ter vergadering kunnen besluiten, dat het bestuur te zijner tijd naar gelang van de inschrijvingen oordeelt of het tornooi al of niet zal doorgaan”. (Wij deelen dat vermoeden overeen slecht bezet kampioenschapstornooi vooralsnog niet. Niettemin is datgene wat mej. Couquerque schrijft overeen uiteindelijke beslissing door het bestuur, juist. Red.) Wat de plaats betreft mej. Couquerque komt met een nieuwe „candidaat”: Klein Zwitserland, waar Leimonias een zevental banen heeft en waar nog een ander zevental ligt. Banen genoeg dus, een rustige omgeving, behoorlijke accomodatie voor een niet te groot publiek, twee centrecourts, club- en algemeen restaurant, ruimte rondom! Amsterdam acht mej. Couquerque nooit een groot succes geweest. Wat Noordwijk aangaat, acht zij de minder coulante verbinding een bezwaar. „Want het is nu eenmaal een traditie dat men voor de nationale kampioenschappen geen vacantie neemt. Uit dit oogpunt acht ik ook Hilversum niet verkieselijk, terwijl de M.E.T.S. met zijn groote betonnen tribunes en somber restaurant m.i. ook niet de geschikte plaatste achten is.” Wat betreft het spelen van A- en B-tornooi mej. Couquerque acht het voor een kampioenschapstornooi beslist noodzakelijk dat deze op één complex gehouden wordt. „Mocht daardoor de leiding overbelast worden, dan moet men A en B niet combineeren; een toestand als verleden jaar is géén reclame, zooiets moet voorkomen worden. * * * De andere kampioen, Hughan, gaat eveneens op enkele voor- en nadeelen van de verschillende plaatsen in: De M.E.T.S. voor een groot tornooi met veel deelnemers niet erg geschikt. De publieke belangstelling is echter goed. De inkwartierings-mogelijkheid is mij niet voldoende bekend. Persoonlijk prefereer ik de M.E.T.S. niet voor de kampioenschappen. Voor Noordwijk geldt het bezwaar dat de verbindingen voor niet-automobijisten miserabel is. Indien de inkwartiering zoo beperkt is als zij meermalen gebleken is te zijn, dan zal het voor veel spelers, die niet in aanmerking komen voor inkwartiering onmogelijk

zijn om deel te nemen. Want Noordwijk is in veel opzichten te duur, véél te duur. Dat is daarom zoo jammer omdat het er zoo gezellig kan zijn en omdat de omgeving voor het spel perfect is. Maarde consumptie-prijzen —- ik zal het groote woord waarmee die aangeduid worden, maar niet herhalen. Voor een „gewoon speler” niet te betalen. Om die reden hebben veel spelers dan ook een bezwaar tegen Noordwijk. Ja, als ’t bondsbestuur de prijzen tot een maximum beperkte? Wat Amsterdam (Festina) betreft, voor een groot tornooi, A en B, is het misschien te klein, vooral voor de eerste ronden. Bij slecht weer is het clubhuis te klein, doch men heeft het Melkhuisje vlak bij. Banen en omgeving zijn zeer mooi: De inkwartierings-mogelijkheden zijn wellicht behoorlijk, Om al deze redenen geef ik aan Festina de voorkeur. Voor Hilversum geldt inde eerste plaats het bezwaar dat ook voor Noordwijk geldt: lastige verbinding voor tal van spelers. De omgeving van het complex waar het A-tornooi gehouden wordt (de Hilversumsche L.T.C.) is mooi, de inkwartiering was er altijd goed, het clubhuis te klein. Vooral wegens de verbinding voel ik niets voor Hilversum. * * * Van Swol laat de verschillende terreinen, inden brief genoemd, onbesproken. Hij schrijft: „U vraagt mijn persoonlijke meening, welnu hier is zij; Amsterdam D.D.V.-terrein! Dat mag ik als rechtgeaard D.D,V.-er toch wel op den voorgrond stellen! Ik weet niet wie de eventueele candidaten stelt, en indien wellicht D.D.V. daarbij ontbroken heeft, dooreen of andere onbewuste nalatigheid onzerzijds, dan herstellen wij hierbij de fout en vragen beleefd of D.D.V. ook bij de serieuse candidaten genoemd kan worden. De vraag over de plaats der kampioenschappen rechtstreeks beantwoordend, noteer ik: 1. Amsterdam, D.D.V.-terrein. 2. Amsterdam, Festina, dat altijd buitengewoon goed is geweest. Dat ik persoonlijk Amsterdam prefereer, houdt verband met mijn medische studie: juist in Juni heb ik een co-assistentschap waar te nemen. * * *

En nu de aanvoerder van de Davis Cup ploeg, een trouw deelnemer aan de kampioenschappen, Leembruggen: „Nu er hoogstwaarschijnlijk geen internationale kampioenschappen worden gehouden. Komt naar mijn meening Noordwijk het meest in aanmerking. Mocht dit om een andere reden onmogelijk zijn, dan respectievelijk: Festina, Den Bosch, Hilversum. Na de m.i. mislukte proef met de M.E.T.S. verleden jaar, zou ik dit terrein niet meer in aanmerking willen laten komen. * * * Teschmacher voelt veel voor de M.E.T.S. „Zeer belangrijk voor de spelers acht ik de uitstekende terreinaccomodatie. Dit laatste geldt trouwens ook voor Noordwijk. De M.E.T.S. heeft echter de gunstige en gemakkelijk bereikbare ligging voor, ook voor hen die niet overeen auto beschikken. Ook in geval van minder goed weer, en dat is in ons klimaat zelfs inden zomer te wachten, heeft de M.E.T.S. het groote voordeel dat men niet rond het terrein behoeft te blijven „hangen” doch dat men inde onmiddellijke omgeving gezellige afleiding heeft. Dit laatste is op de andere drie plaatsen niet of gering aanwezig. Hilversum is m.i. uitstekend geschikt voor een „gewoon” tornooi of voor een competitiekampioenschap, met een beperkt aantal spelers, doch voor een groot A- en B-tornooi kan het m.i, moeilijk in aanmerking komen daar de accomodatie hiervoor niet voldoende te achten is en de banen, alweer voor de velen die niet vrijelijk overeen auto beschikken, niet zoo gemakkelijk bereikbaar zijn. * * * Van de heeren weer overgaande naar de dames, vernemen we van „het Bussumsche doublet”, zooals mej, Mechel en mej. Knottenbelt gezamenlijk antwoorden, het korte en kernachtige „dat zij er de voorkeur aan zouden geven dat de nationale kampioenschappen te Noordwijk of Den Haag verspeeld worden”. Mevr. van Berkel-Belzer, mevr. Boutmy en mevr. Jonquiere sluiten zich bij dezen voorkeur aan: Mevr. Boutmy is even kort en bondig als het

10