verduistert de rand van het bolletje, terwijl het midden lichter wordt. Deze beide, aan het bolletje van menschenbloed altijd gemakkelijk en zeker waar te nemen verschijnselen , vormen in vereeniging met den vorm, de kleur en de onveranderlijke doorsnede der bolletjes tegenwoordig het beste kenteeken ter onderkenning van bloedvlekken. De doorsnede der bloedbolletjes , zoowel van den man als van de vrouw, bedraagt l/20 millimeter en deze maat ondervindt geene merkbare afwijkingen, hetgeen in gerechtelijk opzicht van groot belang is. Wanneer men bloed met water vermengt, zoo dringt dit inde roode lichaampjes, zij zwellen tot bollen op, worden bleek, barsten en verdwijnen en men bespeurt alsdan nauwelijks nog hier en daar deeltjes van het omhulsel van het bolletje. Vermengt men daarentegen bloed in plaats van met water, met eene vloeistof, die dichter is dan den inhoud der roode lichaampjes , zoo heeft het omgekeerde plaats, de lichaampjes ontlasten zich langzamerhand, hunne oppervlakte wordt rimpelig, krimpt ineen, de rand vertoont zich als ingekerft en het geheele volume is kleiner geworden. Elk der beide genoemde invloeden verandert alzoo den normalen vorm en grootte der bloedlichaampjes. Zoo gemakkelijk het nu is in versch bloed de aanwezigheid , vorm en doorsnede der bolletjes te erkennen, zoo moeielijk is zulks in gedroogd bloed ; maarde gerechtelijk scheikundige heeft bijna altijd met gedroogd bloed te doen, alzoo met het moeielijker geval. ledere gedroogde bloedvlek bevat nog de bloedbolletjes en deze kunnen hunnen oorspronkelljken vorm en grootte weder aannemen; de eenigĀ® moeielijkheid bestaat slechts daarin, om het vaste bloed op zoodanige wijze te verdunnen, dat daardoor de bloedbolletjes niet lijden. De vloeistof welke daartoe het best geschikt is, zal nu wel het bloedserum zelf zijn, nadat men het van de bloedkoek heeft afgefiltreerd; maar omdat het dikwijls niet altijd te bekomen is en zijne aanwending mogelijk het resultaat van het onderzoek twijfelachtig maakt, bedient meu zich van andere vloeistoffen, welke ongeveer de densiteit

134