SVV—NOAD 4—o

Wedstrijd van gemiste kansen

Van de 7 opgelegde kansen, die elke ploeg kreeg, gebruikte SVV er 3. 1 keer schoot een Tilburger In eigen doel en de Tilhurgers misten alle 7 schone gelegenheden op een doelpunt, zodat het 4—O voor de Schiedammers werd. 7—7 had dus ook gekund en als Engel dan niet in eigen doel had geschoten, had NOAD nog gewonnen.

Het was dus wel een wedstrijd van gemiste kansen. Könemann. Schrumpf en de Bruyn maakten geen gelegenheid van opgelegde kansen en b|j NOAD waren het Wagenaar, die een strafschop in handen van Opschoor schoot, Loucr 3 keer, van Hccswijk, Engel en nog eens Wagemakers die beslist geen goal wilden maken.

Scheidsrechter G. Eèden uit Leeuwarden kan het wel, maar Biet goed. Hij was de directe oorzaak van het eerste doelpunt toen hij door Rombout groggy Werd geschoten, de bal kwam Van zijn hoofd bij Gosens, die hoog op doel schoot, waarbij den Turck de bal voor Könemann sloeg die geen moeite had om te scoren. Met buitenspel-beslissingen was hij er nogal eens Baast, ondanks de hulp van twee Béutrale grensrechters en tweemaal gaf hij ’n vrije schop buiten bet strafschopgebied tegen SVV, terwijl de overtreding er positief vèr binnen was. En dan het geval Schrumpf. Hij is geblesseerd, maar probeert het telkens opnieuw om prompt uit te vallen. Zo ook tegen Noad. Bij de eerste trap was het al te zien dat het net ging zoals het hoorde. Na 20 mln. ging Schrumpf er uit en de reserve sprong gelijktijdig op om zijn plaats in te nemen, volgens plan. Ik heb Batuurlijk niets tegen SVV, maar volgens de spelregels mag een speler niet worden vervangen, die wegens een oude blessure Uitvalt. Scheidsrechter noch tegenpartij hadden echter bezwaren, dus vooruit dan maar. Drie minuten na het openingsdoelpunt kwam no. 2 door Könemann na goed spel van van Schijndel en de Bruyn.

S’W speelde ver beneden haar gewone vorm, maar dat was nog volop voldoende om de baas over NOAD te blijven. In de voorhoede vooral brachten de bezoekers er niet veel van terecht. De enkele keer dat Vriens er helemaal doorheen was, werd hij onderuit gehaald, doch de strafschop schoot Wagemakers recht op Opschoor, aan, die dus geen moeite had om te stoppen. Van der Horst had inmiddels de r.- buitenplaats van Schrumpf overgenomen. Ook na de hervatting steeg het spel niet tot grote hoogte. Engel deponeerde een voorzet van v. d. Horst fraai in eigen doel, dhr Eeden vergat helemaal de regel van het voordeel, v. Lith knalde ’n voorzet Van V. d. Horst langs den Turck en Noad bewees dat er met haar systeem, n.l. twee vooruitgeschoven binnenspelers en achterblijvende buitenspelers en midvoor volop kansen kunnen ontstaan, die echter alleen ook gebruikt moeten worden om er wat aan te hebben. Het was misschien voldoende om in het Zuiden kampioen mee te worden, maar in de strijd om de mationale titel geloof ik niet, dat er veel successen mee gehaald zullen worden. Het bleef bij deze 4—o,

Feijenoord naar Turkije

Per K.L.M. vertrokken Donderdagmorgen de volgende spelers en officials naar Turkije, voor het spelen van een viertal wedstrijden: J. H. V. d. Bijl, P. L. Brandes, A. H. J. v. d. Hoek, J. Hoogvliet, D. Kardux, W. M. v. Kilsdonk, A. Koonings, G. J. v. d. Korput, H. J. Kroon, J. Linssen, J. C. Ijooyaard, A. Oldenburg, C. A. Prins, J. J. Schouten, J. F. Smulders, P. W. Steenbergen, A. de Vroet, Ph. Wolff Jr. Op 7 en 8 Mei wordt gespeeld te Ankara tesen Gencler en Angaragucu, op 14 Mei te Istanboel tegen Demirspor en op 15 Mei tegen een nader aan te wijzen stedelijk elftal.

