/ BESCHIKBAAR \ Grote en kleine \ y practlsch ingerichte X lalen voor vergaderingen, \ I recepties, conferenties, familiefeesten enz. met H volledige accommodatie. In H het centrum van den Haag, H dus voor een ieder H gemakkelijk te bereiken. H Tijdige reservering H gewenst, vooral H voor de mooie

Demonstratiebord voor Voetbaltheorie Verscheidene verenigingen gebruiken reeds een demonstratiebord voor voetbaltheorie, waarbij magneten worden toegepast. Het bord en de sehijven, die de spelers voorstellen zijn van ijzer en de sehijven zijn magnetisch. Het grote voordeel is, dat de oefenmeester met de sehijven zeer overzichtelijk en snel de spelsituaties kan weergeven óp het groene bord, waarop de lijnen van het voetbalveld wit zijn geverfd. Dhr. Paul van Daal van de firma Drystick uit Waalre bij Eindhoven is er nu in geslaagd de magneet permanent magnetisch te maken. In dit magneetsysteem zit Philips Ticonal staal verwerkt. De trekkracht van de magneten is zeer groot. Het demonstratiebord is 100 c.M. bij 65 c.M. De magneten zijn rond, gespoten met celluloselak en genummerd, zodat een overzichtelijk geheel verkregen wordt. J. V. d. DECK

Maasstad-Mijmeringen

DE SCHOK.

Ik weet niet, of u het gemerkt heeft, maar Rotterdam heeft gedreund op zijn grondvesten. En dat kwam toch heus niet, omdat alle heiblokken, die in ons centrum hun opbouwlied blazen, tegelijkertijd werden neergelaten. Het was veel erger. Warit er was plotseling een bericht, dat die stoute Italianen, kromgebogen onder hun balen lires, nu ook al bezig waren ons aller Rinus weg te halen. Ons eigen Terlouwtje. Voelt u, sportminnende schare, met ons mede de schok, die door onze lijven is gevaren? Maar een aardbeving komt nooit alleen. Want de naschok was een officieel communiqué uit het hoofdkwartier van Z.M, de Voetbalkoning van Asurië, dat in het latijn luidde: Es ist nicht wahr verdorie. Dus ’t was Lagendaal niet, maar Jansen. |

Toch, als ik mijn iiriend Eric, die tegenswoordig sportpraetjesmaker is, mag geloven, is er toch wel een kwantiteit humus aan de knikker. Want Rinus heeft wel ’n briefje gekregen uit Macaronië, maar het stond in het Italiaans, dus het kan best een reclamepamfletje geweest zijn over een nieuw merk racefiets. Niettemin gaf Rinus, onze Rinus, blijk volkomen in de Rotterdamse zwoeg-ping-ping-beurssfeer ingeburgerd te zijn, door (blijkbaar op een persconferentie) uit te roepen: Ik vind het best; maar dan zullen ze (en dat benne dan de Italiaanders) over de brug moeten komen. Vooral dus niet door de tunnel In elk geval is dat gespierde taal van ons Terlouwtje en wie zou anders verwacht hebben van deze stoere vaderlander. Hij schijnt trouwens niet alleen te staan, want Eric schrijft, dat hij zo wel een paar spelers uit de geliefde Maasstad kan opdreunen, die allemaal elke morgen naar de bas rennen, om te zien, of hun Italiaanse brief er al is met zoveel nullen voor de komma. Maar zolang het nog niet echt waar is, noem ik geen namen, zegt hij en dat vind ik flauw. Nu waren we zo echt op dreef en nu begintie plotseloos zo ongezellig geheimzinnig te doen. Is het dan zo erg? Ik zelf ren iedere uchtend naar de gangmat om te kijken, of de brief er al is, die mij aanstelt als President van de Nederlandse Bank. TensJotte heb ik moderne talen; machineschrijven en diploma 100 meter rugzwemmen en bovendien kan ik prachtige pakjes maken van 100 papieren guldens met een kleefbanderolletje. Nou dan! |

Maar laat ik nou vanmorgen ook een voetbalder tegenkomen, in zijn autd (van dg baas) met pakjes. En Wullum, zeg ik, want ik ben intiem met ’m, al een brief uit Milanol De roetmazelen voor ze, merkt hij op. Ik kijk wel uit. Een wedstrijdje spelen, graag. Maar alleen maar voetballen en verder niks, ’t zou mijn dood wezen. Laat mij maar achter mijn stuurtje zitten. Bevalt me best! En met een toet was ie weg. Snapt u nou, dat er spelers zijn, die zo hun eigen geluk in de weg staan? A. H. KENTERS.

