king van bloedvlekken, mei; stilzwijgen voorbijgaan, dewijl zij door de toxicologen als onbruikbaar zijn erkend geworden. Hiervan sluiten wij ook de zoogenaamde bloedkristallen niet uit, welker vorming eenige scheikundigen en physiologen onder verschillende omstandigheden en met zekere bloed» soorten waargenomen hebben. Daargelaten, dat de samenstelling dezer microscopische kristallen nog onzeker en hun vorm onbepaald en veranderlijk is, zoo weet men thans, dat zij niet in alle gevallen te voorschijn komen, namelijk bij mensehenbloed, dat hun verschijnen aan een toeval is toe te schrijven en veel H'hangt van onbeduidende bijomstandigheden. Deze reactien 'nissen alzoo twee hoofdvoorwaarden, scherpte en bestendigheid; zij nemen alzoo bij het onderzoek op bloed slechts ®6n zeer ondergeschikten, ja dubbelzinnigen rang in. Daar °Qs alzoo dc scheikundige reactien op bloed in gereehtelijke gevallen zoo tamelijk inden steek laten, willen wij onderzoeken welke waarde de microscopische waarneming bezit. Microscopisch onderzoek. Wanneer men een droppel men**chenbloed tusschen twee glasplaten brengt en deze onder ®ene minstens 350malige vergrooting beschouwdt, zoo neemt 'een het volgende waar : Er drijven in eeue ongekleurde of Nauwelijks rozeroode vloeistof talrijke roode, even groote, eirkelronde, aan beide zijde concave schijven, welke uiteen Veerkrachtig , doorschijnend weefsel en een vloeibaren rooden 'Nhoud bestaan. De roode bloedbolletjes zijn alzoo aan den taQd dikker dan in het midden, en gelijken alzoo op bicon°ave lenzen. Vertoont zich zoodanig bolletje toevallig slechts v°or 2/3, zoo bemerkt men de indiepingen in het midden ?'etr duidelijk. Uit deze biconcave lenzenvorm der roode bloedlichaampjes worden twee feiten verklaard: 1, wanneer Öl6u onder het microscoop zulk een bolletje vlak voor zich beeft liggen en dan het werktuig een weinig hooger schroeft, 2°° ziet men in het midden van het bolletje een schaduw °etstaan, welke steeds grooter wordt en weldra de vorm eene roode vlek aanneemt; 2. wanneer men daarenteßen het werktuig lager in plaats van hooger schroeft, zoo

133