Limlïurg in Je competitie 1949-*5O
Maurits
Zonder provinciale overdrijving kan ik schrijven, dat het seizoen 1949-’5O voor Limburg een zonder weerga is geweest. Een landskampioen en twee afdelingskampioenen, dat is in het Limburgse voetballeven nog nooit voorgekomen. Als ik dan nog herinner aan het kranige mijnpolitie-elftal, dat Zaterdag 1 Juli, na een overwinning op het Amsterdamse politie-elftal in Geleen kampioen van Nederland der politie-elftallen werd, is de Limburgse kampioenencirkel rond. Er is in onze provincie dan ook een ware voetbalhaüse, die wel wat overeenkomt met de schaakziekte tijdens dr. Euwe’s wereldkampioenschap. Deze glorieuze prestaties zullen niet gemakkelijk herhaald worden al was het alleen reeds wegens de nieuwe competitie-indeling, die alle azen in één hand heeft gebracht: Limburgia, Maurits en de runner-up P.S.V. Na een hardnekkige strijd met P.S.V., waarbij zich eerst M.V.V. nog voegde, werden de mijnwerkers door een felle beslissingswedstrijd in Venlo tegen P.S.V. kampioen en door schotvaardigheid en vorm werden zij de eerste Limburgse landskampioenen. Een gelukkige omstandigheid Was, dat keeper Jacobs bijtijds Van zijn ziekte hersteld was. Al is zijn vervanger. Jonker, een Waardig opvolger, de vorm van ..Schjra” heeft hij (nog) niet bereikt en een groot deel van Limburgia’s successen kan Jacobs op zijn rekening boeken. Het ware onbillijk de andere kampioen te vergeten. Maurits is voor het eerst afdelingskampioen geworden en de derde Plaats in de landskampioenscom-Petitie is heel verdienstelijk. Merkwaardig is, dat Maurits de beste prestaties in uitwedstrijden heeft geleverd. In thuiswedstrijden als Enschedese Boys en Ajax b.v. speelde het elftal slecht om dan pal er boven op in een uitwedstrijd iedereen in verbazing te brengen.
In de competitie stond Maurits bijna steeds bovenaan. Slechts Willem II nam deze ereplaats enkele weken over, zakte later af tot de derde, om plaats te maken voor het te laat in Vorm gekomen 8.V.V., dat Maurits wel in Den Bosch met 2—l klopte, maar. toch 3 punten te kort kwam op Maurits. De thans Veelbesproken Maessen is de motor van de aanval, technisch uit- snel en schotvaardig, is ky als voetballer te verkiezen boven middenvoor Van ’t Hooft, die echter weer de doelpuntenmachitie is en met zijn stevige body geknipt is voor middenvoor. Pierre van Mulken is de onyermoeibare aanvallende spil, die ih elke wedstrijd opvalt, waf linksback Wilms soepel en trap- in de achterhoede doet.
o Helaas zijn de twee degradanten in Zuid I en II eveneens Limburgers. In Zuid I is Kerkrade het kind van de rekening. Desympathieke, fair spelende
ploeg, eerst 2 jaren in de Ie klas, was inderdaad de zwakste in haar afdeling en haar noodlot tekende zich in de loop der competitie steeds duidelijker af. Tenslotte heeft Kerkrade haar plaats aan de Baronie moeten afstaan. Met Juliana in Zuid II lagen de kaarten enigszins anders. Wel was de laatste plaats bijna steeds haar deel, maar door het falen van een andere Limburgse mijnclub, Sp.Cl. Emma, bleef Juliana’s kans op ontsnapping steeds bestaan en toen de Spekheidenaren tegen het einde een herstel beleefden, mede door het terughalen van enkele geroutineerde oudere spelers, kwamen zij juist gelijk met de rivaal over de streep. In de beslissingswedstrijd won Sp.Cl. Emma met I—o, waardoor de mannen van Christiani een benauwde ontsnapping meemaakten. Een gewaarschuwd mens.... Gelukkig voor Groot Kerkrade, dat twee van haar drie Ie klassers verloor, was daar nog Chevremont, dat voor de derde maal 2e klas-kampioen werd en in de promotiewedstrijden ongeslagen bleef. Alleen Juliana wist de nieuwe Ie klassers een punt te ontfutselen. Ook Chevremont, de nieuwe Ie klasser, telt enige goede spelers, de ouderen. Vromen en Pottgens, maar ook een Hanneman, Offermans en keeper Esser, de doelman van het kampioenselftal der mijnpolitie.
