Meeningen van Anderen
Het Scheidsrechtersinternaat
Met groote instemming las ik In de Sportkroniek het rijm „Scheidsrechters-internaat” van Flip van Amstel. Uit mijn hart gegrepen. Deze r.iuwe ontdekking is ook naar mijn meening „apenkooi”. Ik mag gelukkig met ervaring spreken over het scheidsrechterswezen en over het -vraagstuk. Ofschoon men mag toejuichen de pogingen welke in de laatste ■’aren worden gedaan cm aan de scheidsrechters meer kundigheden bij te brengen, zal men moeten toegeven, dat het scheidsrechteren allerminst een leervak is. De capaciteiten daarvoor krijgt men al dan niet bij de geboorte mede. Deze kunnen ietwat worden geschaafd en door routine worden verfijnd. Met cursussen, films en andere praeparaten bereikt men m.i. een bedroefd klein beetje. Ik geloof niet, dat de bekwaamheden der scheidsrechters een hooger peil hebben bereikt dan die, welke de functionarissen ten toon mochten spreiden in den ‘■ijd, dat ik zelf het voorrecht had de belangrijkste wedstrijden te mogen leiden. Mijne collega’s uit dien tijd mochten er werkelijk zijn en, naast een gedegen spelregelkennis, bezaten zij de onontbeerlijke eigenschappen van voetbalwedstrijden te leiden. Namen zijn hier overbodig. In dien tijd zóólang is hfl niet geleden dachten wü niet aan cursussen of andere opleiding, want, naast de ons aangeboren talenten voor het leiden van wedstrijden, instrueerden wij ons zelf. Zeker, er waren minder functionarissen noodig, maar het gemiddelde peil was toch zeker niet lager dan dat van het huidige scheidsrechterscorps. En nu zal men het scheidsrechteren nog eens extra gaan onderwijzen 1- een z.g. internaat; «en concentratie-kamp, in goeden zin, moet het toch bUjkbaar worden, want ook het begrip „concentratie” doet h'. dezen tijd opgang. Ik weet wel, dat ik mü. vóór een wedstrijd nimmer daarop heb geconcentreerd en . voor een scheidsrechter lijkt me deze concentratie dan ook zonder belang. Toch Sal zy vermoedelijk een belangrijk punt hebben uitgemapkt in de gedachte van het te stichten internaat en zal zij vereischt zijn voor de candidaat-bewoners met het volgen van cursussen enz. Aan eenig vermaak 200 heb ik vernomen zal het niet ontbreken! Zoowel voor het volgen der cursus als voor het „lesgeven” zal zeker wel animo bestaan en in zooverre zal het kamp als „uitspanningsoord” wellicht reden van bestaan
hebben, maar men vertelle mö niet. dat nu binnenkort, het scheidsrechtersvraagstuk opgelost zal zijn! Ik las, dat hovend .i gedacht wordt a» ; een Vacantiekamp voor scheidsrechters, een soort rusthuis. Dat kan toch niet juist zijn! Of raken de scheidsrechters tegenwoordig door de inspannende leiding „overspannen”? Waar gaan we toch heen In onze voetbalmaatschappij? Mr. E. G. VAN BISSELICK. Voorburg.
Nog eens het S.S.S.
Toen ik Zondag 23 Febr. jl. mijn radio om 18.15 uur inschakelde om naar het Sportpraatje te luisteren, kwam aan het einde veui dit betoog het stopperspil-systeem weer eens naar voren. De spreker vertelde dat het S.SS. al 20 jaar oud is, en vond het nu toch tijd worden dat wij in ons conservatief landje daartoe overgaan. Mijns inziens zouden we juist dan conservatief om iets over te nemen van anderen die het 20 jaar geleden al in toepassing brachten. Als één of ander elftal een zeker systeem speelt, laten we aannemen het S.S.S., moeten we die tactiek dan met dezelfde tactiek bestrijden, of moeten we hier een eindere tactiek tegenover stellen? Zet men een andere tactiek tegenover het S.S.S., dan noopt dit het S.S.S.-spelende elftal te denken, want wordt het tegensysteem goed gespeeld, dan wordt het S.S.S.-spelend elftal uit zijn doen gehaald. Zelf ben ik een groote voorstander van systeem in het spel. Welk systeem er gespeeld wordt laat me koud.