Spelers die soms tegen zichzelf beschermd moeten worden

Bij een wedstrijd in de vierde klas KNVB waarbij de thuisclub de bovenste plaats bezette en veel sterker was, gebeurde het bij een zeldzame doorbraak der tegenpartij, dat de doelman bij een voorzet aarzelde met uitlopen. Hij deed dit toch, maar door zijn aarzeling kon hij een botsing niet ontlopen en werd dermate geblesseerd, dat hij na 10 minuten op het veld gelegen te hebben, moest uitvallen. De man zag zeer bleek en klaagde over pijn in de borst en kon alleenlopend de kleedkamer niet bereiken. Een speler nam toen de plaats onder de lat in, binnen twee minuten de rust aanbrak. U zult kunnen begrijpen, dat ik zeer verbaasd was de opgelapte doelman na de hervatting zijn plaats weer te zien innemen. Vanzelfsprekend deed hij zijn werk onder moeilijke omstandigheden, maar hij speelde de wfedstrijd volledig uit. Na afloop moest hij toch naar het ziekenhuis om zich te laten onderzoeken eh toen ik hem later op de middag tegenkwam, liep hij zwaar gebukt en nog zeer bleek, met de hand op de borst en men kon het duidelijk zien, dat hij veel pijn leed. Deze nog jonge doelman is zeer enthousiast en wilde ten koste van alles, zijn elftal niet in de steek laten. Door alles in het veld zo geforceerd mogelijk te doen, werd de scheidsrechter wellicht ook nog om de tuin geleid! Deze laatsten zijn nu allemaal geen artsen en kunnen dan ook event. inwendige kneuzingen niet constateren om het verder medespelen zodoende te beletten. Het enthousiasme van deze speler is m.i. zeer misplaatst; hij denkt in liet geheel niet aan zichzelf maar •Heen aan zijn club en hoe mooi

dit ook moge klinken, het is absoluut uit den boze! Uit het bovenstaande schijnt het toch noodzakelük te zijn dat het Bondsbestuur de clubbesturen op hun verantwoordelijkheid bq dergelüke excessen (want dat zijn het!) wijst en hen doet ingrijpen wanneer dit nodig mocht zijn, om zodoende de speler tegen zichzelf te beschermen. Een dergelijk ingrijpen is een nog groter verenigingsbelang! O

Het tweede geval speelde zich af in een competitiewedstrijd van de derde klas KNVB. Wederom is een doelman „het lijdend voorwerp”. Deze doelman was in zijn tijd een zeer goede keeper, speelde reeds in 1930 voor het eerste elftal en vele jaren lang, had de elftalcommissie geen zorgen omtrent de plaats onder de lat. De man was een goed sportsman en geen egoïst! Toen hij dan ook zijn tijd gekomen achtte, stond hij vanzelfsprekend zijn plaats af aan een jongere speler en ging zelf in een lager elftal spelen. In de loop der jaren werd echter vele malen door falen van diverse doelverdedigers een beroep op onze man gedaan en nooit tevergeefs! Zo ook nu, in het competitieseizoen 1949/’5O. |

