Het meesta! dooreen weinig vrij iodium flauw gekleurd destillaat bevat op eenige greinen na de 8 oneen iodium als acidum Lydriodicum en bezit gewoonlijk een soortelijk gewicht van 1,39 tot 1,40. Men bespeurt na dagen lange bewaring ineen goed gesloten flesch geen verdere uitscheiding van iodium en het vocht schijnt al zoo lang zonder ontleeding te kunnen bewaard worden, zoodat het aan te bevelen is ter bereiding van iodetum kalicum, natrienm, barycum, calcieum , ferrosum enz. Ter bereiding van iodetum kalicum verzadigt men bovengenoemd destillaat met bicarbonas kalicus, waartoe ten naastenbij 6 oneen 2 drachmen of zoo veel gebruikt wordt, dat deze niet merkbaar in overvloed aanwezig is. Door verdamping en kristalliseren verkrijgt men alsdan zuivere iodetum kalicum, welke vrij is van iodas en sulphas kalicus en chioretnm kalicum; slechts de laatste verkregen kristallen bevatten sporen van potasch. Bevat het gebruikte iodium toevallig organische zelfstandigheden, stof, kurkdeeltjes enz. bijgemengd, zoo bekomt men bii de laatste kristalschieting flauw geeiachtig gekleurd iodetum kalicum, dat door eenvoudige verhitting, weder-oplossing in gelijke deelen water, filtreren en kristalliseren volkomen ongekleurd kan bekomen worden. Het teruggeblevene inde retort uit acidum phosphorosum en weinig acidum phosphoricum met eenig teruggebleven iodwaterstof bestaande , wordt in eene porceleinen schaal gegoten , de retort met een weinig water nagewasschen en het mengsel met eenige droppels geconcentreerd ondersalpeterzuur bevattend salpeterzuur vermengd, waarbij al het iodwaterstof ontleed wordt in zich uitscheidend iodium en water. Men zondert door filtreren het uitgescheiden iodium af van de dooreen spoor opgelost iodium nog geel gekleurde vloeistof, welke bij verwarming onder vervluchtiging van het iodium spoedig kleurloos wordt. Men zondert door filtreren het afgescheiden iodium van de dooreen spoor van opgelost iodium nog geel gekleurde vloeistof af, welke bij verwarming onder vervluchtiging van het iodium spoedig

198