Waarom men systeem speelt? De ontwikkeling van het spel heeft het noodzakelijk gemaakt! Mijn inziens zijn er te veel oefenmeesters die een zeker systeem in hun ploeg opdringen, om succes te hebben, dus eigen belang. Met eigen belang kunnen we het algemeen belang niet dienen. Wat krijgt men nu als een elftal een vast omlijnd systeem speelt? De spelers krijgen het besef, hoe er gespeeld moet worden, dat de bal het werk moet doen, dat de bal afgegeven moet worden als men aangevallen wordt en in de vrije ruimte gespeeld moet worden. Als er perfect voetbal gespeeld wordt, zal geen enkel systeem het doelpunten maken kunnen beletten, wèl kan het scoren door systeem moeilijk gemaakt worden. Maar de
moellökheden zön er om overwonnen te worden. Als we die nu door goed voetbal kunnen overwinnen, waarom zouden wvj ons dan druk maken over het stopper-spil-systeem, want daartegenover ztJn weer andere systemen. Het vasthouden aan één systeem gaat alleen goed als men tegen een zwak elftal speelt. We kunnen het algemeen belang dienen, maar dan moeten we eensgezind de fouten onder de oogen durven zien en alle conservatieve gedachten opzU zetten. FL. DE ZEEUW, Rotterdam. Cemd. Oefenmeester.
De Trainerskwestie
Met buitengewoon veel belangstelling las ik in de Sportkroniek de artikelen van dhr. Ary Smit, trainer van Sneek en dhr. Douwe Wagenaar van De Volewijckers over de trainerskwestie. Dhr. Smit beziet deze zaak een beetje van één kant. Uit eigen ervaring weet ik, dat er onder de Holiandsche trainers zeer goede, maar ook waardelooze menschen zijn. Het is misschien wat scherp gezegd, maar de werkelijkheid is het. Maar hetzelfde geldt ook voor de buitenlandsche oefenmeesters, echter in mindere mate, daar bv. een Engelsche trainerin elk geval de techniek volkomen beheerscht en zijn prestige een hartig woordje meespreekt. Zoo zullen de spelers eerder geneigd zijn een raad aan te nemen van een buitenlander (meestal een oud prof) dan van een landgenoot en verder maken de perfecte baloefeningen van een prof meer indruk.
Dhr. Smit schrijft: „behaalde het Ned. Elftal in de 20 jaren, die achter ons liggen, niet denderende successen?” Inderdaad, maar in die succes-periode beschikten wij toch ook over Bob Glendenning en wij moeten aannemen dat deze trainer een belangrijk aandeel in deze successen heeft gehad.
En over Kaufman schrijft dhr. Smit: „Nu wordt hij zonder vorm van proces aan den dijk gezet”. M.i. is van aan den dijk zetten geen sprake, ware het zoo, dan speelt dit geen rol, aangezien de beste menschen op de belangrijkste plaatsen behooren, onverschillig hoe hun naam of nationaliteit is. En als een vereeniging als Volewijckers een dure buitenlandsche trainer engageert, dan mogen wij toch wel aannemen, dat deze vereeniging daar wel reden voor heeft, op grond van ervaring. Over bestaanszekerheid zullen de goede Holiandsche oefenmeesters geen
zorg behoeven te hebben. Immers blijft het voor geen enkel vereenl-, gingsbestuur onbekend als een trainer bij een club zeer goede resultaten bereikt. Ongeschikte of onbekwame Nederlandsche of buitenlandsche trainers verdwijnen op den duur vanzelf. Edn geval van een buitenlandschen oefenmeester, die met aanbevelingen van onze allerhoogste voetbalautoriteiten rond liep, maar na bij enkele groote clubs te hebben gewerkt moest verdwijnen omdat hij geen engagement meer kon vinden wegens ongeschiktheid, bewijst dat de clubbesturen heusch niet over één nacht ijs gaan. Dat er onder de Holiandsche trainers buitengewoon goede oefenmeesters zijn, weet ik bij ondervinding, want mijn eigen vereeniging heeft een bekenden oud eerste-klasse speler geëngageerd, die blijk geeft over de allerbeste capaciteiten te beschikken, en dien wij dan ook voor den allerbekendsten trainer niet zouden willen ruilen. Holiandsche of buitenlandsche oefenmeesters?. Het .spreekwoord zegt: „de ondervinding leert!” Leiden. G. DE LANGE.