En nu nog iets over de andere Limburgse Ie klassers. In Zuid I bezetten M.V.V. en V.V.V. de 3e resp. 4e plaats, beiden met 20 punten. De Maastrichtse en Venlose ploeg spraken in het midden der competitie een theoretisch woordje mee, maar hoewel de elftallen een behoorlijke techniek hebben, was hun vorm toch niet constant genoeg om de race vol te houden. M.V.V. zal over een verjongingskuur moeten gaan denken, want in de naaste toekomst dreigen er uitvallers te kómen. Van Bun b.v. had al plannen Kimbria dit seizoen te gaan trainen, maar is nog op dit plan teruggekomen. Sittardsche Boys heeft .48 doelpunten tegen zich zien scoren. De Munck or not De Munck, dat was dp ..kwestie”.
ue „Kwesue . Toen Burgemeester Koenders enige weken in zijn gelukwens aan Limburgia bekende een beetje jaloers te zijn, zal hij met enige weemoed aan de gloriejaren van de voetbalstad Sittard hébben gedacht. Sindsdien is er zo het een en ander voorgevallen. De Munck op de beroepslijst. Mol naar Maurits, overschrijvingsaanvragen van Bux haar M.V.V. en Schils naar Emma, nu weer het vertrek van Collombon naar Reims en zo kavelt de Sittardse voetbalglorie aan alle kanten af. Te hopen is het, dat de Boys en Sittard met een voldoende kwaliteit eigen kweek de openvaliende plaatsen zullen kunnen opvullen. In Zuid II kwamen behalve
Maurits allleen Bleyerheide, Sp.- Cl. Emma en Juliana uit, die in deze volgorde de onderste drie plaatsen bezetten. De totale prestatie der Limburgse clubs was dus niet zo bijzonder fraai. De 4 Limburgers behaalden tezamen 60 punten, hadden 99 doelpunten gescoord en kregen er 130 in hun debet. Dat is een gemiddelde van 15 punten, 25 doelpunten vóór en 33 tegen. Daartegenover bereikten de 6 Brabantse clubs het volgende resultaat; 120 punten, 177 doelpunten vóór en 147 tegen. Een gemiddelde derhalve van 20 punten, 30 doelpunten vóór en 25 tegen. Alleen Maurits had een positief doelsaldo; Bleyerheide en Sp.Cl. Emma en Juliana een negatief. De Brabanders waren verdeeld; 3 positief, 3 negatief. Uit deze cijfers zou men dus kunnen opmaken, dat de Limburgse clubs van Zuid I sterker waren dan die van Zuid 11. Die van Zuid I immers eindigden met uitzondering van Kerkrade alle in de bovenste helft, waarin alleen P.S.V. als niet-Limburger prijkt.
Men moet hierbij ook niet uit het oog verliezen, dat de Brabanders van I waarschijnlijk alle niet van het kaliber waren van de andere afdeling, waar 8.V.V., Willem 11, Longa, Eindhoven, N.A.C. en T.S.C. -waren ondergebracht.
Bij een lang verhaal hoort een epiloog. Het mijne is als volgt: Limburg beleefde een seizoen zonder weerga, waarin echter lang niet alle clubs deelden. Zelfs zouden we van een uitgesproken slecht seizoen moeten spreken, als we Limburgia en Maurits uitschakelden. Immers, van de overige zeven gezinsleden deden drie (M.V.V., V.V.V. en Sitt. Boys) het middelmatig en vier (Kerkrade, Juliana, Sp.Cl. Emma en Bleyerheide) het slecht. Alles bij elkaar moeten wij ons in Limburg dus niet gaan inbeelden, dat voortaan van het bronsgroen eikenhout alleen de victorie zal komen. Wel menen we te moeten verwachten, dat de kampioenswedstrijden de erkenning hebben gebracht, dat de Limburgers niet alleen door enthousiasme en uithoudingsvermogen tot successen komen, maar dat de techniek hoe langer hoe meer ’n duit in ’t zakje doet. Dank zij een aantal bekwame oefenmeesters, binnenen buitenlandse, die de clubs met getroosting van grote financiële offers in dienst hebben. RAMAER.
Het Bondsbureaa in de bloemetjes
Het personeel van het Bondsbureau werd verrast door de aanbieding van bloemen door de VV Rijnsburgse Boys, als waardering voor het werk, dat voor de verenigingen wordt verricht. Op elke afdeling prijken nu tussen de bondspaperassen vaasjes met fleurige anjers.
Het ronselen van voet(l>al)volk
KNVB, let op Uw saeckJ Het afstropen van de Nederlandse voetbal(slaven)markten, heeft nog wel niet die vorm aangenomen als sommigen ons zouden willen doen geloven, maar het verschijnsel is op zichzelf bedenkelijk genoeg. Niet. omdat uit de incidentele gevallen van de laatste tijd nu opeens onomstotelijk zou zijn gebleken, dat de Nederlandse voetbalnatie voor het invoeren van beroepsspel geporteerd is. Met dit geronsel blijkt slechts, dat er altijd (jonge) mensen zijn geweest zijn en zullen zijn: belust op het (grote?) avontuur. Zoals er eveneens mensen zijn, die, met geen fractie van de risico van de geronselde, het gratis lot, m.b.t. een voetbalprijs, aangeboden door een Haags gokkantoortje, met een „je kunt nooit weten” zorgvuldig bewaren. De K.N.V.B. kan en mag niet toestaan, dat de crème van ons voetbal, geheel zal worden afgeroomd. Als in België, waar het gemiddelde spelpeil hoger is dan bij ons, de voetbalscouts geen strooptochten ondernemen, dan komt dat zeer zeker, doordat er in België een premiestelsel bestaat, dat de club, waaraan de speler verbonden is. het recht geeft een transferbedrag te vragen. En een dergelijke transfer maakt, die speler zó duur, dat hij voor de scout en zijn handlangers bijna had ik geschreven: de schout en zijn rakkers van nul en gener waarde wordt.
