan het praecipitaat h, dat minder overvloedig en lichter van kleur was; eindelijk

44