Hij zal nu niet ver van de veertig jaar zijn, liet zich weer overhalen en stond weer in het eerste elftal onder de lat om een zeer belangrijke wedstrijd te spelen. Vanzelfsprekend deed hij door zijn enorme routine zijn werk nog behoorlijk goed, maar toch is het te zien dat hij er niet leniger op geworden was en zijn bewegingen waren dan ook heel wat stroever

dan die van zijn veel jongere collega aan de andere zijde. Ook het sprinten bij uitlopen is niet meer 100 % en dit onderdeel was hem in deze wedstrijd noodlottig. Hij kwam daardoor in botsing met een zijner tegenstanders en werd vrij ernstig aan het been gewond. Hij werd weer opgelapt, maar aan zijn gezicht kon men duidelijk merken, dat het spel voor hem geen pretje meer was. Hij was dan ook zo verstandig om tenslotte uit te vallen waarna een jonge doelman uit het derde door zijn optreden de ploeg het vertrouwen hergaf en zodoende een schijnbaar verloren wedstrijd nog in een gelijk spel werd omgezet. Onze man strompelt naar huis, is misschien enkele dagen niet in staat tot werken. Ik weet het wel, voetbal is nu eenmaal geen kinderspel en men moet tegen een stootje kunnen! Psychologisch kan ik mij er echter niet mee verenigen op onze velden dikwijls veel te oude spelers in eerste elftallen te zien spelen. Deze mensen, die dikwijls een prachtige staat van dienst hebben, verdienen toch zeker nog een aantal jaartjes zuiver voor hun plezier te spelen. En waar kan dat boter dan in reserve-elftallen, waar niet zoveel op het spel staat. Bovendien kan men dan een elftalcommissie van advies dienen doordat men automatisch de leiding neemt over jongere teamgenoten. Ook in dit geval dient de elftalcommissie (die toch de speler van zeer nabij kent) de speler tegen zichzelf te beschermen en dergelijke mensen niet meer in een hoogste elftallen op te stellen! Zij dienen ook hier uiteindelijk beter het verenigingsbelang omdat toch binnen afzienbare tijd tot vervanging moet worden overgegaan; uitstel van „executie” dus! Vooral in de lagere klassen van (Zie vervolg 8e kolom)

Loten we naar Rio de Janeiro? De drukke internationale periodd stelde ons persoonlijk in staat om | officiële interlandwedstrijden en 2 wone internationale wedstrijden t® zien in 12 dagen: Ned. Bondselftal-»»' Middlesex Wanderers (Woensdag), Frankrijk—-Joegoslavië, Racing Clufe de Paris Arsenal en Holland««| België, zodat we Nederlandse, Engelse; Franse, Joegoslavische en Belgisch® ' voetbalstei’ren met geheel verschillen-i de stijl in actie zagen. Over Frankrijk—Joegoslavië hebbel® we al het nodige getelefoneerd vooi de vorige Sportkroniek. De Franaïi sportpers is tot de zeer juiste coiw clusie gekomen, dat de Fransen doo( deze tweede I—l hun grote kans ge»! mist hebben, want de Joegoslave® waren te Parijs niet erg overtuigend Ze zullen in Milaan, waar de FranseS de morele steun van het publiek zulleß missen, wel beter voor de dag ko* men, al ligt het scherpe dekkingsspel der Fransen helemaal niet aan de; Balkanbewoners, die meer vrijheid; van bewegen gewend zijn. „We kunnen tegenover hen maar niet op drecÉ komen”, zei hun beste speler, de minuscule rechtshalf Zlatko Tchaikovskl na afloop. De voornaam Zlatko vaß deze 1.62 grote voetballer beduidt „goud”, we zouden hem dus Goldeö kunnen noemen. , ' ~

Na deze twee gelijke spelen zou he| niet vreemd zijn als de twee klaarblijkelijk gelijkwaardige elftallen ook in Milaan niet tot een beslissing komen. In dat geval wordt er tweemaal een kwartier verlengd, wat in het voordeel der beter getrainde Fi-anse profs mag heten. Apropos, de Joegoslaven heten amateurs, anders hadden ze niet aan het Olympisch voetbaltournooi mogen deelnemen! 4 van hen zijn student, 1 is typograaf en de 6 anderen zijn staatsambtenaar met verschrikkelijk veel vrije tijd om in staatsdienst te voetballen en te trainen. Als in Milaan na het halve uur verlenging, dat geheel wordt uitgespeeld, ook als er een doelpunt is gemaakt, de stand nog gelijk is, moet geloot worden, wie naar Rio mag.