Om de Moormanbeker

Op het terrein van Xerxes speelden Rotterdam en Utrecht een wedstrijd om uit te maken welke afdeling in de volgende ronde komt voor deze trophee. Het werd Rotterdam, na strafschoppen. De Utrechtenaren beschikten over een elftal van gelijkmatige krachten, zonder uitblinkers, maar toch een goed geheel. Rotterdam was doorgaans technisch iets beter, kreeg ook betere kansen, maar middenvoor Barendrecht had geen geluk bij verschillende makkelijke kansen, en paal en latwerk waren zijn tegenstanders en bovendien nog een prima doelverdediger, van ’t Vérlaat van Odin. Deze knaap heeft heel wat ballen uit zijn doel gehouden en kan op een prima wedstrijd terugzien. Kort voor het einde kwam eigenlijk pas de spanning. Meiboom, van HWD scoorde listig in een onbeschermd bovenhoekje, maar Utrecht diende van repliek en met een strak schot van Scherpenzeel was de stand spoedig weer gelijk. Hoewel lat en doelman succes voor Rotterdam in de weg stonden, het bleef I—l en er moest verlengd worden en hoewel Utrecht het nog zwaar kreeg o.a. bij een kopbal van Barendrecht op de lat en een schot idem van dezelfde speler en een vliegend schot van Breur, strafschoppen moesten beslissen. Utrecht wilde alle strafschoppen door één en dezelfde speler laten nemen, Rotterdam door 3 verschillende spelers. De Domstad had zeker een deskundige op dat gebied, er werd om getost en Utrecht won, dus de Deskundige kwam aan bod en miste deskundig alle drie de Uweetwel. Rotterdam had geen deskundige, maar Val van RCR trapte er toch maar vlug een in, zodat Rotterdam de volgende ronde bereikte.

DHZ-ODS 2-8

't Is wat als je met 2—O voorstaat in gen promotiewedstrijd door doelpunten van Van Dijk en V. Neys en dan denkt, dat men op fluweel zit. Een inzinking bij DHZ en nog voor de rust maakten de Dortenaren gebruik van de depressie en door Groeneweg en 80l jé werd het al gelijk. In de tweede helft was het al Dordrecht wat de klok sloeg en Fok schoot en Hamels kopte en Boljé, Groe. neweg en weer Boljé schopten er vijf in en DHZ kreeg nog een doorslag in de vorm van een strafschop, waaruit Boljé de achtste ter wereld bracht. Het kan verkeren zei Bredero.

DJS—SIOD o—2 Eerste helft gedecideerd voor DJS, maar slechte afwerking bracht geen doelpunten. Siod deed het beter in de tweede helft. Kouwen strafte een fout van Rondeltap af en Dracht vreugde over de oranjehemden. Breukhoven miste een pracht kans op de gelijkmaker waarna v. Biezen met een waarlijk schitterend schot 2—O deed noteren voor SIOD. Snijders v. DJS en de Wildt van Siod waren de grootste figuren in deze wedstrijd, toevallig beiden aanvoerder en scheidsrechter Siem Bosch Js eigenlijk te goed voor dit soort wedstrijden, die moet eens de Ie klas in. Hij verdiend het en hij kan het. AARNOUDSE.

Welke tactiek paste het Ned. Elftal toe?

(Vervolg van pag. 1) I—O scoorde, wij met 4—l zouden winnen? Wat zullen de opdrachtgevers hebben zitten piekeren bij dit eerste doelpunt, terwijl toen juist het S.S.S. gespeeld werd Vanaf dit moment werden alle opdrachten door de spelers op zij gezet en konden de Fransen hun opdracht (als die er tenminste geweest is) niet meer uitvoeren.

Beloonde moed Men hoorde van alle kanten de uitroepen; „van Bun blijf bij je buitenman; Schijvenaar dek je vleugel; Terlouw denk om die midvoor” —, maar zij hadden lak aan al dat geschreeuw, zij gingen op winst spelen en hun moed werd beloond.