K.N.V.B. transfers Wat hebben wij dus te doen? Wij moeten zorgen, dat onze spelers eveneens niet aantrekkelijk worden voor Rinaldo Rinaldini’s, door op het hoofd van onze spelers, eveneens een soort losprijs te stellen. Amateurisme in zijn meest zuivere vorm, een hockey-amateurisme, kennen we al jaren niet meer.-Niet in Denemarken, niet in Finland, niet in Noorwegen en niet in Zweden; nergens ter wereld derhal- waar men nog van amateurisme in enigerlei vorm spreken kan. Maar evenals onze clubs entrée’s heffen en zoals er wedstnjden worden gespeeld, waarvan de Bond geheel of gedeeltelijk de recette ontvangt, zo moet ook een modus gevonden kunnen worden t.a.v. de transfer, die in de practijk slechts zal behoeven te werken als stok achter de deur. Wat! roept de verontwaardigde scout uit, vraagt de KNVB voor speler • Sokkerkrek f 50.000.—? Dank U, dan is Zweden ons voordeliger! Zij, die .het wel menen met onze voetbalgemeenschap vragen: Hoe bereiken wij dit in ons voor 90 pCt. amateuristisch voetballandje?
De F.I.F.A. regele dit. Wij zouden zeggen, als volgt: De overschrijvings-bepalingen Valkema binden de amateur-voetballer reeds in zekere zin aan zijn club. Wij breiden deze bepalingen eenvoudig uit tot het buitenland, in die zin, dat onze spelers een verklaring moeten tekenen, dat, zo zij voor een buitenlandse profclub willen uitkomen, zij er accoord mee gaan, dat de KNVB een transferbedrag verlangt voor die spelers, die immers dan geen
amateur meer zyn. Van deze transferbedragen in het uitzonderlijke geval dat een overschrijving naar het buitenland alsdan nog zal doorgaan mag de KN VB vanzelfsprekend niet „beter" worden. Daarom zal men deze bedragen b.v. kunnen storten in de kas van ’t Nederlandse Olympisch Comité, waar zij de amateursport ten goede komen. Nu zegge men niet: Het ontduiken van zulk een bepaling is een klein kunstje. Sokkerkrek gaat eenvoudig als arbeider naar Milaan (in Italië, nietwaar, het land mej het hoogste percentage werkloosheid ter wereld, kan er altijd nog wel een buitenlandse arbeider bij!) en als hij daar een tijdje zit niks te doen wordt hij lid van een der grandiose profclubs. Simplice come buon giornQl Zo eenvoudig hoeft het echter niet te gaan, als de KNVB wenst op te letten. Want per slot van rekening zijn Italië, Frankrijk en Nederland leden van een en dezelfde F.I.F.A. en wij mogen het gerust aan ons Fifa-bestuurslid dhr. Lotsy overlaten, om met Signor Mauro en M. Rimet (voorzitter-af, maar nog steeds een invloedrijke stem) tot overeenstemming te geraken. Met gelijke munt
Er zullen er ongetwijfeld zijn, die dergelijke afweermaatregelen niet zeer elegant, ja zelfs dictatoraal vinden. Aan hen vragen wij: Vindt gij spelersroof in andere landen op de wijze zoals déze thans geschiedt, getuigen ■van fijne distinctie? En dan is er nog iets. Elke speler, ook de zeldzame met de natuurlijke aanleg, heeft een intensieve ejj langdurige opleiding nodig. Die opleiding krijgt hij hier bij zijn club, waar hij meestal als adspirant zijn intree doet. De zorg en moeite besteed om zijn voetbalcapaciteiten op te voeren, komen waarachtig niet van één kant. Onlangs kon men in een der grote dagbladen lezen, dat Nederland jaarlijks millioenen uitgeeft aan onderwijs, welstandsverzorging en vakopleiding van zijn arbeidende bevolking, En nadat men aldus had gehandeld, liet men de besten onder hen emigreren. Dat vindt de medwerker aan de dagelijkse rubfTek van dat blad, een o.i. niet ten onrechte, een groot schandaal. • Wij vragen: Ligt, in het klein, deze aangelegenheid t.a.v. enkele onzer prominente spelers anders? En wij zeggen: KNVB let oP Uw saeck! B. S. LE MARCHé
De sclioTsing Bestuur RCH
Wij vernemen, dat de schorsing van het bestuur van R.C.H, verband houdt met het verstrekken van gelden aan spelers ter compensatie van het niet deelnemen aan het gezamenlijk diner na afloop van de wedstrijden. Het ’ ituur van R.C.H. is in beroep gegaan. Het bondsbestuur heeft dit 30 Juni behandeld en de stukken circuleren thans bij de Commissie van Beroep.
Limburgia