Ibrir mocht ziek worden. Een der meest besproken spelers uit deze Parijse wedstrijd was de lange Arabische keeper Ibrir, die 1.82 haalt en even ver uittrapt als de Munck. Na zijn schitterende wedstrijd in Belgrado stond zijn herkiezing vast, maar het noodlot wilde dat zijn remplacjant Favre, die de eeuwige reserve dreigt te worden met zijn 15 verkiezingen tot invaller zonder ooit mee te mogen doen, een week voor de wedstrijd een handblessure opliep en uitgeschakeld werd. Het reglement op de wereldbeker bepaalt, dat de landen 10 dagen voor de wedstrijd de namen van 22 spelers moeten opgeven, om ongcrechtigde spelers te voorkomen, |

Bij de 22 Franse namen was geen’ derde doelman, zodat Angel (Lille) en Lorius (Sochaux), die 3e en 4e in de appreciatie de. elftalcommissie! stonden, niet in aanmerking kwamen. Darui is in ongenade geraakt en Vignal volkomen uit vorm, zodat het kopje „Vignal gepasseerd”, dat we bij j de publicatie van het Franse elftah lazen in een der Nederland.se ochtend-; bladen, min of meer belaehelijk aan-' deed. Een deskundige sportredactie moest weten, dat Vignal al vóór Bel-, grado niet eens meer in aanmerking was gekomen.

fratts^’^hrief

We zagen vier wedstrijden in tijds

DARIJS, 2 November. Het -Europa geen gebruikelijke tijd voor internationale spaart die liever tot de lente, als de elftallen beter zü” en de kans op slecht weer minder groot is. Toch speelt elftal nu twee interlandwedstrijden in één maand tegen en Denemarken; Frankrijk zou zelfs tot 3 in één maand ®b (30 Oct. Joegoslavië, 13 Nov. Tsjecho-Slowakije, beide te Nov. Joegoslavië te Milaan), als de Joegoslaven niet gevraagd ** de beslissingswedstrijd 14 dagen uit te stellen. Nu zal op 11 worden uitgemaakt welk van beide landen naar Rio dc Ja**® Baan. . ... . . _

Hoe dan ook. Frankrijk zat zC der reservekeeper en men besloot in geval van nood midvoor Sara Ij onder de lat te zetten. Om de k*). daarop zo klein mogelijk te dronk Ibrir, die niettegenstaande zijn nevenbef‘”_ van caféhouder in Toulouse, tot me verbazing van zijn elke dag warme grocjes om ] griepbacillen onschadelijk ta mal' ft nc'* De dertigjarige Ibrir, die op " igX tober als international debuteer (, was voor enkele jaren .(j der in Algiers, waar hij in een amateurclub speelde. Voor *.• j, voetbal mocht hij als amateur betaald worden en daarom bczorë zijn club hem het baantje bij dc i; zonder dat hij echter ooit op tramwagen kwam te staan. Hij j alleen elke week zijn salaris jj Toen hij in 1947 bij Toulouse echt m i roepsvoetballer werd, vond men hij als keeper te veel op zijn dodLy t bleef staan en te weinig uitliep- ® 1

jj®*'!geerde die fout door tegenwoor,ij en zover uit te lopen, dat elke wedstrijd een paar ballen Ijj of wegtrappen, omkjj. zich buiten het strafschopbevindt en daar zijn handen hieer gebruiken mag.

' Voetbalrage in Bordeaux. Bordeaux op 6 Dec. in Den aag een lichtwedstrijd tegen VUG V Spelen na 2 dagen tevoren zijn l! ®®Btiewe – 'rijd in de Noord Frand, Ro jbaix verwerkt te hebben dj Bai'der tege.' Darui!) vermelden gerieve van de Nederlandse dat het elftal van Bor-20ort volkenbondje is met ai) , 1 Parijzenaar, 1 Marseilgenaturaliseerde Pool, 1 gena-Spanjaard, 1 Nederlander, lltg . ®*hburger en ook 2 oorspronkejf hwoners van Bordeaux. De Hirsht afwisselend links- en naast de 31-jarige Lu- I *gse goalgetter Libar, een voor-

