Ca O, COs of 53 pet. water bevat. Het wordt door warmte zeer gemakkelijk ontleed; zoo verandert het bij voorbeeld hij 30° ineen half vloeibaar deeg, dat niets anders is dan éen mengsel van koolzuren kalk met water. Ook bij 20° heeft er eene dergelijke ontleding, hoewel niet zoo spoedig plaats; maar ook bij nog lager temperatuur of bij langduriger aanraking met de lucht verweert de verbinding langzamerhand onder verlies van haar kristalwater.

Het gelukt ook op andere wijze het water met den koolzuren kalk té verbinden. Wanneer men bij voorbeeld in eene chlorcaleiumoplossing van 0° eene eveneens op 0° afgekoelde oplossing van koolzure natron giet, zoo bekomt men een praeeipitaat, dat langzamerhand kristallijn wordt en dan dezelfde samenstelling Oa O, C02 -f- 6H O bezit. Het is bekend dat er gemakkelijk eene andere verbinding met 8 Aeq. of 47 pet. water ontstaat, wanneer men eene Oplossing van kalk in suikerwater bij 7 tot 8° aan de lucht blootstelt. De schrijver Verkreeg die veel spoediger en in vrij groóte rhomboëdêrs, als de suikeroplossing in eene schaal aan eene iets hoogere maar constante temperatuur Wordt blootgesteld. Yoert men koolzuur inde op -f- 1 tot 3U afgekoelde suikeroplossing, zoo bekomt men het zout met 6 Aéq. HO. Bij 30° eu daarboven ontstaat echter steeds watervrije koolzuren kalk. Tusscheu 0 en 30“ bij Voorbeeld 10, 12, 20° ontstaan praecipitaten * waarin 10 tot 27 pet. HO vervat zijn. De hoeveelheid water varieert met de temperatuur en den duur der proef, zij wordt nul, als de proef zeer lang duurt. De schrijver kon tot nog toe niet bepalen, of deze praecipitaten nieuwe bjdraten bevatten dan wel, of zij mengsels van zouten met 6 en 5 Aeq. HO zijn. (Journal fnr prakt. Chemie 1866, N. 10.) ir Over curarin. A. Preyer heeft de curarin uit de Curara op de volgende wijzie daargesteld, De tot poeder gebrachte Curara

271