En inderdaad, men zag de vleugelspelers van Frankrijk vrij staan; men zag dat Terlouw de Franse midvoor losliet, maar daarbij kon men ook zien. dat één van de Hollanders de bal in zijn bezit had. Zij kregen vertrouwen in hun doelverdediger en speelden de bal rustig terug als dit nodig was en deze wist wel raad met de bal en wisselde lange met korte trappen af daarbij goed geplaatst naar een medespeler, zodat de Fransen steeds voor een raadsel stonden wat er ging gebeuren. Zonder te beweren dat de Munck beter zou zijn dan Kraak hebben we toch het succes van deze wedstrijd grotendeels aan de Munck te danken, door zijn juist inzicht. Maar hier dient direct bij opgetnerkt te worden, dat hij de gelegenheid kreeg afwiselening in zijn spel te brengen door het vrijlopen van zijn medeverdedigers, iets wat wij in vroegere wedstrijden van het Ned. Elftal niet hebben kunnen constateren. Kraak is altijd gedwongen geweest zijn heiligdom met lange verre trappen te zuiveren, omdat hij de bal niet aan een medeverdediger durfde te geven, wetende dat zij door een gedwongen dekking een aanvaller in hun nabijheid hadden. Door de ophouw van het spel in de wedstrijd tegen Frankrijk, kregen we in het middenveld een veldmeei'derheid en kon Van Schijndel of De Vroet mee ten aanval trekken en zo gebeurde het dat inplaats van een vijfmansvoorhoede momenten waren dat er zes voorhoedespelers in de voorhoede opereerden. Dit leverden ons doelpunten op, doelpunten welke tegen elke stopperende verdediging gemaakt kunnen worden, immers er staan op die momenten zes aanvallers tegen vijf verdedigers. FLOOR DE ZEEUW

VSV—AGOVV I—o

Geen landskampioenschap-voetbal in Velsen

Liefhebbers van geraffineerd samenspel, vakkundig „plaatsen", spelen in een boog tempo en tenslotte dit alles besloten met klinkende schoten, zijn deze middag in het Velser Sportpark, dat lang niet was uitverkocht, maar matig aan hun trek gekomen. Het vertoonde spel was met „Zde klas” waarschijnlijk nog te hoog getaxeerd”; in ieder geval had het met „landskampioenschapsvoetbal” alleen maar de naam gemeen.

De Apeldoornse supporters verkondigden om ons heen, dat het slechte spel van hun favorieten als oorzaak had de levendige bal en het effectvolle terrein. En, inderdaad, de bal maakte soms vreemde bewegingen, maar dit als verontschuldiging te accepteren voor het primitieve voetbal, dat de AGOVV’ers en ook de club vaak vertoonden, is wel wat veel gevergd. Vooral in de eerste helft werd er ook weinig enthousiast gespeeld. Het aantal keren, dat de speler, die de bal kreeg toegespeeld heel vaak door de tegenpartij met het plaatsen van de bal wachtte, totdat een tegenstander hem het leder afhandig maakte of hem dusdanig hinderde, dat zuiver afgeven onmogelijk was, was legio. In zwak voorhoedespel deden beide ploegen niet voor elkaar onder.

Bij VSV speelden vooral de beide binnenspelers Balvers en Stricker zwak. Ze leken ons niet volkomen fit en dit drukte zijn stempel op het spel van de gehele voorhoede der IJmuidenaren. Van Onselen had in spil Jonker niet zo’n trouw bewaker als destijds in Krijgh, maar ook nu bleven zijn flitsende doorbraken en felle schoten achterwege. En daar Stek ook al matig op dreef was, was Sterk, hoewel ook al niet in top-vorm spelend, feitelijk nog de beste IJmuldense aanvaller. Het Apeldoornse aanvalsquintet maakte ook al geen grote indruk. Bepaald zwak was het spel van de vleugel Loois De gevaarlijkste aanvallen werden door Beumer en Hanskamp geleid, maar in ’t benutten van kansen bleken deze spelers ook al niet uit te blinken. De AGOVV midvoor kreeg na de rust van Beumer een kans om van te watertanden, doch in plaats van de bal met het voorhoofd naar beneden te koppen, werkte hij het leder met de schedel over de lat. Over de vraag, of VSV de wed-

strijd verdiend had gewonnen, liepen de meningen nog al sterk uiteen. Maar als de IJmuidenaren hem verdiend in de wacht hebben gesleept, dan komt de eer daarvan toe aan hun defensie, die, met Spaans, Stijger en Snijders als meest opvallende spelers, een betrouwbaarder indruk maakte dan die van AGOW, waarin spil Jonker nog het beste werk verrichtte en doelman Veenhuizen de ene keer de indruk vestigde „er heus wel wat van te kunnen”, om in het volgend ogenblik de bal bij hoge voorzetten radicaal mis te slaan.