oorlogse tegenstander van het Nederlands elftal en van het Zuidelijk elftal. Er is in Bordeaux zo’n voetbalanimo, dat het stadion met 22.000 plaatsen reeds sinds enige weken uitverkocht is voor de wedstrijd Bordeaux—Lille op 12 Februari! Arsenal in Parijs. En tot slot de jaarlijkse wedstrijd Racing Club de Paris—Arsenal, die, ten bate van de oorlogsslachtoffers 1914—'18, steeds op Wapenstilstandsdag of Allerheiligen in Parijs gehouden wordt sinds 1930, met uitzondering nauurlijk van de oorlogsjaren. Hoewel •het Engelse beroepsvoetbal waarvan Arsenal een waardig representant is, beslist hoger moet worden aangeslagen dan het Franse, hadden de Londenaren na de bevrijding geen enkele maal meer kunnen winnen in Parijs (2—l voor de RGP in 1946, 4—3 voor de RGP in 1947 en 3—3 in 1948). Volgens alle regels der voetballogica zouden ze ditmaal echter royaal moeten zegevieren, want tegenover Arsenal, dat na een zwak begin ineens op dreef was gekomen door in zijn laatste 10 leaguewedstrijden ongeslagen te blijven met 7 overwinningen en 3 gelijke spelen, kon de Racing Club de Paris slechts haar momenteel zeer middelmatige en zeer wisselvallige ploeg stellen, die met 9 punten uit 10 wedstrijden tot de middelmoot in de Franse competitie behoort. Maar de voetballogica is niet altijd logisch: de Parijzenars toonden zich volkomen gelijkwaardig aan de Londensé ploeg, die volledig naar de lichtstad gekomen was en de 35.000 toeschouwers op Allerheiligen kregen meer voetbalgenot dan 2 dagen tevoren bij Frankrijk—Joegaslavië. Dat kwam doordat de R.C.P. en Arsenal beide opbouwend voetbal ten beste gaven zonder te vervallen in de stijl van ..niet dan over mijn lijk (zult ge naar Rio gaan)”, die de landenwedstrijd gekenmerkt had. Tegen Lille en Arsenal pleegt de wisselvallige RGP zijn beste spel ten beste te geven, en al telt de club momenteel geen enkele internationaal meer, de 7 oud-internationals speelden alsof ze nog in het Franse elftal zaten. Met een fenomenaal schot deed de Parijse midvoor Quenolle vlak voor rust de bal van 30 meter afstand in de uiterste bovenhoek verdwijnen en de Racing behield zijn I—O voorsprong tot een half uur voor het einde.

Waarin R.C.P. en Haarlem overeenstemmen.

Toen maakte Arsenal’s aanvoerderlinkshalf Mercer gelijk en 10 minuten voor het einde besliste Logie met een handige kopbal de strijd in het voordeel der Britten, die daarmee voor het eerst op Parijse bodem wonnen sinds.... 1937. Voor de R.C.P., die in deze wedstrijd volkomen gelijkwaardig aan Leslie Compton, Macauley, Koper c.s. was geweest, een uiterst eervolle nederlaag tegen de club met de productiefste voorhoede van heel Engeland (33 goals dit seizoen reeds), maar niemand in de Franse voetbalwereld zal het vreemd vinden als Zondag a.s. hetzelfde Racing-elftal zijn competitiewedstrijd tegen Rennes, dat in de onderste gelederen van de ranglijst te vinden is, verliest. De R.C.P. heeft op het gebied van wisselvalligheid dezelfde reputatie als Haarlem tientallen van jaren in Nederland. M. J. ADRIANI ENGELS.

