Inwerking van het watervrije azijnzuur op cellulose , stijfsel, suiker , mannite, glycosiden en zekere plantaardige kleurstoffen; door P. Schützenberger.

Het is door de onderzoekingen van Berthelot uitgemaakt, dat zich de suikersoorten verhouden als meeratomige alcoholen, die even als de glycerin vatbaar zijn om samengestelde aethers te vormen. De methode, door dezen scheikundige aangewend, om de aether der suiker te bekomen , bestaat daarin, dat men dit lichaam met een watervrij zuur verhit. De methode is algemeen, doch zii vordert veel tijd (40 tot 50 uren) en levert toch in zekere gevallen veel te geringe hoeveelheden van het verlangde product, om het nauwkeurig te kunnen onderzoeken. Dij inwerking van azijnzuur op suikersoorten, cellulose enz., bekwam de schrijver veel gunstiger resultaten, als hij in plaats van het gekristalliseerde, het watervrije zuur aanwendde. De aethervorming is binnen weinige minuten volbracht. De organische zelfstandigheid die in ’t algemeen in het kokende watervrije zuur onoplosbaar is, wordt bij 138 tot 140° aangetast, en als dit punt eenmaal is ingetreden, zoo loopt de reactie onder levendig opkoken van zelfs ten einde , zonder dat men verder behoeft te verwarmen. De eenige producten der reactie zijn : 1. azijnzuurhydraaf, 2. een in azijnzuurhydraat oplosbaar, in water, naar den aard der gebruikte zelfstandigheid , oplosbaar of onoplosbaar derivaat. In het laatste geval is het genoegzaam de dikke siroop, die men na volbrachte reactie bekomt, in water te gieten en het praecipitaat met water af te wasschen, in het eerste geval verdunt men met water, ontkleurt, zoo noodig, met dierlijke kool en verdampt in het luchtledig boven kalk tot droog. Stijfsel geeft volgens deze wijze van handelen 2 kleurloze, vaste, azijnzure verbindingen, waarvan de eene in water onoplosbaar, in alcohol en azijnzuur oplosbaar, de andere

56