V ereenigingsproblemen
Problemen betr. geschikte vereenigingsfunctionarissen zUn er te over. Toch geloof ik, dat de meeste huidige leiders het zich moeilijker maken, dan noodig is. Ik ben van meening dat elke vereeniging vroeg of laat een groote terugslag ondervindt, wanneer het organisatiewerk op slechts enkele menschen neerkomt. Toen ik voor ongeveer 10 jaar mijn functie als voorzitter van onze vereeniging (V. 1.0.5.) aanvaardde, was het ook bij ons niet erg best gesteld met de k e r n. Ik heb dit aangevoeld als een zeer zwak punt. De elftalcommissie bestond uit 7 menschen, waarvan er ten hoogste 3 iets van voetballen afwisten. De rest was aanvulling omdat de reglementen het nu eenmaal voorschreven. Deze werkwijze was meestal oorzaak van verwikkelingen. Met het adspirantenwerk was het niet veel anders. En al het andere werk kwam neer op de bestu 1 'leden, waarvan er ook waren die de persoon niet van de zaak konden onderscheiden. Er. toch ging het op dat moment niet zoo gek bij ons. Maar het gevaar school hierin, dat indien de besten uit het bestuur zouden gaan, er geen opvolgers waren. Wat was nu een eerste taak? Zorgen dat er een kern kwam van goede leden, bruikbare krachten. Ik ben toen begonnen de voetbalkenners uit onze vereeniging in te schakelen als adviseerende commissie voor de door het bestuur samen te
stellen elftallen. Zelfs schrok fit er niet voor terug om advies in te winnen bij eerste eiftalspelers bij belangrijke beslissingen. Dit heeft wel veel critiek gekost van mede-bestuursleden.
Zoo ging het ook in de adspirantenafd. Bij de vele leiders die ik heb meegemaakt, waren de meesten wel geschikt om als toeziende voogd te fungeeren, maar als leider van het adspirantenwerk in zfln geheel mankeerde er wel eens wat aan, en wanneer zoo’n bepaalde leider zijn werk neerlegde, ontstond er een leemte, die meestal niet aan te vullen was. De propagandacommissie was voor de opposanten een welkome gelegenheid om als lid daarvan ondermijnend werk te verrichten.
De grootste fout bestaat hierin, dat we ons te veel inbeelden, dat wij het als bestuurders alleen weten, vooral In de z.g. Volksvereenigingen. Gezien de resultaten bij ons om ik tot de volgende conclusie: Een bestuur kan gerust gevormd worden uit menschen die wel organisatie-begrip hebben'zonder dat deze uit de directe voetbalwereld voortkomen. Zij moeten echter zorgen, voor wat betreft de technische voetbalprobiemen, geroutineerde menschen om zich heen te krijgen. 'Voor het adspiiantenwerk, naast eenige ouderen, neme men hoofdzakelük jongeren uit eigen kweek. Dit kunnen later de opvolgers worden in het bestuur. ■Voor het onontbeerlijke propagandawerk kan men gerust donateurs inschakelen. Deze zijn van onschatbare waarde voor den uitgroei van het ondersteunend corps en kunnen de gezellige avonden verzorge.i. In de commissie moet een bestuurslid zitting hebben als adviseerend lid en schakel tusschen commissie en bestuur. Op deze manier is het ons gelukt een kern te kweeken van zeker 30 tot 40 werkers, die stuk voor stuk berekend zijn voor hun taak. Zoo voeden wi) ons zelf op als vereenigingsleiders met verantwoordelijkheidsgevoel omdat wij weten dat elk onderdeeltje van ons werk een belangrijke schakel is in het geheele vereenigingsbestel.
En goed-georganiseerde clubs ztjn even hard noodig als een goed elftal! W. WASMUS, Den Haag. Voorz. V.LO.S. SPORT EN BIOSC3OOP \antal bezoekers in Den Haag: bij sportwedstrijden'bil de bioscopen 1916 66.000 1.471.000 1940 210.000 4.757.000 1015 353.000 6.626.000 " Ja, de voetballerij moet In Den Haag heusch uit het moeras en In het uitbreidingsplan moet een Stadion wor-, den opgenomen!
Dancing
TABARIS
Wagenstraat 68 Den Haag
Telefoon 116915
heeft steeds het beste Dansorkest
V\Zilt U lekker PKIF^ Bezoek» CAFE-RESTAURANT jY , “T W. PLANJE, Overtoom 81, Adam
INDISCHE RIJSTTAFEL
\
BAR
RESTAURANT DANCING
„CASABLANCA”
GROOTE KROCHT 1 TELEFOON 2264
ZANDVOORT
Van den Broek's Wildhandel
Hef adres voor wild en gevogelte
AMSTERDAM; Daniël Staipertstraat 84, Tel. 28323 BEEMSTER: 46
Van Vollenhoven's Bieren
Sinds 1733
BEVER vouwstoelen! – Onmisbaar Op REIS en I bij Sportwedstrijden I ’ AANVRAGEN VOOR DEN HANÜED I BM DEN. FABRIKANT: I Handelsvennootschap I EDKA j Keizersgracht 416, Amsttirdam C.