De roep om de jeugd Hoe vaak slaakt een vereniging niet de verzuchting: waar blijver de jongeren, die bereid zijn zitting in het bestuur of in een commissie te nemen? Waar zijn de jongeren, die voelen voor het Bonds- of de Afdelingsbesturen, of de verschillende daarbij behorende commissies? Kijk maar eens rond en zie, hoe het beleid voornamelijk in handen ligt van ouderen. Natuurlijk merendeels prima-prima, waarbij ervaring een belangrijke rol speelt, doch wij mogen ons niet in slaap laten sussen door de gedachte: de oudjes doen ’t nog goed. Daarmee is qnze voetbalbeweging niet gebaat. Er moeten jongeren komen, met frisse denkbeelden, met initiatief en moed om nieuwe plannen te ontwikkelen en tot rijpheid te brengen. Tegelijk moet men hen inwijden in de geheimen van het „vak”. In Zalt-Bommel wordt een proef genomen met een jeugdgemeenteraad. Jonge mensen, die onder bekwame leiding worden ingewerkt in het gemeentelijk beleid en bovendien na eerst kennis genomen te hebben van verschillende vraagstukken, in de gelegenheid worden gesteld om hun eigen licht daarop te laten schijnen. Dit lijkt ons stellig ook voor onze voetbalgemeenschap het overwegen meer dan waard! Mogelijk leidt deze publicatie tot een nuttige gedachtenwisseling, waaruit dan een vastomlijnd plan kan ontstaan. Het is inderdaad nodig!

Spelers die soms tegen zichzelf beschermd moeten worden

(Vervolg 3e kolom) de KNVB wordt door dikwijls kleine verenigingen, door gemis aan jong bloed, veel te dikwijls een beroep op oudere spelers gedaan en voeg daarbij het feit, dat er in die klassen dikwijls veel „harder” gespeeld wordt (gelukkige lichaamsbeheersing!) dan is het duidelijk in het behang van onze amateuristische voetbalmaatschappij, ook voor spelers in eerste elftallen, een uiterste leeftijdgrens vast te stellen. Bij onze scheidsrechters in de KNVB is dit reeds het geval, maar de grens die voor hen geldt, is m.i. voor een speler veel te hoog! J. KOCH.

Spelregel-Rubriek

De Vrije Schop (Vervolg Sportkroniek 17 October 1949) Regel 13

De vrije schoppen worden in 2 soorten onderscheiden:

a. directe; b. indirecte. Het verschil is duidelijk. Uit de directe kan ineens worden gedoelpunt, uit de indirecte niet, dat wil dus zeggen dat de bal voordat hij door het. doel gaat eerst moet zijn gespeeld of aangeraakt door een andere speler hetzij vriend of vijand. Let wel, een scheidsrechter of grensrechter telt in deze niet mede. Toch kan niet altyd een doelpunt in eens worden verkregen uit een directe vrije schop. De tegenpartij van de nemer kan n.l. geert doelpunt uit de vrije schop verkrijgen. De daaraan ten grondslag liggende gedachte is duidelijk; geen voordeel voor de tegenpartij, dus trapt degene, die de vrije schop in eigen doel neemt in eigen doel geen doelpunt maar een hoekschop. Waarop moet de scheidsrechter nu letten bij elke vrije schop?

le. de bal moet stilliggen; 2e. de bal moet op de juiste plaats loorden gelegd; 3e. de nemer mag de bal niet r>oor de tweede maal spelen voordat een ander de bal heeft aangeraakt; 4e. de spelers van de tegenpartij moeten op 9.15 meter van de bal staan tijdens het nemen van de schop. Een uitzondering hierop vormt de bepaling, dat de spelers van de verdedigende partij altijd tussen de doelpalen mogen staan ook al zijn ze dan geen 9.15 meter van de bal. Op het op juiste afstand staan wordt te weinig gelet door onze arbiters, speciaal wanneer de vrije schop wordt genomen in de buurt van het strafschopgebied. In andere gevallen komt het niet dikwijls voor dat de spelers binnen de voorgeschreven afstand komen en is dat het geval, dan hinderen zij daarbinnen als regel niet. Bij een vrije schop op de rand van het strafschopgebied of daarbinnen is het schering en inslag, dat de scheidsrechter per-

soonlijk de spelers als stoute kinderen op hun plaats moet wijzen, se. de bal is eer:t in het spel als hij ±7O cm heeft af gelegd.