In de eerste helft werd er aan beide kanten bepaald mat gespeeld. „Het lijkt wel, of ze lood in de benen hebben”, zei een Apeldoorner naast ons. Zelfs toen Sterk uit een door Stek genomen vrije trap zijn club de leiding had gegeven, prikkelde dit nóch VSV, nóch AGOVV tot groter krachtsinspanning en grootser daden. Een paar harde schoten van Hanskamp en Beumer, keurig door Snijders gestopt, en een hard schot van Balvers tegen Veenhuizens deklat, vormden a.h.w. een oase in de woestijn. Na de rust zat er wel wat meer gang in de ploegen, maar werkelijk kampioensspel werd maar weinig vertoond. Over het geheel bleven de verdedigingen de baas over de respectieve voorhoedes, hoewel dient erkend, dat dit voor de Apeldoornse ploeg met de meeste moeite gepaard ging, vooral toen bij VSV Balvers zich door de Graaf liet vervangen, wat de stootkracht van de VSV-linkerwing ten goede kwam. VSV kreeg een uitstekende gelegenheid om zijn voorsprong te vergroten, toen scheidsrechter Marrink, die de kamp goed leidde, aan Van Gelder gelegenheid gaf te tonen, hoe strafschoppen moeten worden genomen. Helaas voor VSV „sti'aalde” zijn rechtsachter lelijk voor dit examen: Huizenhoog vloog de bal over de lat!

BW—Heerenveen 2—3

Morele opdoffer kostte BVV de overwinning

Er zullen ongeveer 18 minuten In de 2e helft gespeeld zijn, toen Van Overbeek, die met rechtsbuiten v. Benrden inmiddels van plaats was verwisseld, een rush op het Heerenveendoel ondernam, enkele Friezen passeerde en toen met alleen Veenstra voor zich werd „gevloerd”. Penalty! zo meenden velen en wij ook, doch scheidsrechter Heeneman liet tot grote teleurstelling van duizenden Bosschenaren en niet het allerminst van de BVVspelers doorspelen. Kostte dit de referee een fluitconcert, wat altijd toch affceurenswaardig blijft, BVV kostte dit uiteindclUk de nederlaag, want de rood-zwarten waren hierdoor zó ontdaan, dat, voordat zij over deze morele opdoffer heen waren, de Friezen kans hadden gezien de stand gelijk te maken. BVV startte uitstekend; met vlotte en snelle combinaties trokken zij op de Heerenveenveste af waar Veenstra al dadelijk in actie moest komen. Ook het Bossche doel ontsnapte ternauwernood aan doorboring, toen Saris te ver was uitgelopen en Abe Lenstra in het verlaten doel schoot, waar nog juist bij

tyds Schrover was teruggekeerd om het gevaar op de doellijn te keren. Met goede passes zetten Remmers en Sluiter liun voorhoede aan het werk en Donhuyzen toonde zich weer de grote verbindingsspeler, die met passes in de lengte, dan weer in de breedte zijn medespelers kansen schiep en de Heerenveense verdediging voor vaak moeilijke problemen plaatste. Hoewel de thuisclub zovrel technisch als qua positiespel beter was dan de bezoekers en hun aanvallen talrijker waren, duurde het toch nog ruim 35 minuten, eer Donhuyzen een misverstand tussen doelman Veenstra en de back Lenstra met een doelpunt kon afstraffen.

Het aantrekkelijke spel der Bosschenaren stak wel erg af tegen het ietwat matte spel der Friezen waarbij Abe Lenstra nog niet erg opviel, al deed de Fries nu en dan uitstekende dingen.

De tweede helft was een voortzetting van het offensief, dat de rood-zwarten reeds in de eerste helft hadden ingezet en een viertal corners binnen 3 minuten warén het eerste resul-

taat. In de tiende minuut wilde doelman Veenstra in het nauw gedreven de bal naar V. d. Laan werpen, doch v. Overbeek had het bekeken en op nieuw kon de Friese doelman vissen. Toen deed zich het bovenvermelde feit voor, waardoor de sportieve wedstrijd enigszins in forser spel ontaardde. Jonkman maakte van de inzinking der BVV-ers een dankbaar gebruik en scoorde in een volle ren onhoudbaar. Steeds feller kwamen de „pompe blêdden” hierna opzetten. Een vrije schop op veertig meter afstand kwam goed voor het Bossche doel waar Saris (inplaats van de bal te vangen) het leer voor de voeten van de aanstormende Hofma stompte en de Heerenveense linksbuiten bracht van dichtbij de partijen weer op gelijke voet. Eerst toen kwam Abe los. HU gaf allereerst enkele kansen aan zijn medespelers. Toen dat niet lukte en hij de bal kreeg toegespeeld, probeerde hö het zelf maar; passeerde enkele BVV-ers en lostte toen een schuiver, die door V. d. Sluys van richting werd veranderd en In de rechterbenedenhoek verdween. Abe had zUn werk gedaan, ging de verdediging versterken en voor de Bosschenaren was er toen geen doorkomen meer aan. Geheel onverwacht hadden de Friezen revanche genomen en leed BW haar eerste nederlaag , iü dit seizoen.