Dit is weer van belang bij het nemen van een indirecte vrije schop. Vroeger probeerde men nog wel eens van een indirecte vrije schop een directe te maken door de bal even te laten aanraken door een speler, waarna een ander de bal in het doei trapte; doordat de bal ± 70 cm. moet hebben afgelegd is dit euvel praktisch de kop ingedrukt. Toch wordt door de spelers veel te weinig waarde toegekend aan bet toegewezen krijgen van een vrije schop. Een snelle reactie, vooral bij de nemer en zijn partij kan een geweldig voordeel opleveren, omdat deze zich gunstig kunnen opstellen, voordat de tegenpartij ér op verdacht is. Een volkomen geoorloofd uitbuiten der spelregels, naar mijn mening te weinig toegepast.

Uit de laatste jaren dateert nog een andere bepaling, die wel bij spelers en scheidsrechters doorgedrongen, nog niet algemeen bekend is bij het publiek. Het is n.l. voorgeschreven, dal hij een vrije schop, toegekend aan de verdedigende partij, in zijn strafschopgebied, alle tegenstanders buiten het strafschopgebied moeten staan, gedurende het nemen van de schop. De bal is dan ook eerst in het spel, niet na net afleggen van 70 cm, maar nadat hij buiten het strafschopgebied is gekomen. Daar wordt nog niet altijd voldoende aandacht aan geschonken.

Aan het te dicht bijkomen kun. nen de scheidsrechters radicaal een einde maken, indien zij gebruik maken van hun recht om de overtreder een waarschuwing te geven. Dit voorschrift is er, doch wordt zelden of nooit toegepast! Laksheid? Wat moet de scheidsrechter nu doen als het voorgeschrevene niet in acht wordt genomen? Hoewel het vrij duidelijk is, wil ik daarmee ditmaal besluiten. Ligt de bal niet stil, niet op de voorgeschreven plaats, staan de tegenstanders niet op de voorgeschreven plaats, staan de tegenstanders niet op de voorgeschreven afstand, dan wordt de schop overgenomen; raakt de nemer de bal evenwel voor de 2e maal aan, voordat een ander de bal heeft aangeraakt of gespeeld, dan wordt een indirecte vrije schop aan de tegenpartij toegekend op de plaats waar de tweede aanraking geschiedde. Mr R. W. PIEK.

Schotland—Wales. Op 9 Nov. a.s. wordt te Glasgow de match Schotland—Wales gespeeld. De opstelling van de Schotten is: Cowan; Young en Cox; Evans, Woodburn en Aitken; Liddel, Mc-Phail, Houliston, Steel en Reilly. Wales komt met; Keith Jones; Barnes en Sherwood; Powell, Jones en Burgers; Grjffiths, Paul, Ford, Clarke en Edwards.

Spelregel-vragen

kunnen rechtstreeks gezonden worden aan dhr. Mr R. W. Piek, Graaf Florisstraat 114b, Rotterdam en worden dan door hem in deze rubriek beantwoord. Desgewenst wordt de naam van de inzender der vraag niet vermeld. – Red.

KRIS-KRAS_ IDOOR PERS I EN CLUBBLADEN I

Boulevard-sportpers belanghebbende bij beroepsvoetbal

(Clubblad Eindhoven).

Al slooft de boulevard-sportpers zich nog zo uit om de invoering van het professionalisme te propageren; het is vechten tegen de bierkaai. Dat deze sportpers trouwens met deze propaganda niet het Nederlandse voetbalbelang beoogt, staat wel als een paal boven water. Want als men weet dat er Hollandse kranten, mensen zijn, die fungeren als bemiddelaars of is ronselaars niet een juister woord? tussen buitenlandse clubs en prominente Nederlandse voet-

halters, welke zij door allerlei mooie voorstellen en Voorspiegelingen van onze vaderlandse voetbalvelden trachten weg te lokken, dan is het toch niet moeilijk te raden, welke andere motieven hieraan ten grondslag liggen. Van de 60 eerste klassers, die toch zeker het eerst voor de invoering van het professionalisme in aanmerking zouden komen, zijn er misschien twee of drie, die dit op de duur zouden kunnen volhouden. De rest zou zelfmoord plegen. Voor mij is dit vraagstuk dan ook geen probleem en we zouden er gevoegelijk het zwijgen toe kunnen doen, ware het niet, dat we deze week opgeschrikt werden door een propaganda-radio-rede van Aad v. Leeuwen, die vertelde, dat er in het Zuiden ook al ie klassers zijn, die over de invoering van beroepsvoetbal denken. Hy had n.l. een suggestie

gekregen fAana^f^itter van een e,,^^tdelijke fit. Plan had is op het aa' sen en P' ''oetbalpi'ofs. s Ik ‘ verbaasd. maand t jg )jS van *l® V Belezen, saldo h* -uIA tien duizend « v, En de dtezeif. de club grote ttch nemen, doo® ® te g

betalen! 1 ,n j.

(CltibbJo^.g Vlak 1949/ alle '‘‘igen kan

torpederen, ’n voorstel om de competitie-indeling radicaal te wijzigen. Het Bondsbestuur wees dat voor dit seizoen van de hand, doch zal in begin 19,50 een bijzondere vergadering daarover uitschrijven. De F.E.K. heeft deze voorstellen gedaan ter verbetering van het spelpeil. Maar nog veel meer gelden bij deze voorstellen de financiële argumenten, want algemeen klaagt men dat 9 thuiswedstrijden te weinig zijn om de touwtjes aan elkaar te knopen. Als de financiële resultaten van de clubs beter zijn kan er ook meer gedaan worden voor de opvoering van het spelpeil. Dit argument geldt echter ook voor de lagere clubs. Nu worden deze voorstellen vooral voor de tweede klassers aanlokkelijk gemaakt door de afschaffing van het recht van de

laagst geklasseerde eerste klusser om zijn plaats te mogen verdedigen, maar de lagere klassen zullen er goed aan doen om niet zonder meer in dit lokaas te bijten. Ook de eerste klassers zullen hiervoor offers moeten, brengen en in- . dien de degradatiewedstrijden worden afgeschaft, waarom dan ook niet de promotiewedstrijden?

Moeten de eerste klas competities uitgebreid worden, dan ook die van de lagere klassen. Voor het Noorden zou voor de tweede klassers één Noordelijke competitie van 15 clubs aantrekkelijke perspectieven openen.

Voor de vereniging van Noordelijke tweede-, derdeen vierde klassers een materie, die alle aandacht vereist en het lijkt o.i. wenselijk om vroegtijdig de mogelijkheden, die hier liggen te bestuderen en met eigen plannen te komen.

et 1/ A 1/ JLJ—® Schoonste voornemens be-UV AV man prachtig opgesprongen, doelman BÏjl was machtiger dan het hoofd van de schoolmeester. De andere en Friezen (Foto Boonstra).

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 — ■ 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 — 35 36 — 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 — 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 — 82 83 — 84 85 — 86 87 88 89 90 —

26 32 30 35 1 40 de sportdag van de week 3 56 24 64 5 39 34 44 spelers voor plezier 19 44 11 22 14 24 53 48 72 7 15 41 door voetballers fgelielde strijd 51 46 60 59 62 71 3 83 .90 het ons meest bekende land 23 75 77 89 8 21 het land waartegen wij het eerst speelden 52 45 4 43 70 42 begin van een voetbalwedstrijd 2 49 86 41 57 69 67 82 25 74 het terrein van de haWbacks 66 6 18 31 25 76 28 vlag, die soms in de weg staat 37 50 30 89 17 83 13 bevolking van de populairste rang 18 7 54 58 39 51 36 47 waar de duurste plaatsen zijn 52 63 53 20 50 42 einde van een wedstrijd 88 12 64 9 77 52 28 het resultaat 10 33 71 27 79 22 87 34 29 51 iemand aanranden 12 68 51 69 78 30 40 10 85 46 9 64 38 62 beheerder van

SPORTKRONIEK-PUZZLE

Over het brandpunt van de hedendaagse voetbalpolitiek

Hieronder een puzzle, die als oplossing tot uitkomst heeft een rijmpje over het onderwerp, dat momenteel vele sportpennen in beroering brengt. De volgende cijfers moeten door de letters vervangen worden.

De 90 letters van dit rijmpje zijn te vinden door in de volgende 16 regels de cijfers te vervangen door het bij de omschrijving passende woord;

[de clubkas 37 6 65 73 25 81 88 80 viert de KNVB dit jaar 16 39 53 84 61 eerbetoon.